Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- abdication:
- abdicate:
-
Wiktionary:
- abdication → abdicatie, troonsafstand
- abdication → afstand, ontslagname, ontslagneming, troonsafstand, gelatenheid, onderwerping, afstaan, cessie, concessie, toegeving
- abdicate → onterven, aftreden, abdiceren, afstand doen, weigeren, afwijzen
- abdicate → zich onderwerpen, afleggen, opgeven, prijsgeven, toegeven, afstaan, wijken, afstand doen, abdiceren, abdiqueren, aftreden, afstand doen van
Engels
Uitgebreide vertaling voor abdication (Engels) in het Nederlands
abdication:
-
the abdication
Vertaal Matrix voor abdication:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
troonsafstand | abdication | |
- | stepping down | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | renunciation; resignation |
Verwante woorden van "abdication":
Synoniemen voor "abdication":
Verwante definities voor "abdication":
Wiktionary: abdication
abdication
Cross Translation:
noun
abdication
-
the act of abdicating; the renunciation of a high office, dignity, or trust, by its holder
- abdication → abdicatie
noun
-
het aftreden als vorst
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• abdication | → afstand; ontslagname; ontslagneming; troonsafstand; gelatenheid; onderwerping; afstaan; cessie; concessie; toegeving | ↔ abdication — action de renoncer à une charge importante. — note Se dit en parlant de celui qui abdiquer et de la chose abdiquer. |
• abdication | → afstand; ontslagname; ontslagneming; troonsafstand | ↔ démission — travail|fr acte par lequel on se démettre d’une dignité, d’un emploi, etc. |
abdicate:
-
to abdicate (resign; withdraw; retrieve; resign from; retire; pull back; secede from; fetch back)
Conjugations for abdicate:
present
- abdicate
- abdicate
- abdicates
- abdicate
- abdicate
- abdicate
simple past
- abdicated
- abdicated
- abdicated
- abdicated
- abdicated
- abdicated
present perfect
- have abdicated
- have abdicated
- has abdicated
- have abdicated
- have abdicated
- have abdicated
past continuous
- was abdicating
- were abdicating
- was abdicating
- were abdicating
- were abdicating
- were abdicating
future
- shall abdicate
- will abdicate
- will abdicate
- shall abdicate
- will abdicate
- will abdicate
continuous present
- am abdicating
- are abdicating
- is abdicating
- are abdicating
- are abdicating
- are abdicating
subjunctive
- be abdicated
- be abdicated
- be abdicated
- be abdicated
- be abdicated
- be abdicated
diverse
- abdicate!
- let's abdicate!
- abdicated
- abdicating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor abdicate:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aftreden | resigning; retiring | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aftreden | abdicate; fetch back; pull back; resign; resign from; retire; retrieve; secede from; withdraw | |
terugtrekken | abdicate; fetch back; pull back; resign; resign from; retire; retrieve; secede from; withdraw | draw back; move back; pull away; pull back; recede; retire; retreat; withdraw |
uittreden | abdicate; fetch back; pull back; resign; resign from; retire; retrieve; secede from; withdraw | come to a halt; resign; retire; slow down; withdraw |
- | renounce |
Verwante woorden van "abdicate":
Synoniemen voor "abdicate":
Verwante definities voor "abdicate":
Wiktionary: abdicate
abdicate
Cross Translation:
verb
abdicate
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• abdicate | → zich onderwerpen; afleggen; opgeven; prijsgeven; toegeven; afstaan; wijken; afstand doen; abdiceren; abdiqueren; aftreden; afstand doen van | ↔ abdiquer — renoncer à un pouvoir que l’on exercer ; se démettre de ses fonctions. |