Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: assurance

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: assurance

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

assurance:
- verzekering; assurantie
Wiktionary:
- assurance → verzekering
Gebruikers suggesties voor assurance:
- borging

Engels

Uitgebreide vertaling voor assurance (Engels) in het Nederlands

assurance:

assurance [the ~] zelfstandig naamwoord

the assurance (insurance)
de verzekering; de assurantie
- verzekering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- assurantie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor assurance:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
assurantie	assurance; insurance
verzekering	assurance; insurance	insurance
-	authority; confidence; pledge; self-assurance; self-confidence; sureness
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	confidence

Verwante woorden van "assurance":

reassurance, assurances

Synoniemen voor "assurance":

self-assurance; confidence; self-confidence; authority; sureness; certainty
pledge; commitment; dedication
statement
insurance

Verwante definities voor "assurance":

freedom from doubt; belief in yourself and your abilities¹
- his assurance in his superiority did not make him popular¹
a statement intended to inspire confidence¹
- the President's assurances were not respected¹
a binding commitment to do or give or refrain from something¹
- an assurance of help when needed¹
a British term for some kinds of insurance¹

Wiktionary: assurance

assurance

noun

de mededeling dat iets een feit is
- verzekering → assurance; affirmation

Verwante vertalingen van assurance

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University