Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- bankrupt:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor bankrupt:
- falliet, faillisement
Engels
Uitgebreide vertaling voor bankrupt (Engels) in het Nederlands
bankrupt:
-
bankrupt
-
bankrupt (torn; to pieces; ruptured)
failliet; bankroet; geruineerd-
failliet bijvoeglijk naamwoord
-
bankroet bijvoeglijk naamwoord
-
geruineerd bijvoeglijk naamwoord
-
-
the bankrupt
Vertaal Matrix voor bankrupt:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bankroet | bankruptcy; failure; wash-out | |
gefailleerde | bankrupt | |
- | insolvent | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | break; ruin; smash | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bankroet | bankrupt; ruptured; to pieces; torn | |
failliet | bankrupt; ruptured; to pieces; torn | |
- | belly-up | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geruineerd | bankrupt; ruptured; to pieces; torn | broken; bust; defective; on the blink; out of order; ruined; to pieces; torn |
Verwante woorden van "bankrupt":
Synoniemen voor "bankrupt":
Verwante definities voor "bankrupt":
Wiktionary: bankrupt
bankrupt
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bankrupt | → bankroetier | ↔ Pleitier — jemand, der zahlungsunfähig geworden ist |
• bankrupt | → failliet; bankroet | ↔ bankrott — nicht mehr zahlungsfähig |
• bankrupt | → bankroet; failliet; pleite | ↔ pleite — (umgangssprachlich) (als Geschäftsmann, Firma) illiquid, finanziell ruiniert, zahlungsunfähig |