Infection: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

Engels

Uitgebreide vertaling voor infection (Engels) in het Nederlands

the infection (inflammation)
de ontsteking; de infectie
- ontsteking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- infectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the infection (contamination; infecting; poisoning)
de besmetting; besmetten; aansteken
- besmetting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- besmetten [znw.] zelfstandig naamwoord
- aansteken [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aansteken	contamination; infecting; infection; poisoning
besmetten	contamination; infecting; infection; poisoning
besmetting	contamination; infecting; infection; poisoning
infectie	infection; inflammation
ontsteking	infection; inflammation	fuse; fuze; kernel; pip; pith; wick
-	contagion; transmission
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aansteken		contaminate; ignite; infect; inflame; kindle; light; light a cigaret; light up; make burning; poison; send up in flames; set alight; set fire to; shine up; strike
besmetten		contaminate; infect; poison

(international law) illegality that taints or contaminates a ship or cargo rendering it liable to seizure¹
moral corruption or contamination¹
- ambitious men are led astray by an infection that is almost unavoidable¹
the communication of an attitude or emotional state among a number of people¹
- the infection of his enthusiasm for poetry¹
an incident in which an infectious disease is transmitted¹
(medicine) the invasion of the body by pathogenic microorganisms and their multiplication which can lead to tissue damage and disease¹
(phonetics) the alteration of a speech sound under the influence of a neighboring sound¹
the pathological state resulting from the invasion of the body by pathogenic microorganisms¹

infection

noun

infection

noun

een besmetting van lichaamsweefsel met ziekteverwekkers als bacteriën, virussen, schimmels of parasieten en de daaropvolgende ontstekingsreactie
- infectie → infection