Home ->Woordenboeken ->Engels/Frans ->Vertaal toiling

Vertaal toiling van Engels naar Frans

Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. toiling:
  2. toil:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor toiling (Engels) in het Frans

toiling:

toiling [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the toiling (drudgery; drudging)
    l'éreintement
  2. the toiling (drudgery; toil)
    le barbotage; le pataugeage
  3. the toiling (worrying; drudgery; troubling)
    la réflexion

Vertaal Matrix voor toiling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barbotage drudgery; toil; toiling bungling; loot; messing; muddling; swag
pataugeage drudgery; toil; toiling bungling; fiddling; messing; muddling; tinkering
réflexion drudgery; toiling; troubling; worrying angle; aspect; attitude; concept; conception; consideration; considered opinion; contemplation; day-dreaming; deliberation; echo; ground; idea; image; interpretation; meditation; musing; notion; opinion; outlook; perspective; point of view; pondering; reading; reconsideration; reflection; reflexion; repentance; resonance; rethinking; reverberation; reverie; sense; stand; thought; version; view; vision; way of thinking; worry
éreintement drudgery; drudging; toiling
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- drudging; laboring; labouring

Verwante woorden van "toiling":


Synoniemen voor "toiling":


Verwante definities voor "toiling":

  1. doing arduous or unpleasant work1
    • toiling coal miners in the black deeps1

toiling vorm van toil:

to toil werkwoord (toils, toiled, toiling)

  1. to toil (plod on; plod along; plod)
    se traîner

Conjugations for toil:

present
  1. toil
  2. toil
  3. toils
  4. toil
  5. toil
  6. toil
simple past
  1. toiled
  2. toiled
  3. toiled
  4. toiled
  5. toiled
  6. toiled
present perfect
  1. have toiled
  2. have toiled
  3. has toiled
  4. have toiled
  5. have toiled
  6. have toiled
past continuous
  1. was toiling
  2. were toiling
  3. was toiling
  4. were toiling
  5. were toiling
  6. were toiling
future
  1. shall toil
  2. will toil
  3. will toil
  4. shall toil
  5. will toil
  6. will toil
continuous present
  1. am toiling
  2. are toiling
  3. is toiling
  4. are toiling
  5. are toiling
  6. are toiling
subjunctive
  1. be toiled
  2. be toiled
  3. be toiled
  4. be toiled
  5. be toiled
  6. be toiled
diverse
  1. toil!
  2. let's toil!
  5. toiled
  6. toiling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

toil [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the toil (drudgery; toiling)
    le barbotage; le pataugeage

Vertaal Matrix voor toil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barbotage drudgery; toil; toiling bungling; loot; messing; muddling; swag
pataugeage drudgery; toil; toiling bungling; fiddling; messing; muddling; tinkering
- labor; labour
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
se traîner plod; plod along; plod on; toil plod; trudge
- dig; drudge; fag; grind; labor; labour; moil; travail
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- work

Verwante woorden van "toil":


Synoniemen voor "toil":


Verwante definities voor "toil":

  1. productive work (especially physical work done for wages)1
  2. work hard1

Wiktionary: toil

toil
verb
  1. to labour, to work
toil
noun
  1. travail suivre exigeant un effort d’une certaine durée.
Cross Translation:
FromToVia
• toil → bosser; besogner; marner; peiner; trimer; abattre l’ouvrage; ambitionner; goaler; bardasser; grafigner ↔ malochen — intransitiv; besonders mittelwestdeutsch, salopp: körperlich hart, schwer arbeiten
• toil → travail ↔ werk — dat wat gedaan moet worden







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0357 seconde
Page rendered in 1.0 seconds