Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: habitat

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: habitat

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

habitat:
- woonplaats; leefgebied; territorium; woonomgeving
Wiktionary:
- habitat → woonplaats, habitat
- habitat → woonomgeving

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

habitat:
- Wiktionary:
  habitat → habitat, home

Engels

Uitgebreide vertaling voor habitat (Engels) in het Nederlands

habitat:

habitat [the ~] zelfstandig naamwoord

the habitat (place of residence; residence; domicile; address; dwelling place; home)
de woonplaats
- woonplaats [de ~] zelfstandig naamwoord
the habitat (territory)
het leefgebied; het territorium
- leefgebied [het ~] zelfstandig naamwoord
- territorium [het ~] zelfstandig naamwoord
the habitat
woonomgeving
- woonomgeving

Vertaal Matrix voor habitat:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
leefgebied	habitat; territory
territorium	habitat; territory	area; department; district; domain; dominion; region; sphere; territory; zone
woonplaats	address; domicile; dwelling place; habitat; home; place of residence; residence
-	home ground
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
woonomgeving	habitat
-	finding-place; locality

Verwante woorden van "habitat":

habitats

Synoniemen voor "habitat":

home ground; environment; environs; surroundings; surround

Verwante definities voor "habitat":

the type of environment in which an organism or group normally lives or occurs¹
- a marine habitat¹

Wiktionary: habitat

habitat

noun

natural conditions in which a plant or animal lives
- habitat → woonplaats; habitat

habitat

noun

het natuurlijke leefgebied van een organisme
- habitat → habitat

Cross Translation:

From	To	Via
• habitat	→ woonomgeving	↔ habitat — didactique\|fr milieu géographique qui réunir les conditions nécessaires à l’existence de l’espèce animale ou végétale.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University