Home ->Woordenboeken ->Engels/Frans ->Vertaal timeliness

Vertaal timeliness van Engels naar Frans

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

timeliness:
- opportunité; promptitude
timely:
- à temps; à point; tôt; précoce; prématuré
Wiktionary:
- timeliness → ponctualité
- timely → opportun, au bon moment, exact, ponctuel, régulier

Engels

Uitgebreide vertaling voor timeliness (Engels) in het Frans

timeliness:

timeliness [the ~] zelfstandig naamwoord

the timeliness (topicality)
l'opportunité; la promptitude
- opportunité [la ~] zelfstandig naamwoord
- promptitude [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor timeliness:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opportunité	timeliness; topicality	ability; advisability; appropriateness; chance; desirability; opportunity; possibility; suitability
promptitude	timeliness; topicality	adeptness; helpfulness; intelligence; preparedness; quick-wittedness; quickness; rapidity; readiness; sharpness; tempo; willingness
-	opportuneness; patness; seasonableness

Verwante woorden van "timeliness":

untimeliness, timely

Synoniemen voor "timeliness":

seasonableness; timing
opportuneness; patness; convenience

Antoniemen van "timeliness":

untimeliness; unseasonableness; inopportuneness

Verwante definities voor "timeliness":

timely convenience¹
being at the right time¹

Wiktionary: timeliness

timeliness

noun

the state of being timely
- timeliness → ponctualité

timely:

timely bijvoeglijk naamwoord

timely (in time; prompt; in good time)
à temps; à point
- à temps bijvoeglijk naamwoord
- à point bijvoeglijk naamwoord
timely (early)
tôt; précoce; prématuré
- tôt bijvoeglijk naamwoord
- précoce bijvoeglijk naamwoord
- prématuré bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor timely:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	seasonable; well timed; well-timed
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	apropos; seasonably; well-timed
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
précoce	early; timely	early youth; precocious; premature; prematurely; tender age; untimely; youthfully immature
prématuré	early; timely	hasty; inconsiderate; overconfident; precocious; premature; prematurely; rash; reckless; thoughtless; untimely
tôt	early; timely
à point	in good time; in time; prompt; timely
à temps	in good time; in time; prompt; timely

Verwante woorden van "timely":

untimely, timeliness, timelier, timeliest

Synoniemen voor "timely":

punctual
seasonable; well-timed; well timed; opportune
seasonably; well-timed; apropos

Verwante definities voor "timely":

done or happening at the appropriate or proper time¹
- a timely warning¹
- with timely treatment the patient has a good chance of recovery¹
before a time limit expires¹
- the timely filing of his income tax return¹
at an opportune time¹

Wiktionary: timely

timely

adjective

happening or appearing at the proper time
- timely → opportun; au bon moment

timely

adjective

Qui suivre rigoureusement la vérité, la convention.
- exact → exact; precise; accurate; correct; proper; right; on time; prompt; punctual; regular; timely
Qui est exact
- ponctuel → punctual; on time; prompt; regular; timely; accurate
Qui a de la régularité, qui est conforme à des règles, soit naturelles, soit de convention ; qui est constant, uniforme.
- régulier → regular; on time; prompt; punctual; timely; accurate; even; steady; constant

Computer vertaling door derden:

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University