Home ->Woordenboeken ->Engels/Frans ->Vertaal winners

Vertaal winners van Engels naar Frans

Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. winners:
  2. winner:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor winners (Engels) in het Frans

winners:

winners [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the winners (victors)
    le vainqueur; le gagnant

Vertaal Matrix voor winners:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gagnant victors; winners conqueror; victor; winner
vainqueur victors; winners conqueror; triumphator; victor; winner

Verwante woorden van "winners":


winners vorm van winner:

winner [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the winner (victor)
    le gagnant; le vainqueur; la gagnante
  2. the winner (hit; smasher; smash hit; smash)
    le succè; le tube
    • succè [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tube [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. the winner (triumphator; conqueror; victor)
    le vainqueur; le triomphateur
  4. the winner (goal; hit)
    le but; le goal
    • but [le ~] zelfstandig naamwoord
    • goal [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. the winner (hit; sure card)
    le tube; le best-seller
    • tube [le ~] zelfstandig naamwoord
    • best-seller [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor winner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
best-seller hit; sure card; winner
but goal; hit; winner aim; aiming at; aiming for; dedication; design; devotion; effort; exertion; final destination; goal; goal post; idea; intent; intention; mark; meaning; object; objective; purport; scheme; sense; stature; strive for; target; tendency; tenor; ultimate goal
gagnant victor; winner conqueror; victors; winners
gagnante victor; winner conqueror
goal goal; hit; winner
succè hit; smash; smash hit; smasher; winner
triomphateur conqueror; triumphator; victor; winner
tube hit; smash; smash hit; smasher; sure card; winner bestseller; bottle; box-office success; chart topper; cracker; flask; hit; small tube; tube
vainqueur conqueror; triumphator; victor; winner conqueror; victors; winners
- achiever; succeeder; success; victor

Verwante woorden van "winner":


Synoniemen voor "winner":


Antoniemen van "winner":


Verwante definities voor "winner":

  1. a person with a record of successes1
    • only winners need apply1
  2. a gambler who wins a bet1
  3. the contestant who wins the contest1

Wiktionary: winner

winner
noun
  1. one who has won or often wins
winner
noun
  1. menu|fr Chaque partie mobile d’une porte, ou d'une fenêtre, qui s’ouvre en deux dont les charnières forment un axe vertical. Appelé aussi ouvrant, il se referme sur le dormant qui est la partie fixe.
  2. Celui, celle qui gagne au jeu, à la loterie.
  3. Suisse|fr Québec|fr Femme qui gagner, qui remporte la victoire.
Cross Translation:
FromToVia
• winner → gagnant ↔ Gewinner — Person oder Institution, welche einen Preis in Form von Geld oder anderen Wertgegenstand aus einer Lotterie oder einem anderen Spiel erhält
• winner → gagnant ↔ Gewinner — Person oder Institution, welche einen Wettkampf oder Wettstreit als Beste bestanden hat
• winner → vainqueur ↔ Sieger — jemand, der einen Sieg erringt; jemand, der einen Kampf oder Wettkampf gewinnt oder gewonnen hat
• winner → vainqueur ↔ Siegerin — weibliche Person, die einen Sieg erringt; weibliche Person, die einen Kampf oder Wettkampf gewinnt oder gewonnen hat







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0257 seconde
Page rendered in 1.0 seconds