Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
parish:
-
Wiktionary:
parish → parochie, parochianen, gemeente, kerkbuurt
parish → kerspel, parochie, gemeente, kerkbuurt - Gebruikers suggesties voor parish:
parochie -
Synoniemen voor "parish":
community
jurisdiction
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor parish (Engels) in het Nederlands
parish:
Synoniemen voor "parish":
Verwante definities voor "parish":
Wiktionary: parish
parish
Cross Translation:
noun
parish
-
part of a diocese
- parish → parochie
-
members of the parish
- parish → parochianen
noun
-
gezamenlijke gelovigen
-
religie|nld een gemeenschap rond een kerk
-
gemeenschap van gelovigen in de katholieke kerk die bij één kerkgebouw hoort
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• parish | → kerspel | ↔ Kirchspiel — Kirchenrecht, veraltend|:|Deutsch geografischer Einzugsbereich einer Kirchengemeinde |
• parish | → parochie; gemeente; kerkbuurt | ↔ paroisse — division ecclésiastique où s’exercer le ministère d’un curé. |