Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. apparel:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor apparel (Engels) in het Nederlands

apparel:

apparel [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the apparel (dress; clothes; wearing apparel)
    – clothing in general 1
    de kleding
    • kleding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor apparel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kleding apparel; clothes; dress; wearing apparel attire; clothes; clothing; costume; garb; garments; gear; outfit; togs

Synoniemen voor "apparel":


Antoniemen van "apparel":


Verwante definities voor "apparel":

  1. clothing in general1
    • she was refined in her choice of apparel1

Wiktionary: apparel

apparel
noun
  1. clothing

Cross Translation:
FromToVia
apparel kledingstuk vêtement — Objet de tissu, ... couvrant le corps, utilisé pour se protéger, se parer ou respecter les conventions sociales.

Verwante vertalingen van apparel