Home ->Woordenboeken ->Engels/Frans ->Vertaal two

Vertaal two van Engels naar Frans

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

two:
- deux
- paire; couple; deux; deux personnes
- tous deux; accouplé
Wiktionary:
- two → deux
- two → deux
- two → deux, les deux, deux heures
- two → en toucher

Engels

Uitgebreide vertaling voor two (Engels) in het Frans

two:

two

two
deux
- deux

two [the ~] zelfstandig naamwoord

the two (pair; twosome; tandem)
la paire; le couple; le deux
- paire [la ~] zelfstandig naamwoord
- couple [le ~] zelfstandig naamwoord
- deux [le ~] zelfstandig naamwoord
the two (two people; pair)
le couple; la paire; la deux personnes
- couple [le ~] zelfstandig naamwoord
- paire [la ~] zelfstandig naamwoord
- deux personnes [la ~] zelfstandig naamwoord

two bijvoeglijk naamwoord

two (the two of)
tous deux; accouplé
- tous deux bijvoeglijk naamwoord
- accouplé bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor two:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
couple	pair; tandem; two; two people; twosome	couple; couple for live; match pair; pair; set; team; the two
deux	pair; tandem; two; twosome	couple; pair; the two
deux personnes	pair; two; two people
paire	pair; tandem; two; two people; twosome	couple; couple for live; match pair; pair; set; team; the two
-	2; II; deuce
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	2; ii
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
deux	two
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accouplé	the two of; two	in pairs; in twos; two by two
tous deux	the two of; two

Verwante woorden van "two":

twos

Synoniemen voor "two":

2; ii; cardinal
2; II; deuce; digit; figure

Verwante definities voor "two":

being one more than one¹
- he received two messages¹
one of the four playing cards in a deck that have two spots¹
the cardinal number that is the sum of one and one or a numeral representing this number¹

Wiktionary: two

two

numeral

one plus one
- two → deux

noun

digit or figure
- two → deux

two

-
- deux → two

noun

chiffre qui marquer deux.
- deux → two

verb

(familier, fr) Être compétent, bien connaître.
- en toucher → know; thing; two

Cross Translation:

From	To	Via
• two	→ deux	↔ twee — getal
• two	→ deux	↔ twee — telwoord
• two	→ deux	↔ Zwei — die Ziffer Zwei (2, ٢, 二, 貳)
• two	→ deux	↔ Zwei — Mathematik: die natürliche Zahl zwischen der Eins und der Drei
• two	→ les deux	↔ beide — Numerale: steht anstelle von zwei, um anzudeuten, dass die Zweizahl des Gezählten allgemein oder aus dem Vorhererwähnten bekannt ist.
• two	→ deux	↔ zwei — zwei, die Kardinalzahl zwischen eins und drei
• two	→ deux heures	↔ zwei — kurz für: „zwei Uhr“ oder „vierzehn Uhr“

Verwante vertalingen van two

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University