Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- stink:
- Wiktionary:
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels
Uitgebreide vertaling voor stink (Engels) in het Nederlands
stink:
-
to stink (smell; have something fishy about it)
Conjugations for stink:
present
- stink
- stink
- stinks
- stink
- stink
- stink
simple past
- stank
- stank
- stank
- stank
- stank
- stank
present perfect
- have stunk
- have stunk
- has stunk
- have stunk
- have stunk
- have stunk
past continuous
- was stinking
- were stinking
- was stinking
- were stinking
- were stinking
- were stinking
future
- shall stink
- will stink
- will stink
- shall stink
- will stink
- will stink
continuous present
- am stinking
- are stinking
- is stinking
- are stinking
- are stinking
- are stinking
subjunctive
diverse
- stink!
- let's stink!
- stinked
- stinking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the stink (stench; nasty smell; bad odour; bad smell)
Vertaal Matrix voor stink:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kwade reuk | bad odour; bad smell; nasty smell; stench; stink | |
stank | bad odour; bad smell; nasty smell; stench; stink | |
- | fetor; foetor; malodor; malodour; mephitis; reek; stench | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
een luchtje hebben | have something fishy about it; smell; stink | |
geuren | have something fishy about it; smell; stink | show off; smell |
meuren | have something fishy about it; smell; stink | be asleep; sleep; snooze |
rieken | have something fishy about it; smell; stink | smell |
ruiken | have something fishy about it; smell; stink | smell |
stinken | have something fishy about it; smell; stink | |
walmen | have something fishy about it; smell; stink | fumigate; smoke |
- | reek |
Verwante woorden van "stink":
Synoniemen voor "stink":
Verwante definities voor "stink":
Verwante vertalingen van stink
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stink (Nederlands) in het Engels
stinken:
-
stinken (ruiken; meuren; een luchtje hebben; rieken; walmen; geuren)
to smell; to stink; to have something fishy about it-
have something fishy about it werkwoord (has something fishy about it, had something fishy about it, having something fishy about it)
Conjugations for stinken:
o.t.t.
- stink
- stinkt
- stinkt
- stinken
- stinken
- stinken
o.v.t.
- stonk
- stonk
- stonk
- stonken
- stonken
- stonken
v.t.t.
- heb gestonken
- hebt gestonken
- heeft gestonken
- hebben gestonken
- hebben gestonken
- hebben gestonken
v.v.t.
- had gestonken
- had gestonken
- had gestonken
- hadden gestonken
- hadden gestonken
- hadden gestonken
o.t.t.t.
- zal stinken
- zult stinken
- zal stinken
- zullen stinken
- zullen stinken
- zullen stinken
o.v.t.t.
- zou stinken
- zou stinken
- zou stinken
- zouden stinken
- zouden stinken
- zouden stinken
en verder
- ben gestonken
- bent gestonken
- is gestonken
- zijn gestonken
- zijn gestonken
- zijn gestonken
diversen
- stink!
- stinkt!
- gestonken
- stinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor stinken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
smell | aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; luchtje; reuk | |
stink | kwade reuk; stank | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
have something fishy about it | een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen | |
smell | een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen | een geur verspreiden; geuren; rieken; ruiken; snuffelen |
stink | een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen |