Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: continuously

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: continuously

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. continuously:
  2. continuous:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor continuously (Engels) in het Nederlands

continuously:

continuously bijwoord

  1. continuously (always; continuous; constantly; )
    altijd; continu; immer; steeds; voortdurend; onophoudelijk; permanent; doorlopend; constant

Vertaal Matrix voor continuously:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
permanent curls; curly hair; perm; permanent; permanent wave
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
constant always; constantly; continuous; continuously; ever; permanent; unceasing; unremitting; without interruption constant; continual; continuous; everlasting; lasting; non stop; permanent; perpetual; persistent; repeated; stable; steady; unceasing; unending; uninterrupted; unremitting
continu always; constantly; continuous; continuously; ever; permanent; unceasing; unremitting; without interruption continuous; unceasing; uninterrupted
doorlopend always; constantly; continuous; continuously; ever; permanent; unceasing; unremitting; without interruption constant; continual; continuous; everlasting; lasting; non stop; permanent; perpetual; persistent; running; trough; unceasing; unending; uninterrupted; unremitting
onophoudelijk always; constantly; continuous; continuously; ever; permanent; unceasing; unremitting; without interruption all along; all the time; connected; constant; continual; continuous; everlasting; laced; lasting; non stop; permanent; persistent; repeated; restless; unbroken; unceasing; undisturbed; uninterrupted; unremitting; untiring
permanent always; constantly; continuous; continuously; ever; permanent; unceasing; unremitting; without interruption definite; definitely; established; final; forever; once and for all; permanently
steeds always; constantly; continuous; continuously; ever; permanent; unceasing; unremitting; without interruption all along; all the time; connected; constant; continual; continuous; everlasting; laced; lasting; permanent; persistent; repeated; restless; unbroken; unceasing; undisturbed; uninterrupted; unremitting; untiring
voortdurend always; constantly; continuous; continuously; ever; permanent; unceasing; unremitting; without interruption all along; all the time; connected; constant; continual; continuous; everlasting; laced; lasting; non stop; permanent; persevering; persistent; repeated; restless; unbroken; unceasing; undisturbed; uninterrupted; unremitting; untiring
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
altijd always; constantly; continuous; continuously; ever; permanent; unceasing; unremitting; without interruption always; at all times; at any time; ever; for ever; invariable
immer always; constantly; continuous; continuously; ever; permanent; unceasing; unremitting; without interruption always; at all times; at any time; ever; evermore; for ever
- ceaselessly; endlessly; incessantly; unceasingly; unendingly

Verwante woorden van "continuously":


Synoniemen voor "continuously":

  • endlessly; ceaselessly; incessantly; unceasingly; unendingly

Verwante definities voor "continuously":

  1. at every point1
    • The function is continuously differentiable1
  2. with unflagging resolve1

Wiktionary: continuously

continuously
adverb
  1. without pause
Cross Translation:
FromToVia
• continuously → aldoor; bij voortduring; permanent; voortdurend ↔ continuellement — Sans interruption, de manière continue.

continuously vorm van continuous:

continuous bijvoeglijk naamwoord

  1. continuous (constant; all the time; continual; )
    voortdurend; ononderbroken; continue; de hele tijd; onophoudelijk; steeds; almaar; gedurig; telkens; aldoor
  2. continuous (constant; persistent; uninterrupted; )
    voortdurend; constant; ononderbroken; onophoudelijk; onafgebroken; aanhoudend; onafgelaten
  3. continuous (always; continuously; constantly; )
    altijd; continu; immer; steeds; voortdurend; onophoudelijk; permanent; doorlopend; constant
  4. continuous (unceasing; uninterrupted)
    ononderbroken; voortdurend; continu; continue; onophoudelijk; doorlopend; aaneengesloten; aanhoudend; onafgebroken
  5. continuous (trough; running; non stop)
    doorlopend; doorgaand
  6. continuous (everlasting; perpetual; unremitting; )
    eeuwig; constant; doorlopend; continue; altijddurend
  7. continuous (lasting; constant; continual)
    voortdurend; de hele tijd

Vertaal Matrix voor continuous:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
permanent curls; curly hair; perm; permanent; permanent wave
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aaneengesloten continuous; unceasing; uninterrupted associated; banded; connected together; interconnected; interdependent; joint; unifying
aanhoudend constant; continuous; non stop; persistent; repeated; unceasing; uninterrupted; unremitting persevering; persistent
altijddurend constant; continual; continuous; everlasting; lasting; permanent; perpetual; persistent; unceasing; unending; unremitting endless; everlasting; perpetual
constant always; constant; constantly; continual; continuous; continuously; ever; everlasting; lasting; non stop; permanent; perpetual; persistent; repeated; unceasing; unending; uninterrupted; unremitting; without interruption constant; continual; stable; steady
continu always; constantly; continuous; continuously; ever; permanent; unceasing; uninterrupted; unremitting; without interruption
doorgaand continuous; non stop; running; trough
doorlopend always; constant; constantly; continual; continuous; continuously; ever; everlasting; lasting; non stop; permanent; perpetual; persistent; running; trough; unceasing; unending; uninterrupted; unremitting; without interruption
eeuwig constant; continual; continuous; everlasting; lasting; permanent; perpetual; persistent; unceasing; unending; unremitting always; at all times; at any time; endless; eternal; ever; everlasting; for ever; for life; imperishable; lifelasting; lifelong; perpetual; undying
gedurig all along; all the time; connected; constant; continual; continuous; everlasting; laced; lasting; permanent; persistent; repeated; restless; unbroken; unceasing; undisturbed; uninterrupted; unremitting; untiring
onafgebroken constant; continuous; non stop; persistent; repeated; unceasing; uninterrupted; unremitting
ononderbroken all along; all the time; connected; constant; continual; continuous; everlasting; laced; lasting; non stop; permanent; persistent; repeated; restless; unbroken; unceasing; undisturbed; uninterrupted; unremitting; untiring
onophoudelijk all along; all the time; always; connected; constant; constantly; continual; continuous; continuously; ever; everlasting; laced; lasting; non stop; permanent; persistent; repeated; restless; unbroken; unceasing; undisturbed; uninterrupted; unremitting; untiring; without interruption
permanent always; constantly; continuous; continuously; ever; permanent; unceasing; unremitting; without interruption definite; definitely; established; final; forever; once and for all; permanently
steeds all along; all the time; always; connected; constant; constantly; continual; continuous; continuously; ever; everlasting; laced; lasting; permanent; persistent; repeated; restless; unbroken; unceasing; undisturbed; uninterrupted; unremitting; untiring; without interruption
voortdurend all along; all the time; always; connected; constant; constantly; continual; continuous; continuously; ever; everlasting; laced; lasting; non stop; permanent; persistent; repeated; restless; unbroken; unceasing; undisturbed; uninterrupted; unremitting; untiring; without interruption persevering; persistent
- uninterrupted
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aldoor all along; all the time; connected; constant; continual; continuous; everlasting; laced; lasting; permanent; persistent; repeated; restless; unbroken; unceasing; undisturbed; uninterrupted; unremitting; untiring
almaar all along; all the time; connected; constant; continual; continuous; everlasting; laced; lasting; permanent; persistent; repeated; restless; unbroken; unceasing; undisturbed; uninterrupted; unremitting; untiring
altijd always; constantly; continuous; continuously; ever; permanent; unceasing; unremitting; without interruption always; at all times; at any time; ever; for ever; invariable
immer always; constantly; continuous; continuously; ever; permanent; unceasing; unremitting; without interruption always; at all times; at any time; ever; evermore; for ever
telkens all along; all the time; connected; constant; continual; continuous; everlasting; laced; lasting; permanent; persistent; repeated; restless; unbroken; unceasing; undisturbed; uninterrupted; unremitting; untiring each time; every time; repeatedly; time and time again
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
continue all along; all the time; connected; constant; continual; continuous; everlasting; laced; lasting; permanent; perpetual; persistent; repeated; restless; unbroken; unceasing; undisturbed; unending; uninterrupted; unremitting; untiring
de hele tijd all along; all the time; connected; constant; continual; continuous; everlasting; laced; lasting; permanent; persistent; repeated; restless; unbroken; unceasing; undisturbed; uninterrupted; unremitting; untiring
onafgelaten constant; continuous; non stop; persistent; repeated; uninterrupted; unremitting

Verwante woorden van "continuous":


Synoniemen voor "continuous":


Antoniemen van "continuous":

  • discontinuous

Verwante definities voor "continuous":

  1. continuing in time or space without interruption1
    • a continuous rearrangement of electrons in the solar atoms results in the emission of light1
    • a continuous bout of illness lasting six months1
    • lived in continuous fear1
    • a continuous row of warehouses1
    • a continuous line has no gaps or breaks in it1
  2. of a function or curve; extending without break or irregularity1

Wiktionary: continuous

continuous
adjective
  1. in mathematical analysis
  2. without break, cessation, or interruption in space
  3. without break, cessation, or interruption in time
continuous
adjective
  1. zonder ophouden.
  2. voortdurend, zonder onderbreking
Cross Translation:
FromToVia
• continuous → continu; gestaag ↔ kontinuierlich — stetig, über einen langen Zeitraum fortlaufend
• continuous → continu; gestaag ↔ stetig — kontinuierlich, zusammenhängend, ohne Unterbrechung
• continuous → continu ↔ stetig — Mathematik (v. a.: Analysis, Topologie): Eine Funktion rsp. deren Graf ist stetig, wenn verschwindend (infinitesimal) kleine Änderungen des Argumentes (der Argumente) nur zu verschwindend kleinen Änderungen des Funktionswertes führen. (keine "Sprünge" im Graphen)
• continuous → aanhoudend; continu; onafgebroken; voortdurend ↔ continuel — Qui ne cesser pas ou cesse rarement.
• continuous → permanent; altijddurend; eeuwig; voortdurend; doorlopend; onafgebroken; ononderbroken; blijvend; gedurig; vast ↔ permanent — Qui est stable, immuable, qui dure sans changer, qui dure constamment.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0722 seconde
Page rendered in 1.0 seconds