Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. its:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor its (Engels) in het Nederlands

its:

its bijvoeglijk naamwoord

  1. its (his; one's)
    zijn
    • zijn bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor its:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zijn being; existence; life; path of life
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zijn be; dwell; exist; hang out; reside
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zijn his; its; one's

Wiktionary: its

its
  1. that which belongs to it
en-pron
  1. belonging to it
its
adverb
  1. vervangt *van het

Cross Translation:
FromToVia
its zijn seineine Form des Possessivpronomens „sein, seine, sein“: drückt das Eigentum, den Besitz einer Person an einer Sache oder Person aus, beziehungsweise umgekehrt die Zugehörigkeit

Verwante vertalingen van its