Tenseness in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

tenseness:
- tension; grippage; frottement; concentration
tense:
- tendu; énervé; stressé; contracté; captivant; palpitant
Wiktionary:
- tenseness → tension
- tenseness → tension
- tense → temps
- tense → tendu, raide
- tense → bander, crisper, raidir, remonter, serrer, tendre
- tense → tendu, temps

Engels

Uitgebreide vertaling voor tenseness (Engels) in het Frans

tenseness:

tenseness [the ~] zelfstandig naamwoord

the tenseness (tightness; tension; strain)
la tension; le grippage; le frottement
- tension [la ~] zelfstandig naamwoord
- grippage [le ~] zelfstandig naamwoord
- frottement [le ~] zelfstandig naamwoord
the tenseness (tightness; strain)
la tension; la concentration
- tension [la ~] zelfstandig naamwoord
- concentration [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tenseness:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
concentration	strain; tenseness; tightness	concentrate on; concentration; density; fix one's mind; focus; focus on; put one's mind to
frottement	strain; tenseness; tension; tightness	controversy; friction; scrubbing; scrubbing work
grippage	strain; tenseness; tension; tightness
tension	strain; tenseness; tension; tightness	burden; stress
-	stress; tautness; tension; tensity

Verwante woorden van "tenseness":

tense

Synoniemen voor "tenseness":

tension; tensity; tautness; condition; status
stress; strain; mental strain; nervous strain

Verwante definities voor "tenseness":

(psychology) a state of mental or emotional strain or suspense¹
the physical condition of being stretched or strained¹
- he could feel the tenseness of her body¹

Wiktionary: tenseness

tenseness

noun

the characteristic of being tense
- tenseness → tension

Cross Translation:

From	To	Via
• tenseness	→ tension	↔ Intension — innerliche Anspannung, Eifer

tense:

tense bijvoeglijk naamwoord

tense (strained; stressed; uptight)
tendu; énervé; stressé; contracté
- tendu bijvoeglijk naamwoord
- énervé bijvoeglijk naamwoord
- stressé bijvoeglijk naamwoord
- contracté bijvoeglijk naamwoord
tense (exciting; thrilling)
captivant; palpitant
- captivant bijvoeglijk naamwoord
- palpitant bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor tense:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
énervé		nervous sufferer; neurotic
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	strain; tense up
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
captivant	exciting; tense; thrilling	captivating; enchanting; exciting; fascinating; intriguing; moving; sexy; stirring; thrilling; touching
contracté	strained; stressed; tense; uptight	convulsive
palpitant	exciting; tense; thrilling
stressé	strained; stressed; tense; uptight	overwrought; stressed
tendu	strained; stressed; tense; uptight	against the grain; cantankerous; concentrated; crabbed; crusty; elongated; gruff; grumpy; immovable; inflexible; intently; nagging; obstinate; recalcitrant; rigid; spanned; star; stern; straight-backed; strenuous; stretched; stubborn; sullen; surly; unbending; with concentration
énervé	strained; stressed; tense; uptight	agitated; annoyed; bad-tempered; bothered; fluttered; fucked up; hastily; hasty; hunted; hurried; hurriedly; in a haste; in a hurry; in haste; irritated; nervous; nettled; piqued; pissed off; sore; worked up; wrought up

Verwante woorden van "tense":

tenseness, tenser, tensest, tensely, tension

Synoniemen voor "tense":

aroused; wound up; cliff-hanging; suspenseful; suspensive; nail-biting; taut; edgy; high-strung; highly strung; in suspense; jittery; jumpy; nervy; overstrung; restive; uptight; electric; isotonic; nervous; strained; unrelaxed; pumped-up; pumped up; pumped; wired; agitated; uneasy
constricted
tight
grammatical category; syntactic category
strain; tighten
change; alter; modify
tense up; change state; turn
affect

Antoniemen van "tense":

relaxed; lax; relax; unstrain

Verwante definities voor "tense":

taut or rigid; stretched tight¹
- tense piano strings¹
pronounced with relatively tense tongue muscles (e.g., the vowel sound in `beat')¹
in or of a state of physical or nervous tension¹
a grammatical category of verbs used to express distinctions of time¹
cause to be tense and uneasy or nervous or anxious¹
- he got a phone call from his lawyer that tensed him up¹
become tense, nervous, or uneasy¹
- He tensed up when he saw his opponent enter the room¹
increase the tension on¹
- alternately relax and tense your calf muscle¹
- tense the rope manually before tensing the spring¹
become stretched or tense or taut¹
- the bodybuilder's neck muscles tensed;¹

Wiktionary: tense

tense

noun

verb forms distinguishing time
- tense → temps

adjective

showing stress or strain
- tense → tendu

tense

verb

(familier, fr) Occitanie|fr exaspérer, gonfler.
- bander → bandage; bind; blindfold; flex; be stretched tight; strech; wind up; rack; strain; stress; tense; tighten; have a boner
Contracter.
- crisper → tense; tense up
tendre ou étendre avec force ; rendre raide.
- raidir → stiffen; stress; tense; tighten; stretch; wind up; rack; strain
Traductions à trier suivant le sens
- remonter → climb; go back; strech; wind up; rack; strain; stress; tense; tighten
Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).
- serrer → squeeze; strech; wind up; rack; strain; stress; tense; tighten; oppress; pinch; squash; lock up; shut up; put away; stow; confine; enclose; condense; shake hands; keep; stay
étirer un fil, une corde, une surface; tirer une corde par plusieurs côtés pour la rendre raide ; étirer une peau.
- tendre → strech; tend; sell; wind up; rack; strain; stress; tense; tighten

adjective

Traductions à trier suivant le sens
- raide; tendu → rigid; steep; abrupt; off-hand; off-handed; stringent; tense; tight; stiff

noun

Élément grammatical
- temps → tense

Cross Translation:

From	To	Via
• tense	→ tendu	↔ gespannen — ongemakkelijk, blijk gevend van stress, het punt van (uit-)barsten naderend
• tense	→ tendu	↔ gespannen — strak uitgerekt
• tense	→ temps	↔ Tempus — Linguistik, speziell Grammatik: Eigenschaft, grammatische Kategorie des Verbs zur Anzeige einer Zeit oder Zeitstufe

Remove Ads

Vertaal tenseness van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor tenseness (Engels) in het Frans

tenseness:

tenseness [the ~] zelfstandig naamwoord

the tenseness (tightness; tension; strain)

the tenseness (tightness; strain)

Vertaal Matrix voor tenseness:

Verwante woorden van "tenseness":

Synoniemen voor "tenseness":

Verwante definities voor "tenseness":

Wiktionary: tenseness

tense:

tense bijvoeglijk naamwoord

tense (strained; stressed; uptight)

tense (exciting; thrilling)

Vertaal Matrix voor tense:

Verwante woorden van "tense":

Synoniemen voor "tense":

Antoniemen van "tense":

Verwante definities voor "tense":

Wiktionary: tense