Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. prat:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. prat:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor prat (Engels) in het Nederlands

prat:


Synoniemen voor "prat":


Wiktionary: prat

prat
noun
  1. iemand die onverstandig denkt en/of handelt



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor prat (Nederlands) in het Engels

prat:

prat bijvoeglijk naamwoord

  1. prat (trots; groots; glorieus; fier; flink)
    proud; glorious; vigorous; lofty; haughty

Vertaal Matrix voor prat:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glorious fier; flink; glorieus; groots; prat; trots aanzienlijk; betoverend; briljant; eervol; fenomenaal; geniaal; glansrijk; glorierijk; heerlijk; heilig; hemels; luisterrijk; lumineus; lustrijk; magnifiek; mieters; prachtig; riant; roemrijk; roemrucht; roemvol; royaal; schitterend; tot de hemel behorend; verheerlijkt; verrukkelijk; vorstelijk; zalig
haughty fier; flink; glorieus; groots; prat; trots aanmatigend; arrogant; geringschattend; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
lofty fier; flink; glorieus; groots; prat; trots aanzienlijk; deftig; edel; fier; hemelhoog; hoog geplaatst; hoogstaand; indrukwekkend; majestueus; mijlenhoog; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; verheven; vorstelijk
proud fier; flink; glorieus; groots; prat; trots arrogant; geringschattend; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte; verwaand
vigorous fier; flink; glorieus; groots; prat; trots doortastend; drastisch; energiek; ferm; flink; fysiek sterk; geanimeerd; krachtdadig; krachtig; levendig; levenskrachtig; sterk; stevig; vief; vitaal; vol fut

Wiktionary: prat


Cross Translation:
FromToVia
prat haughty; proud; lordly altier — Qui est d’une fierté impérieux.
prat proud fier — Qui éprouve une satisfaction d’amour-propre souvent fondée.