Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: prolapse

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: prolapse

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. prolapse:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor prolapse (Engels) in het Nederlands

prolapse:

to prolapse werkwoord (prolapses, prolapsing, prolapsing)

  1. to prolapse (be going down hill; subside; sink; sag; go under)
    vervallen; wegglijden; inzinken; aftakelen; afzakken; afglijden; wegzinken
    • vervallen werkwoord (verval, vervalt, verviel, vervielen, vervallen)
    • wegglijden werkwoord (glijd weg, glijdt weg, gleed weg, gleden weg, weggegleden)
    • inzinken werkwoord (zink in, zinkt in, zonk in, zonken in, ingezonken)
    • aftakelen werkwoord (takel af, takelt af, takelde af, takelden af, afgetakeld)
    • afzakken werkwoord (zak af, zakt af, zakte af, zakten af, afgezakt)
    • afglijden werkwoord (glijd af, glijdt af, gleed af, gleden af, afgegleden)
    • wegzinken werkwoord (zink weg, zinkt weg, zonk weg, zonken weg, weggezonken)
  2. to prolapse (collapse; slump; sag)
    inzakken; teruglopen; sterk afnemen; vallen
  3. to prolapse (sag; subside; sink; )
    verzakken
    • verzakken werkwoord (verzak, verzakt, verzakte, verzakten, verzakt)
  4. to prolapse (subside; sink in; sag; cave in; bulge out)
    wegzakken; zakken in
    • wegzakken werkwoord (zak weg, zakt weg, zakte weg, zakten weg, weggezakt)
    • zakken in werkwoord

Conjugations for prolapse:

present
  1. prolapse
  2. prolapse
  3. prolapses
  4. prolapse
  5. prolapse
  6. prolapse
simple past
  1. prolapsing
  2. prolapsing
  3. prolapsing
  4. prolapsing
  5. prolapsing
  6. prolapsing
present perfect
  1. have prolapsing
  2. have prolapsing
  3. has prolapsing
  4. have prolapsing
  5. have prolapsing
  6. have prolapsing
past continuous
  1. was prolapsing
  2. were prolapsing
  3. was prolapsing
  4. were prolapsing
  5. were prolapsing
  6. were prolapsing
future
  1. shall prolapse
  2. will prolapse
  3. will prolapse
  4. shall prolapse
  5. will prolapse
  6. will prolapse
continuous present
  1. am prolapsing
  2. are prolapsing
  3. is prolapsing
  4. are prolapsing
  5. are prolapsing
  6. are prolapsing
subjunctive
  1. be prolapsing
  2. be prolapsing
  3. be prolapsing
  4. be prolapsing
  5. be prolapsing
  6. be prolapsing
diverse
  1. prolapse!
  2. let's prolapse!
  5. prolapsing
  6. prolapsed
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

prolapse [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the prolapse (sinking in; sinking; hollow; subsidence; going under)
    inzinken; wegzinken

Vertaal Matrix voor prolapse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inzakken collapsing; going down; plummeting; sliding; slumping
inzinken going under; hollow; prolapse; sinking; sinking in; subsidence
vallen tumble
vervallen elapsing; lapsing; passing
wegglijden slipping away
wegzakken going down; sinking; subsiding
wegzinken going under; hollow; prolapse; sinking; sinking in; subsidence
- descensus; prolapsus
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afglijden be going down hill; go under; prolapse; sag; sink; subside slide down; slide off; slip off
aftakelen be going down hill; go under; prolapse; sag; sink; subside be going down hill; be lost; cease; come down; fall away; weaken
afzakken be going down hill; go under; prolapse; sag; sink; subside
inzakken collapse; prolapse; sag; slump cave in; collapse; crumble down; relapse; slump; subside
inzinken be going down hill; go under; prolapse; sag; sink; subside cave in; collapse; crumble down; relapse; slump; subside
sterk afnemen collapse; prolapse; sag; slump
teruglopen collapse; prolapse; sag; slump
vallen collapse; prolapse; sag; slump be a failure; be killed; be killed in action; be overthrown; collapse; crash down; depart this earth; depart this life; die; drop; fall; fall down; pass away; perish; succumb; take a nosedive; trip up; tumble
vervallen be going down hill; go under; prolapse; sag; sink; subside be shortcoming; crumble; decay; decline; decrease; deteriorate; disintegrate; dwindle; elapse; expire; fall apart; fall into decay; fall to bits; fall to pieces; go by; go thieving; go to ruin; incline; pass; remove; shelve; shrink; slant; slope; take away; wain
verzakken cave in; collapse; give way; prolapse; sag; sink; subside
wegglijden be going down hill; go under; prolapse; sag; sink; subside be going down hill; be lost; cease; come down; fall away; weaken
wegzakken bulge out; cave in; prolapse; sag; sink in; subside doze off; drop off; drowse off
wegzinken be going down hill; go under; prolapse; sag; sink; subside
zakken in bulge out; cave in; prolapse; sag; sink in; subside
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vervallen decrepit; elapsed; expired; kicked off; lapsed; worn; worn out; worn with age

Verwante woorden van "prolapse":


Synoniemen voor "prolapse":


Verwante definities voor "prolapse":

  1. the slipping or falling out of place of an organ (as the uterus)1
  2. slip or fall out of place, as of body parts1
    • prolapsed rectum1

Wiktionary: prolapse

prolapse
noun
  1. uitzakking
Cross Translation:
FromToVia
• prolapse → kleinering; debâcle; ondergang; verval; rampspoed; tegenspoed; achteruitgang; verflauwing; vermindering; besnoeiing; daling; verlaging; verzakking; val; vernedering; verootmoediging; degradatie; degeneratie; ontaarding; verwording ↔ abaissement — action d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0427 seconde
Page rendered in 1.0 seconds