Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- pour:
-
Wiktionary:
- pour → gieten, uitstorten, uitbraken, stromen, gutsen, overgieten, schenken
- pour → geut, straal, stroom, stortvloed, stortbui
- pour → pijpenstelen regenen, regenen dat het giet, storten, strooien, gieten, plengen, schenken, vergieten
Engels
Uitgebreide vertaling voor pour (Engels) in het Nederlands
pour:
-
to pour (sprinkle)
-
to pour (pour some more; add)
-
to pour (pour down)
-
to pour (gush; run)
-
to pour (come down in torrents; gush; flow; run)
Conjugations for pour:
present
- pour
- pour
- pours
- pour
- pour
- pour
simple past
- poured
- poured
- poured
- poured
- poured
- poured
present perfect
- have poured
- have poured
- has poured
- have poured
- have poured
- have poured
past continuous
- was pouring
- were pouring
- was pouring
- were pouring
- were pouring
- were pouring
future
- shall pour
- will pour
- will pour
- shall pour
- will pour
- will pour
continuous present
- am pouring
- are pouring
- is pouring
- are pouring
- are pouring
- are pouring
subjunctive
- be poured
- be poured
- be poured
- be poured
- be poured
- be poured
diverse
- pour!
- let's pour!
- poured
- pouring
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor pour:
Verwante woorden van "pour":
Synoniemen voor "pour":
Verwante definities voor "pour":
Wiktionary: pour
pour
Cross Translation:
verb
pour
-
to cause to flow in a stream
- pour → gieten; uitstorten
-
to send forth as in a stream or a flood
- pour → uitstorten; uitbraken
-
to send forth from, as in a stream; to discharge uninterruptedly
- pour → uitstorten
-
to flow, pass or issue in or as a stream
-
a stream, or something like a stream; a flood
-
a flood of precipitation
- pour → stortvloed; stortbui
verb
-
een vloeistof vallend laten vloeien
-
(overgankelijk) door te gieten in een ander vat brengen
-
overgieten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pour | → pijpenstelen regenen; regenen dat het giet | ↔ pleuvoir à verse — Pleuvoir très fort |
• pour | → storten; strooien; gieten; plengen; schenken; vergieten | ↔ verser — Traductions à trier suivant le sens |