Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- chiefly:
- chief:
-
Wiktionary:
- chiefly → voornamelijk, inzonderheid
- chiefly → hoofdzakelijk
- chief → chef, hoofdman, opperhoofd
- chief → kok
Engels
Uitgebreide vertaling voor chiefly (Engels) in het Nederlands
chiefly:
-
chiefly (mainly; principally)
voornamelijk; vooral; hoofdzakelijk; in het bijzonder; met name; in de eerste plaats; overwegend-
voornamelijk bijwoord
-
vooral bijwoord
-
hoofdzakelijk bijwoord
-
in het bijzonder bijvoeglijk naamwoord
-
met name bijvoeglijk naamwoord
-
in de eerste plaats bijvoeglijk naamwoord
-
overwegend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor chiefly:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
overwegend | chiefly; mainly; principally | generally; mainly |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hoofdzakelijk | chiefly; mainly; principally | |
vooral | chiefly; mainly; principally | above all; especially |
voornamelijk | chiefly; mainly; principally | |
- | in the main; mainly; primarily; principally | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
in de eerste plaats | chiefly; mainly; principally | |
in het bijzonder | chiefly; mainly; principally | |
met name | chiefly; mainly; principally |
Verwante woorden van "chiefly":
Synoniemen voor "chiefly":
Verwante definities voor "chiefly":
Wiktionary: chiefly
chiefly
Cross Translation:
adverb
chiefly
-
mainly
- chiefly → voornamelijk
adverb
-
(formeel, nld) meer in het bijzonder
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• chiefly | → hoofdzakelijk | ↔ hauptsächlich — den Kern einer Sache betreffend; eine feste Bedeutung im juristischem Gebrauch |
chiefly vorm van chief:
-
the chief (boss; superior; head; leader)
-
the chief (leader; headman; centurion; captain; commander)
-
the chief (boss; master; principal; leader)
-
the chief (chairman; president; leader; manager; captain; commander)
-
the chief (woman-leader; captain; forewoman)
-
the chief (chieftain; tribal chief; head; leader)
-
chief (cardinal; principal)
kardinaal; voornaamst; cruciaal-
kardinaal bijvoeglijk naamwoord
-
voornaamst bijvoeglijk naamwoord
-
cruciaal bijvoeglijk naamwoord
-