Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. tourist:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tourist (Engels) in het Frans

tourist:

tourist bijvoeglijk naamwoord

  1. tourist
    touristique

tourist [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tourist
    le touriste; le vacancier

Vertaal Matrix voor tourist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
touriste tourist
vacancier tourist holiday guest; holiday-maker; recreationist
- holidaymaker; tourer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
touristique tourist

Verwante woorden van "tourist":

  • tourists

Synoniemen voor "tourist":


Verwante definities voor "tourist":

  1. someone who travels for pleasure1

Wiktionary: tourist

tourist
noun
  1. Someone who travels for pleasure
tourist
noun
  1. Celui, celle qui voyager en amateur.

Cross Translation:
FromToVia
tourist touriste toeriste — een vrouwelijk persoon die voor haar plezier reist
tourist touriste toerist — een mannelijk persoon die voor zijn plezier reist
tourist touriste Tourist — Person, die zu ihrem Vergnügen reist

Verwante vertalingen van tourist