Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. deaf:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor deaf (Engels) in het Nederlands

deaf:

deaf bijvoeglijk naamwoord

  1. deaf
    doof
    • doof bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor deaf:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- deafen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doof deaf
- indifferent
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- hard of hearing

Verwante woorden van "deaf":


Synoniemen voor "deaf":


Antoniemen van "deaf":


Verwante definities voor "deaf":

  1. lacking or deprived of the sense of hearing wholly or in part1
  2. (usually followed by `to') unwilling or refusing to pay heed1
    • deaf to her warnings1
  3. people who have severe hearing impairments1
    • many of the deaf use sign language1
  4. make or render deaf1

Wiktionary: deaf

deaf
noun
  1. deaf people considered as a group
adjective
  1. unable to hear
deaf
adjective
  1. niet of minder goed tot horen in staat zijn

Cross Translation:
FromToVia
deaf doof taub — absolut gehörlos, nicht hörend
deaf bot; stomp; doof sourd — Qui est privé du sens de l’ouïe

Verwante vertalingen van deaf