Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. victors:
  2. victor:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor victors (Engels) in het Frans

victors:

victors [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the victors (winners)
    le vainqueur; le gagnant
  2. the victors
    le vainqueurs

Vertaal Matrix voor victors:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gagnant victors; winners conqueror; victor; winner
vainqueur victors; winners conqueror; triumphator; victor; winner
vainqueurs victors

Verwante woorden van "victors":


victor:

victor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the victor (winner)
    le gagnant; le vainqueur; la gagnante
  2. the victor (triumphator; conqueror; winner)
    le vainqueur; le triomphateur

Vertaal Matrix voor victor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gagnant victor; winner conqueror; victors; winners
gagnante victor; winner conqueror
triomphateur conqueror; triumphator; victor; winner
vainqueur conqueror; triumphator; victor; winner conqueror; victors; winners
- master; superior; winner
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- conqueror

Verwante woorden van "victor":


Synoniemen voor "victor":


Antoniemen van "victor":


Verwante definities voor "victor":

  1. a combatant who is able to defeat rivals1
  2. the contestant who wins the contest1

Wiktionary: victor


Cross Translation:
FromToVia
victor vainqueur Sieger — jemand, der einen Sieg erringt; jemand, der einen Kampf oder Wettkampf gewinnt oder gewonnen hat
victor vainqueur Siegerin — weibliche Person, die einen Sieg erringt; weibliche Person, die einen Kampf oder Wettkampf gewinnt oder gewonnen hat