Engels

Uitgebreide vertaling voor renovation (Engels) in het Nederlands

renovation:

renovation [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the renovation
    de renovatie

Vertaal Matrix voor renovation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
renovatie renovation
- overhaul; redevelopment; refurbishment; restoration
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- repair; restoration

Verwante woorden van "renovation":


Synoniemen voor "renovation":


Verwante definities voor "renovation":

  1. the act of improving by renewing and restoring1
    • they are pursuing a general program of renovation to the entire property1
  2. the state of being restored to its former good condition1
    • the inn was a renovation of a Colonial house1

Wiktionary: renovation

renovation
noun
  1. act or process of renovating
renovation
noun
  1. bouwkunde|nld het opnieuw bewoonbaar maken van een huis of wijk door een grote verbouwing

Cross Translation:
FromToVia
renovation vernieuwing; reveil; hernieuwing; renovatie renouvèlementaction de renouveler ou de se renouveler, résultat de cette action.
renovation hernieuwing rénovationrenouvellement, régénération physique ou morale.

renovation vorm van renovate:

to renovate werkwoord (renovates, renovated, renovating)

  1. to renovate (renew; resume; fix up)
    opknappen; renoveren; in goede staat brengen
  2. to renovate (restore)
    restaureren
    • restaureren werkwoord (restaureer, restaureert, restaureerde, restaureerden, gerestaureerd)
  3. to renovate (renew; redevelop; interchange; )
    hernieuwen; renoveren; herstellen; vernieuwen; verbeteren
    • hernieuwen werkwoord (hernieuw, hernieuwt, hernieuwde, hernieuwden, hernieuwd)
    • renoveren werkwoord (renoveer, renoveert, renoveerde, renoveerden, gerenoveerd)
    • herstellen werkwoord (herstel, herstelt, herstelde, herstelden, hersteld)
    • vernieuwen werkwoord (vernieuw, vernieuwt, vernieuwde, vernieuwden, vernieuwd)
    • verbeteren werkwoord (verbeter, verbetert, verbeterde, verbeterden, verbeterd)
  4. to renovate (redevelop)
    renoveren; opknappen
    • renoveren werkwoord (renoveer, renoveert, renoveerde, renoveerden, gerenoveerd)
    • opknappen werkwoord (knap op, knapt op, knapte op, knapten op, opgeknapt)
  5. to renovate (redevelop)
    wederopbouwen
    • wederopbouwen werkwoord (bouw weder op, bouwt weder op, bouwde weder op, bouwden weder op, weder opgebouwd)

Conjugations for renovate:

present
  1. renovate
  2. renovate
  3. renovates
  4. renovate
  5. renovate
  6. renovate
simple past
  1. renovated
  2. renovated
  3. renovated
  4. renovated
  5. renovated
  6. renovated
present perfect
  1. have renovated
  2. have renovated
  3. has renovated
  4. have renovated
  5. have renovated
  6. have renovated
past continuous
  1. was renovating
  2. were renovating
  3. was renovating
  4. were renovating
  5. were renovating
  6. were renovating
future
  1. shall renovate
  2. will renovate
  3. will renovate
  4. shall renovate
  5. will renovate
  6. will renovate
continuous present
  1. am renovating
  2. are renovating
  3. is renovating
  4. are renovating
  5. are renovating
  6. are renovating
subjunctive
  1. be renovated
  2. be renovated
  3. be renovated
  4. be renovated
  5. be renovated
  6. be renovated
diverse
  1. renovate!
  2. let's renovate!
  3. renovated
  4. renovating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor renovate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verbeteren make things better
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hernieuwen exchange; interchange; redevelop; renew; renovate; resume; swap; trade change; do over again; put new life into; refresh; renew; revitalise; revitalize
herstellen exchange; interchange; redevelop; renew; renovate; resume; swap; trade better; correct; fix; get better; improve; make better; mend; recover; redeem; redress; renew; repair; restore
in goede staat brengen fix up; renew; renovate; resume
opknappen fix up; redevelop; renew; renovate; resume boost; brighten; cheer up; jack up v; patch up; pep up; refurbish; spruce up
renoveren exchange; fix up; interchange; redevelop; renew; renovate; resume; swap; trade better; correct; get better; improve; make better; renew
restaureren renovate; restore
verbeteren exchange; interchange; redevelop; renew; renovate; resume; swap; trade better; correct; get better; improve; make better; make progress; progress; put straight; rectify; renew; set right
vernieuwen exchange; interchange; redevelop; renew; renovate; resume; swap; trade interchange; reappoint; refresh; repair; replace; substitute; swap
wederopbouwen redevelop; renovate
- animate; freshen up; quicken; reanimate; recreate; refurbish; repair; restitute; revive; revivify; vivify
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
herstellen restore

Verwante woorden van "renovate":


Synoniemen voor "renovate":


Verwante definities voor "renovate":

  1. give new life or energy to1
    • This will renovate my spirits1
  2. make brighter and prettier1
    • My wife wants us to renovate1
  3. restore to a previous or better condition1
    • They renovated the ceiling of the Sistine Chapel1

Wiktionary: renovate

renovate
verb
  1. to renew; to revamp
renovate
verb
  1. renoveren
  2. opknappen, repareren, vernieuwen

Cross Translation:
FromToVia
renovate uitgeleide doen; uitlaten; renoveren; vernieuwen; terugvoeren; doorgaan; verder gaan met; vervolgen; voortgaan; voortzetten reconduireTraductions à trier suivant le sens.
renovate herstellen; maken; repareren; verhelpen; verstellen; restaureren; weer op de troon brengen; overdoen; overmaken refaire — Réparer, raccommoder, rajuster une chose ruinée ou abîmée. (Sens général)
renovate vernieuwen; renoveren rénoverrenouveler, remettre en vigueur.