Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. humour:
  2. Humour:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Humour:


Engels

Uitgebreide vertaling voor humour (Engels) in het Nederlands

humour:

humour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

  1. the humour (humor)
    de humor; de geestigheid
    • humor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geestigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the humour (mood; state of mind; temper; humor)
    het humeur; de stemming; de gemoedsstemming; de gemoedstoestand; de bui; de gemoedsgesteldheid
  3. the humour (frame of mind; mood; temper; humor)
    de stemming; de gemoedstoestand

Vertaal Matrix voor humour:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bui humor; humour; mood; state of mind; temper caprice; downpour; fancy; mood; quirk; shower; spur of the moment; whim
geestigheid humor; humour
gemoedsgesteldheid humor; humour; mood; state of mind; temper disposition; inclination; mental state; nature
gemoedsstemming humor; humour; mood; state of mind; temper
gemoedstoestand frame of mind; humor; humour; mood; state of mind; temper
humeur humor; humour; mood; state of mind; temper
humor humor; humour
stemming frame of mind; humor; humour; mood; state of mind; temper mental state; vote
- bodily fluid; body fluid; humor; liquid body substance; mood; sense of humor; sense of humour; temper; wit; witticism; wittiness
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- humor
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- humor

Synoniemen voor "humour":


Verwante definities voor "humour":

  1. the trait of appreciating (and being able to express) the humorous1
  2. the quality of being funny1
  3. the liquid parts of the body1
  4. (Middle Ages) one of the four fluids in the body whose balance was believed to determine your emotional and physical state1
  5. a message whose ingenuity or verbal skill or incongruity has the power to evoke laughter1
  6. a characteristic (habitual or relatively temporary) state of feeling1
  7. put into a good mood1

Wiktionary: humour

humour
noun
  1. mood
  2. something funny
humour
noun
  1. iets wat grappig is of het vermogen grappig te zijn

Cross Translation:
FromToVia
humour lol Spaßunzählbar: Freude; Vergnügen
humour stemming; humeur Stimmung — Gefühlszustand eines Menschen
humour lichaamsvocht; gemoedsgesteldheid; humeur; humor humeur — (vieilli) Toute substance liquide qui se trouver dans un organisme.

Humour:

Humour [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the Humour
    – One of the music genres that appears under Genre classification in Windows Media Player library. Based on ID3 standard tagging format for MP3 audio files. Winamp genre ID # 100. 2

Vertaal Matrix voor Humour:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Humour Humour

Verwante definities voor "Humour":

  1. One of the music genres that appears under Genre classification in Windows Media Player library. Based on ID3 standard tagging format for MP3 audio files. Winamp genre ID # 100.2

Verwante vertalingen van humour



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor humour (Nederlands) in het Engels

Humour:

Humour

  1. Humour
    the Humour
    – One of the music genres that appears under Genre classification in Windows Media Player library. Based on ID3 standard tagging format for MP3 audio files. Winamp genre ID # 100. 2
    • Humour [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Humour:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Humour Humour