Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. satchel:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor satchel (Engels) in het Nederlands

satchel:

satchel [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the satchel (baggy; bag; pouch)
    – luggage consisting of a small case with a flat bottom and (usually) a shoulder strap 1
    de zak; het tasje; de tas
    • zak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tasje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the satchel (schoolbag)
    – luggage consisting of a small case with a flat bottom and (usually) a shoulder strap 1
    de boekentas; de schooltas

Vertaal Matrix voor satchel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boekentas satchel; schoolbag book bag; book sack
schooltas satchel; schoolbag
tas bag; baggy; pouch; satchel briefcase; document case
tasje bag; baggy; pouch; satchel handbag; ladies bag; purse
zak bag; baggy; pouch; satchel nasty person; not a nice person; pocket; scrotum; slit pocket

Verwante woorden van "satchel":


Synoniemen voor "satchel":


Verwante definities voor "satchel":

  1. luggage consisting of a small case with a flat bottom and (usually) a shoulder strap1

Wiktionary: satchel

satchel
noun
  1. bag or case with one or two shoulder straps