Home ->Woordenboeken ->Engels/Frans ->Vertaal trot

Vertaal trot van Engels naar Frans

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

trot:
- trot; allure; galop
Wiktionary:
- trot → trot
- trot → trotter
- trot → trotter

Engels

Uitgebreide vertaling voor trot (Engels) in het Frans

trot:

trot [the ~] zelfstandig naamwoord

the trot (pace; gallop; scamper; gallopade)
le trot; l'allure; le galop
- trot [le ~] zelfstandig naamwoord
- allure [la ~] zelfstandig naamwoord
- galop [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trot:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
allure	gallop; gallopade; pace; scamper; trot	allure; appearance; bearing; briskness; deportment; driving speed; exterior; full speed; gait; grand manner; look; looks; pace; quickness; rapidity; speed; step; tempo; tread
galop	gallop; gallopade; pace; scamper; trot	at a gallop; at a trot; full speed; gallop; gallopade; scamper
trot	gallop; gallopade; pace; scamper; trot	trotting
-	crib; jog; lope; pony
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	clip; jog
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	half run

Verwante woorden van "trot":

trots

Synoniemen voor "trot":

jog; lope; locomotion; travel
Trotskyite; Trotskyist; Trot; radical
pony; crib; translation; interlingual rendition; rendering; version
gait
jog; clip; run
ride horseback
walk

Verwante definities voor "trot":

a gait faster than a walk; diagonally opposite legs strike the ground together¹
a slow pace of running¹
a literal translation used in studying a foreign language (often used illicitly)¹
run at a moderately swift pace¹
cause to trot¹
- She trotted the horse home¹
ride at a trot¹

Wiktionary: trot

trot

noun

allure rapide et régulière d’un cheval et d’autres quadrupèdes, intermédiaire entre le pas et le galop, dans lequel les pattes déplacer ensemble par paires diagonales opposées.
- trot → trot

verb

aller le trot.
- trotter → trot

Cross Translation:

From	To	Via
• trot	→ trotter	↔ traben — Sich auf einem Reittier in einer schnellen Gangart, dem Trab, fortbewegen.
• trot	→ trotter	↔ trotten — langsam, lustlos, stumpfsinnig, schwerfällig, mit monotonem Schritt irgendwohin gehen

Verwante vertalingen van trot

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University