Engels

Uitgebreide vertaling voor trunk (Engels) in het Nederlands

trunk:

trunk [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

  1. the trunk (boot)
    de kofferbak; de koffer; de achterbak; de bagageruimte; de kofferruimte
  2. the trunk (shank; stick)
    phylum; de stam
    • phylum [znw.] zelfstandig naamwoord
    • stam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the trunk (torso; body)
    de romp
    • romp [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the trunk (coffer; containers; reservoirs)
    de achterbakken; de laadbakken

Vertaal Matrix voor trunk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterbak boot; trunk
achterbakken coffer; containers; reservoirs; trunk boots
bagageruimte boot; trunk
koffer boot; trunk
kofferbak boot; trunk
kofferruimte boot; trunk
laadbakken coffer; containers; reservoirs; trunk containers
phylum shank; stick; trunk
romp body; torso; trunk
stam shank; stick; trunk race; radical; stem; tribe
- automobile trunk; body; bole; luggage compartment; proboscis; torso; tree trunk

Verwante woorden van "trunk":


Synoniemen voor "trunk":


Verwante definities voor "trunk":

  1. a long flexible snout as of an elephant1
  2. compartment in an automobile that carries luggage or shopping or tools1
    • he put his golf bag in the trunk1
  3. luggage consisting of a large strong case used when traveling or for storage1
  4. the body excluding the head and neck and limbs1
  5. the main stem of a tree; usually covered with bark; the bole is usually the part that is commercially useful for lumber1

Wiktionary: trunk

trunk
noun
  1. tree trunk
  2. large suitcase or chest
  3. extended nasal organ of an elephant
  4. luggage storage compartment of a sedan/saloon style car
trunk
noun
  1. het gedeelte van een auto waar de bagage in geplaatst wordt
  2. verlengde snuit van een olifant en van andere dieren
  3. biologie|nld een stengel, de dikke houtige stam van een plant
  4. biologie|nld een boomstam, het deel van de boom tussen de wortels en de kruin

Cross Translation:
FromToVia
trunk koffer; bak; kist; schrijn coffremeuble en forme de caisse, en bois ou en métal, propre à enfermer diverses choses.
trunk romp; tors; torso torse — Tronc, corps sans tête et sans membres.
trunk slurf; snuit; olifantssnuit; tromp trompe — Trompe d’animal
trunk boomstam tronc — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van trunk