Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- incident:
- Wiktionary:
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels
Uitgebreide vertaling voor incident (Engels) in het Nederlands
incident:
Vertaal Matrix voor incident:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
incident | event; happening; history; incident | affair; business; event; matter; occasion; occurrence |
zaakje | event; happening; history; incident | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | incidental |
Verwante woorden van "incident":
Synoniemen voor "incident":
Antoniemen van "incident":
Verwante definities voor "incident":
Wiktionary: incident
incident
Cross Translation:
adjective
-
physics: falling on a surface
- incident → inslaand
-
arising as the result of an event
- incident → inherent
-
event causing interruption or crisis
- incident → voorval
-
minor event incidental to others
- incident → gebeurtenis; gebeuren; voorval; episode
-
event or occurrence
- incident → gebeurtenis; gebeuren; voorval; episode
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• incident | → geval; voorval; casus | ↔ Kasus — bildungssprachlich, selten: Gegenstand, Vorkommnis |
• incident | → incident | ↔ incident — événement inattendu pouvant avoir des conséquences mineures à importantes. |
Verwante vertalingen van incident
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor incident (Nederlands) in het Engels
incident:
-
het incident (zaakje)
-
het incident (gebeurtenis; voorval; feit)
-
het incident