Engels

Uitgebreide vertaling voor lethargy (Engels) in het Nederlands

lethargy:

lethargy [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lethargy
    de lethargie
  2. the lethargy
    de slaapzucht
  3. the lethargy
    slaapzuchten
  4. the lethargy (lack of energy; languor)
    de futloosheid; de loomheid; de slapheid; de matheid
    • futloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • loomheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • slapheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • matheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. the lethargy (slowness; inertia; laziness; )
    de inertie; de traagheid; de indolentie; de sloomheid; de logheid; de luiheid; langzaamheid; de lamlendigheid; de slapte

Vertaal Matrix voor lethargy:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
futloosheid lack of energy; languor; lethargy
indolentie indolence; inertia; inertness; laziness; lethargy; listlessness; ponderousness; sloth; slowness; sluggishness; tardiness; unwieldiness indiference; indolence
inertie indolence; inertia; inertness; laziness; lethargy; listlessness; ponderousness; sloth; slowness; sluggishness; tardiness; unwieldiness dullness; inertia; will-lessness
lamlendigheid indolence; inertia; inertness; laziness; lethargy; listlessness; ponderousness; sloth; slowness; sluggishness; tardiness; unwieldiness
langzaamheid indolence; inertia; inertness; laziness; lethargy; listlessness; ponderousness; sloth; slowness; sluggishness; tardiness; unwieldiness
lethargie lethargy dullness; inertia; will-lessness
logheid indolence; inertia; inertness; laziness; lethargy; listlessness; ponderousness; sloth; slowness; sluggishness; tardiness; unwieldiness
loomheid lack of energy; languor; lethargy
luiheid indolence; inertia; inertness; laziness; lethargy; listlessness; ponderousness; sloth; slowness; sluggishness; tardiness; unwieldiness
matheid lack of energy; languor; lethargy opacity
slaapzucht lethargy
slaapzuchten lethargy
slapheid lack of energy; languor; lethargy dejection; depression; feebleness; frailty; malaise; recession; slackness; slump; trivial; weakness
slapte indolence; inertia; inertness; laziness; lethargy; listlessness; ponderousness; sloth; slowness; sluggishness; tardiness; unwieldiness dejection; depression; feebleness; frailty; malaise; recession; slackness; slump; trivial; weakness
sloomheid indolence; inertia; inertness; laziness; lethargy; listlessness; ponderousness; sloth; slowness; sluggishness; tardiness; unwieldiness
traagheid indolence; inertia; inertness; laziness; lethargy; listlessness; ponderousness; sloth; slowness; sluggishness; tardiness; unwieldiness
- flatness; inanition; languor; lassitude; phlegm; slackness; sluggishness

Synoniemen voor "lethargy":


Verwante definities voor "lethargy":

  1. inactivity; showing an unusual lack of energy1
  2. weakness characterized by a lack of vitality or energy1
  3. a state of comatose torpor (as found in sleeping sickness)1

Wiktionary: lethargy

lethargy
noun
  1. een toestand van geestelijke ongevoeligheid
  2. (medisch, nld) een ziekelijke slaapzucht