Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. thou:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor thou (Engels) in het Nederlands

thou:

thou

  1. thou (you; thee)
    u
  2. thou (thee; you)
    U; gij; ge

Vertaal Matrix voor thou:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
U U; Universal (BBFC)
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
U thee; thou; you
ge thee; thou; you
gij thee; thou; you
u thee; thou; you

Synoniemen voor "thou":


Wiktionary: thou

thou
en-pron
  1. singular informal form of "you"
verb
  1. to address someone using the pronoun thou
  2. to use the word thou
thou
pronoun
  1. aangesproken persoon enkelvoud informeel

Cross Translation:
FromToVia
thou jij; je tu — Pronom personnel sujet de la deuxième personne du singulier
thou jij en jou zeggen; tutoyeren tutoyeruser des mots de tu et de toi en parlant à quelqu’un.