Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
silliness:
- plaisir; joie; belle humeur; plaisanterie; folie; stupidité; blague; rigolade; cocasserie; bordel; raillerie; gaieté; sottise; bouffonnerie; satisfaction; farce; bêtise; allégresse; réjouissance; badinage; cris d'allégresse; simplicité; ignorance; innocence; candeur; niaiserie; naïveté; ingénuité; fait d'être bonasse
- silly:
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor silliness (Engels) in het Frans
silliness:
-
the silliness (fun; joyfulness; high jinks; lunacy; joy; merriment; pleasure; hilarity; folly; madness; mirth; nonsense; joking)
le plaisir; la joie; la belle humeur; la plaisanterie; la folie; la stupidité; la blague; la rigolade; la cocasserie; le bordel; la raillerie; la gaieté; la sottise; la bouffonnerie; la satisfaction; la farce; la bêtise; l'allégresse; la réjouissance; le badinage; le cris d'allégresse -
the silliness (foolishness; naïvete; inanity)
la simplicité; l'ignorance; l'innocence; la candeur; la niaiserie; la naïveté; l'ingénuité; le fait d'être bonasse -
the silliness (folly; nonsense; banter; idiocy)
la folie; la raillerie; la bêtise; la plaisanterie; la sottise; le badinage; la bouffonnerie; la cocasserie
Vertaal Matrix voor silliness:
Verwante woorden van "silliness":
Synoniemen voor "silliness":
Verwante definities voor "silliness":
silly:
-
silly (daft; crazy; insane; ridiculous; stupid; foolish; mad; odd; idiotic; funny)
fou; farfelu; idiot; imbécile; bête; dérangé; frénétique; loufoque; dingue; toqué; perturbé; sot; stupide; délirant; idiotement; débile; dément; effréné; cinglé; follement; troublé; absurde; sottement; d'une manière imbécile-
fou bijvoeglijk naamwoord
-
farfelu bijvoeglijk naamwoord
-
idiot bijvoeglijk naamwoord
-
imbécile bijvoeglijk naamwoord
-
bête bijvoeglijk naamwoord
-
dérangé bijvoeglijk naamwoord
-
frénétique bijvoeglijk naamwoord
-
loufoque bijvoeglijk naamwoord
-
dingue bijvoeglijk naamwoord
-
toqué bijvoeglijk naamwoord
-
perturbé bijvoeglijk naamwoord
-
sot bijvoeglijk naamwoord
-
stupide bijvoeglijk naamwoord
-
délirant bijvoeglijk naamwoord
-
idiotement bijvoeglijk naamwoord
-
débile bijvoeglijk naamwoord
-
dément bijvoeglijk naamwoord
-
effréné bijvoeglijk naamwoord
-
cinglé bijvoeglijk naamwoord
-
follement bijvoeglijk naamwoord
-
troublé bijvoeglijk naamwoord
-
absurde bijvoeglijk naamwoord
-
sottement bijvoeglijk naamwoord
-
d'une manière imbécile bijvoeglijk naamwoord
-
-
silly (foolish; idiot; daft; potty)
fou; sot; idiot; idiotement; imbécile-
fou bijvoeglijk naamwoord
-
sot bijvoeglijk naamwoord
-
idiot bijvoeglijk naamwoord
-
idiotement bijvoeglijk naamwoord
-
imbécile bijvoeglijk naamwoord
-
-
silly (weird; ridiculous; muzzy; foolish; odd; insane; mixed up; daft; crazy; funny; idiotic; stupid; mad)
idiotement; folle; fou; dingue; toqué; bête; stupide; délirant; frénétique; sottement; absurde; sot; brumeux; idiot-
idiotement bijvoeglijk naamwoord
-
folle bijvoeglijk naamwoord
-
fou bijvoeglijk naamwoord
-
dingue bijvoeglijk naamwoord
-
toqué bijvoeglijk naamwoord
-
bête bijvoeglijk naamwoord
-
stupide bijvoeglijk naamwoord
-
délirant bijvoeglijk naamwoord
-
frénétique bijvoeglijk naamwoord
-
sottement bijvoeglijk naamwoord
-
absurde bijvoeglijk naamwoord
-
sot bijvoeglijk naamwoord
-
brumeux bijvoeglijk naamwoord
-
idiot bijvoeglijk naamwoord
-
-
silly (loony; potty; crazy; foolish; stark raving mad; stark staring mad; stupid; nuts; stark mad)
folle; imbécile; fou; dingue; dérangé; frénétique; absurde; perturbé; stupide; effréné; bête; sottement; idiotement; sot; farfelu; débile; dément; idiot; cinglé; délirant; follement; troublé; loufoque; toqué; d'une manière imbécile-
folle bijvoeglijk naamwoord
-
imbécile bijvoeglijk naamwoord
-
fou bijvoeglijk naamwoord
-
dingue bijvoeglijk naamwoord
-
dérangé bijvoeglijk naamwoord
-
frénétique bijvoeglijk naamwoord
-
absurde bijvoeglijk naamwoord
-
perturbé bijvoeglijk naamwoord
-
stupide bijvoeglijk naamwoord
-
effréné bijvoeglijk naamwoord
-
bête bijvoeglijk naamwoord
-
sottement bijvoeglijk naamwoord
-
idiotement bijvoeglijk naamwoord
-
sot bijvoeglijk naamwoord
-
farfelu bijvoeglijk naamwoord
-
débile bijvoeglijk naamwoord
-
dément bijvoeglijk naamwoord
-
idiot bijvoeglijk naamwoord
-
cinglé bijvoeglijk naamwoord
-
délirant bijvoeglijk naamwoord
-
follement bijvoeglijk naamwoord
-
troublé bijvoeglijk naamwoord
-
loufoque bijvoeglijk naamwoord
-
toqué bijvoeglijk naamwoord
-
d'une manière imbécile bijvoeglijk naamwoord
-
-
silly (without style; feeble; tasteless; dull; corny; bland; vapid)
fade; sans goût; sans style; insipide; de mauvais goût-
fade bijvoeglijk naamwoord
-
sans goût bijvoeglijk naamwoord
-
sans style bijvoeglijk naamwoord
-
insipide bijvoeglijk naamwoord
-
de mauvais goût bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor silly:
Verwante woorden van "silly":
Synoniemen voor "silly":
Verwante definities voor "silly":
Wiktionary: silly
silly
Cross Translation:
adjective
silly
-
foolish, showing a lack of good sense and wisdom
-
irresponsible, showing irresponsible behaviors
-
playful, giggly
-
semiconscious
- silly → abruti
-
pejorative: simple, not intelligent, unrefined
- silly → idiot de; imbécile de
adjective
-
ignare, ignorant.
-
péjoratif|fr Usage du qualificatif idiot, en apposition au substantif qu’il détermine.
-
Qui est digne de risée ou de moquerie.
-
Qui frapper de stupeur.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• silly | → sot | ↔ mal — blijk gevend van gebrek aan gezond verstand |
• silly | → idiot; fou | ↔ dwaas — onverstandig, gek |
• silly | → ridicule | ↔ affig — töricht in der Handlungsweise oder lächerlich im Erscheinungsbild |
• silly | → bêta | ↔ albern — in unpassender und dummer Art lustig |
• silly | → bête | ↔ blöd — dumm, einfältig, umgangssprachlich, norddeutsch: doof |