Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor lord (Engels) in het Nederlands

lord:

lord [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lord (ruler; mister; gent; master; king)
    de heer; de soeverein; de heerser; de machthebber
    • heer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • soeverein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • heerser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • machthebber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the lord (commander; ruler)
    de bevelhebber; de meester; de baas; de beheerser; de gebieder
    • bevelhebber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • meester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • baas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • beheerser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gebieder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the lord (sovereign lord; ruler of the country; master)
    de landsheer

lord bijvoeglijk naamwoord

  1. lord (jesus)
    jeetje
    • jeetje bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor lord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baas commander; lord; ruler boss; chief; head; leader; master; principal; superior
beheerser commander; lord; ruler
bevelhebber commander; lord; ruler captain; commander; commanding officer; lieutenant-colonel
gebieder commander; lord; ruler
heer gent; king; lord; master; mister; ruler Creator; God; Heavenly Father; Lord of Heaven; Omnipotence; supreme being
heerser gent; king; lord; master; mister; ruler king; monarch
landsheer lord; master; ruler of the country; sovereign lord
machthebber gent; king; lord; master; mister; ruler
meester commander; lord; ruler LL.M.; boss; captain; chief; educator; engine driver; guild master; instructor; jurist; lawyer; leader; legal expert; master; pedagogue; principal; school teacher; schoolmaster; schoolteacher; skipper; teacher; tutor
soeverein gent; king; lord; master; mister; ruler absolute monarch; absolute sovereign; king; monarch; ruler; sovereign
- master; overlord
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
soeverein sovereign
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- jackdaw
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jeetje jesus; lord

Verwante woorden van "lord":

  • lords

Synoniemen voor "lord":


Antoniemen van "lord":

  • noblewoman; Lady

Verwante definities voor "lord":

  1. a person who has general authority over others1
  2. make a lord of someone1

Wiktionary: lord

lord
noun
  1. titled nobleman
  2. aristocrat, man of high rank
  3. person having authority over others, a ruler
  4. master of a household

Cross Translation:
FromToVia
lord gebieder; beheerser; heerser dominateur — Celui, celle qui dominer, qui s’arroger une grande autorité, qui exercer un grand empire.

Lord:

Lord [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the Lord (Jesus; Christ)
    Jezus; de Christus; Jezus-Christus
  2. the Lord (God)
    de God; Here; de schepper
    • God [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • Here [znw.] zelfstandig naamwoord
    • schepper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Christus Christ; Jesus; Lord Christ
God God; Lord Creator; God; Heavenly Father; Lord of Heaven; Omnipotence; Yahweh; supreme being
Here God; Lord
Jezus Christ; Jesus; Lord
Jezus-Christus Christ; Jesus; Lord
schepper God; Lord architect; artist; author; bucket; creator; ladle; maker; originator; producer; scoop
- Almighty; Creator; Divine; God Almighty; Godhead; Jehovah; Maker; noble; nobleman

Verwante woorden van "Lord":


Verwante definities voor "Lord":

  1. terms referring to the Judeo-Christian God1
  2. a titled peer of the realm1

Wiktionary: Lord

Lord
noun
  1. -
  2. British aristocratic title
proper noun
  1. Jesus
  2. God

Cross Translation:
FromToVia
Lord Heer Herrmit bestimmtem Artikel: andere Bezeichnung für den Gott Israels, im Neuen Testament oft auch für Jesus

Verwante vertalingen van lord