Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: hearts

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: hearts

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hearts:
  2. heart:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor hearts (Engels) in het Nederlands

hearts:

hearts [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the hearts
    de harten
    • harten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. the hearts (game of hearts)
    hartenjagen

Vertaal Matrix voor hearts:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
harten hearts
hartenjagen game of hearts; hearts
- Black Maria

Verwante woorden van "hearts":


Synoniemen voor "hearts":

  • Black Maria; whist; long whist; short whist

Verwante definities voor "hearts":

  1. a form of whist in which players avoid winning tricks containing hearts or the queen of spades1

Wiktionary: hearts

hearts
plural
  1. trick-taking card game
  2. the card suit (♥)

hearts vorm van heart:

heart [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the heart (ticker)
    het hart; bloedpomp
    • hart [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bloedpomp [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. the heart (core; kernel; pith)
    de kern; het binnenste
    • kern [de ~] zelfstandig naamwoord
    • binnenste [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. the heart (disposition; character; soul; mind)
    het karakter; de mentaliteit; het gemoed; de natuur; de geaardheid; de aard; de inborst; de inslag
    • karakter [het ~] zelfstandig naamwoord
    • mentaliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gemoed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • natuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geaardheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • inborst [de ~] zelfstandig naamwoord
    • inslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the heart (hearts desire; peach; sweetheart; )
    het hartje
    • hartje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor heart:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aard character; disposition; heart; mind; soul category; class; genre; kind; nature; type
binnenste core; heart; kernel; pith inner; middle; nucleus; pivot
bloedpomp heart; ticker
geaardheid character; disposition; heart; mind; soul character; nature
gemoed character; disposition; heart; mind; soul
hart heart; ticker
hartje beloved; darling; dearest; deary; ducky; heart; hearts desire; peach; sweetheart; sweetie
inborst character; disposition; heart; mind; soul disposition; inclination; nature
inslag character; disposition; heart; mind; soul
karakter character; disposition; heart; mind; soul character; font; nature; personality; type; typeface
kern core; heart; kernel; pith center; centre; crux; essence
mentaliteit character; disposition; heart; mind; soul mentality; state of mind
natuur character; disposition; heart; mind; soul character; nature
- affection; affectionateness; bosom; center; centre; core; essence; eye; fondness; gist; heart and soul; inwardness; kernel; mettle; middle; nerve; philia; pump; spirit; spunk; substance; tenderness; ticker; warmheartedness; warmness
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- disposition
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnenste inner; inside; interior; internal; inward

Verwante woorden van "heart":


Synoniemen voor "heart":


Verwante definities voor "heart":

  1. a playing card in the major suit that has one or more red hearts on it1
    • he led the queen of hearts1
    • hearts were trumps1
  2. an inclination or tendency of a certain kind1
    • he had a change of heart1
  3. the courage to carry on1
    • you haven't got the heart for baseball1
  4. the hollow muscular organ located behind the sternum and between the lungs; its rhythmic contractions move the blood through the body1
    • he stood still, his heart thumping wildly1
  5. the locus of feelings and intuitions1
    • in your heart you know it is true1
  6. the choicest or most essential or most vital part of some idea or experience1
  7. a positive feeling of liking1
    • the child won everyone's heart1
  8. a firm rather dry variety meat (usually beef or veal)1
    • a five-pound beef heart will serve six1
  9. an area that is approximately central within some larger region1
    • they ran forward into the heart of the struggle1
  10. a plane figure with rounded sides curving inward at the top and intersecting at the bottom; conventionally used on playing cards and valentines1
    • he drew a heart and called it a valentine1

Wiktionary: heart

heart
noun
  1. a shape or symbol
  2. a suit of cards
  3. centre or core
  4. emotions or kindness
  5. an organ
heart
noun
  1. anatomie|nld holle spier die door geregeld samen te trekken bloed door het lichaam pompt
Cross Translation:
FromToVia
• heart → hart ↔ Herz — Anatomie: das Zentralorgan für den Blutkreislauf
• heart → hart ↔ cœur — Organe. (Sens général).
• heart → kern; pit ↔ noyau — Partie centrale, dure, d’une drupe et qui contient une amande. On oppose le noyau au pépin de la baie.
• heart → pit; kern ↔ suc — quintessence, ce qu’il y a de substantiel dans une chose

Verwante vertalingen van hearts







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0599 seconde
Page rendered in 1.0 seconds