Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- arrest:
-
Wiktionary:
- arrest → vatten, oppakken, in hechtenis nemen, arresteren, aanhouden, stoppen, stuiten, grijpen
- arrest → arrest, aanhouding, arrestatie, stilstand
- arrest → arresteren, aanhouding, arrest, arrestatie, inhechtenisneming
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- arrest:
-
Wiktionary:
- arrest → arrest
- arrest → arrest, under arrest, apprehension, detention, custody, halt, stoppage, stand, standstill
Engels
Uitgebreide vertaling voor arrest (Engels) in het Nederlands
arrest:
-
to arrest (apprehend; pick up; hold; detain; seize; imprison)
-
to arrest (take prisoner; capture; take in custody)
gevangennemen; aanhouden; vatten; arresteren; in hechtenis nemen; oppakken; inrekenen-
gevangennemen werkwoord
-
in hechtenis nemen werkwoord (neem in hechtenis, neemt in hechtenis, nam in hechtenis, namen in hechtenis, in hechtenis genomen)
-
Conjugations for arrest:
present
- arrest
- arrest
- arrests
- arrest
- arrest
- arrest
simple past
- arrested
- arrested
- arrested
- arrested
- arrested
- arrested
present perfect
- have arrested
- have arrested
- has arrested
- have arrested
- have arrested
- have arrested
past continuous
- was arresting
- were arresting
- was arresting
- were arresting
- were arresting
- were arresting
future
- shall arrest
- will arrest
- will arrest
- shall arrest
- will arrest
- will arrest
continuous present
- am arresting
- are arresting
- is arresting
- are arresting
- are arresting
- are arresting
subjunctive
- be arrested
- be arrested
- be arrested
- be arrested
- be arrested
- be arrested
diverse
- arrest!
- let's arrest!
- arrested
- arresting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the arrest
-
the arrest
-
the arrest
de arrestatie -
the arrest (grab; taking)
-
the arrest (deprivation of freedom; apprehension; capture; detention; deprivation of liberty; physical force)
-
the arrest (taking into custody)
Vertaal Matrix voor arrest:
Verwante woorden van "arrest":
Synoniemen voor "arrest":
Verwante definities voor "arrest":
Wiktionary: arrest
arrest
Cross Translation:
verb
arrest
-
to take into legal custody
- arrest → vatten; oppakken; in hechtenis nemen; arresteren; aanhouden
-
to stop (a process etc.)
-
to seize attention of
-
confinement, as after an arrest
- arrest → arrest
-
act of arresting a criminal, suspect etc
- arrest → aanhouding; arrestatie
-
condition of being stopped
- arrest → stilstand
verb
-
arresteren
-
van overheidswege in hechtenis nemen
-
een aanhouding
-
een aanhouding door de sterke arm der wet
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• arrest | → arresteren | ↔ dingfest — nur im adverbialen Gebrauch von: jemanden dingfest machen: jemandem die Bewegungsfreiheit nehmen, um ihn einer Gerichtsverhandlung und etwaigen Verurteilung zuführen |
• arrest | → aanhouding; arrest; arrestatie; inhechtenisneming | ↔ arrestation — just|fr action d’arrêter quelqu’un pour l’emprisonner. |
Verwante vertalingen van arrest
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor arrest (Nederlands) in het Engels
arrest:
Vertaal Matrix voor arrest:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
decree | arrest | afkondiging; beslissing; besluit; besluiten; decreet; maatregel; raadsbesluit; regeringsbesluit; schikking; uitvaardiging; voorziening |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
decree | afkondigen; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; opdragen; uitvaardigen; verordenen; verordonneren |
Verwante woorden van "arrest":
Wiktionary: arrest
arrest
Cross Translation:
noun
arrest
-
een aanhouding
- arrest → arrest
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• arrest | → arrest; under arrest; apprehension; detention; custody | ↔ arrestation — just|fr action d’arrêter quelqu’un pour l’emprisonner. |
• arrest | → halt; stoppage; stand; standstill | ↔ arrêt — Action de s’arrêter ; fait d’être arrêté |
- 1WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University
- 2Copyright 2001-2012 Interglot