Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- duel:
-
Wiktionary:
- duel → duelleren
- duel → tweekamp, duel, tweegevecht, tweestrijd
- duel → tweekamp, duel
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- duel:
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor duel (Engels) in het Nederlands
duel:
-
the duel (man-to-man fight; tandem; single combat; twosome; affaire d'honneur)
-
the duel (tournament; tourney)
Vertaal Matrix voor duel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
duel | affaire d'honneur; duel; man-to-man fight; single combat; tandem; twosome | |
kamp | affaire d'honneur; duel; man-to-man fight; single combat; tandem; twosome | army camp; billets; camp; encampment; field; holiday resort; quarters; struggle; wrestle |
steekspel | duel; tournament; tourney | |
toernooi | duel; tournament; tourney | |
tweegevecht | affaire d'honneur; duel; man-to-man fight; single combat; tandem; twosome | |
tweekamp | affaire d'honneur; duel; man-to-man fight; single combat; tandem; twosome | |
- | affaire d'honneur | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | single combat |
Verwante woorden van "duel":
Synoniemen voor "duel":
Verwante definities voor "duel":
Wiktionary: duel
duel
Cross Translation:
verb
duel
-
engage in a duel
- duel → duelleren
-
struggle between two parties
-
combat between two persons
- duel → duel; tweegevecht
noun
-
een gevecht tussen twee personen, gewoonlijk onder bepaalde regels
-
conflict tussen twee mensen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• duel | → tweekamp; duel | ↔ Duell — ein meist nach zuvor festgelegten Regeln ausgetragener Zweikampf mit Waffen |
Verwante vertalingen van duel
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor duel (Nederlands) in het Engels
duel:
-
het duel (tweegevecht; tweekamp; kamp)
Vertaal Matrix voor duel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
affaire d'honneur | duel; kamp; tweegevecht; tweekamp | |
duel | duel; kamp; tweegevecht; tweekamp | steekspel; toernooi |
man-to-man fight | duel; kamp; tweegevecht; tweekamp | |
single combat | duel; kamp; tweegevecht; tweekamp | besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling |
tandem | duel; kamp; tweegevecht; tweekamp | koppel; paar; tandem; twee stuks; tweetal |
twosome | duel; kamp; tweegevecht; tweekamp | koppel; paar; twee stuks; tweetal |