Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- sweeten:
-
sweet:
- chéri; chère; bien aimé; cher; en vogue; affectueux; avec affection; affectionné; populaire; favori; dévoué à; recherché; doux; sucré; gentil; sympa; sympathiquement; plaisant; mignon; charmant; adorable; attirant; séduisant; gentiment; aimable; accueillant; alléchant; ravissant; amical; envoûtant; aimablement; amicalement; d'une manière charmante; d'une façon charmante; gentille; joli; mignonne; mou; attendrissant; gracieusement; gracieux; attractif; attrayant; belle; beau; aimé; élégant; avenant; gracieuse; élégamment
- chéri; trésor; amour; bien-aimé; amoureux; amant; sucrerie; bonbons; friandise; petit chou; chou; petit coeur; chérie; enfant adorable; coeur; amour d'enfant
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor sweeten (Engels) in het Frans
sweeten:
-
sweeten (candy; sugar; make sweet)
édulcorer; confire; dulcifier; sucrer-
édulcorer werkwoord (édulcore, édulcores, édulcorons, édulcorez, édulcorent, édulcorais, édulcorait, édulcorions, édulcoriez, édulcoraient, édulcorai, édulcoras, édulcora, édulcorâmes, édulcorâtes, édulcorèrent, édulcorerai, édulcoreras, édulcorera, édulcorerons, édulcorerez, édulcoreront)
-
confire werkwoord (confis, confit, confisons, confisez, confisent, confisais, confisait, confisions, confisiez, confisaient, confîmes, confîtes, confirent, confirai, confiras, confira, confirons, confirez, confiront)
-
dulcifier werkwoord (dulcifie, dulcifies, dulcifions, dulcifiez, dulcifient, dulcifiais, dulcifiait, dulcifiions, dulcifiiez, dulcifiaient, dulcifiai, dulcifias, dulcifia, dulcifiâmes, dulcifiâtes, dulcifièrent, dulcifierai, dulcifieras, dulcifiera, dulcifierons, dulcifierez, dulcifieront)
-
sucrer werkwoord (sucre, sucres, sucrons, sucrez, sucrent, sucrais, sucrait, sucrions, sucriez, sucraient, sucrai, sucras, sucra, sucrâmes, sucrâtes, sucrèrent, sucrerai, sucreras, sucrera, sucrerons, sucrerez, sucreront)
-
-
sweeten
confire; sucrer-
confire werkwoord (confis, confit, confisons, confisez, confisent, confisais, confisait, confisions, confisiez, confisaient, confîmes, confîtes, confirent, confirai, confiras, confira, confirons, confirez, confiront)
-
sucrer werkwoord (sucre, sucres, sucrons, sucrez, sucrent, sucrais, sucrait, sucrions, sucriez, sucraient, sucrai, sucras, sucra, sucrâmes, sucrâtes, sucrèrent, sucrerai, sucreras, sucrera, sucrerons, sucrerez, sucreront)
-
Vertaal Matrix voor sweeten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
confire | candy; make sweet; sugar; sweeten | candy; conserve; pickle; preserve; salt; souse |
dulcifier | candy; make sweet; sugar; sweeten | |
sucrer | candy; make sweet; sugar; sweeten | sugar |
édulcorer | candy; make sweet; sugar; sweeten | |
- | dulcify; dulcorate; edulcorate | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | gladden |
Verwante woorden van "sweeten":
Synoniemen voor "sweeten":
Antoniemen van "sweeten":
Verwante definities voor "sweeten":
Wiktionary: sweeten
sweeten
Cross Translation:
verb
sweeten
-
To make sweet to the taste
- sweeten → adoucir
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• sweeten | → édulcorer; sucrer | ↔ süßen — etwas durch Zugabe von Zucker, Honig oder Süßstoff mit süßem Geschmack versehen |
• sweeten | → édulcorer | ↔ versüßen — selten, (transitiv) etwas süß oder zu süß machen |
• sweeten | → édulcorer; faciliter | ↔ versüßen — übertragen, (transitiv) und (reflexiv) jemandem oder sich etwas leichter, angenehmer machen |
sweet:
-
sweet (beloved; precious; cherished; affectionate; popular; devote; dear; loved)
chéri; chère; bien aimé; cher; en vogue; affectueux; avec affection; affectionné; populaire; favori; dévoué à; recherché-
chéri bijvoeglijk naamwoord
-
chère bijvoeglijk naamwoord
-
bien aimé bijvoeglijk naamwoord
-
cher bijvoeglijk naamwoord
-
en vogue bijvoeglijk naamwoord
-
affectueux bijvoeglijk naamwoord
-
avec affection bijvoeglijk naamwoord
-
affectionné bijvoeglijk naamwoord
-
populaire bijvoeglijk naamwoord
-
favori bijvoeglijk naamwoord
-
dévoué à bijvoeglijk naamwoord
-
recherché bijvoeglijk naamwoord
-
-
sweet
-
sweet (charming; nice; appealing; lovely; endearing; congenial; winsome; alluring; likable; engaging; entrancing; attractive)
gentil; sympa; sympathiquement; plaisant; mignon; charmant; adorable; attirant; séduisant; gentiment; aimable; accueillant; alléchant; ravissant; amical; envoûtant; aimablement; amicalement; d'une manière charmante; d'une façon charmante-
gentil bijvoeglijk naamwoord
-
sympa bijvoeglijk naamwoord
-
sympathiquement bijvoeglijk naamwoord
-
plaisant bijvoeglijk naamwoord
-
mignon bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
adorable bijvoeglijk naamwoord
-
attirant bijvoeglijk naamwoord
-
séduisant bijvoeglijk naamwoord
-
gentiment bijvoeglijk naamwoord
-
aimable bijvoeglijk naamwoord
-
accueillant bijvoeglijk naamwoord
-
alléchant bijvoeglijk naamwoord
-
ravissant bijvoeglijk naamwoord
-
amical bijvoeglijk naamwoord
-
envoûtant bijvoeglijk naamwoord
-
aimablement bijvoeglijk naamwoord
-
amicalement bijvoeglijk naamwoord
-
d'une manière charmante bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon charmante bijvoeglijk naamwoord
-
-
sweet (lovely; cute; adorable; enchanting; dear)
adorable; mignon; gentille; joli; gentil; mignonne; cher; mou; chéri; aimable; chère; charmant; attendrissant-
adorable bijvoeglijk naamwoord
-
mignon bijvoeglijk naamwoord
-
gentille bijvoeglijk naamwoord
-
joli bijvoeglijk naamwoord
-
gentil bijvoeglijk naamwoord
-
mignonne bijvoeglijk naamwoord
-
cher bijvoeglijk naamwoord
-
mou bijvoeglijk naamwoord
-
chéri bijvoeglijk naamwoord
-
aimable bijvoeglijk naamwoord
-
chère bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
attendrissant bijvoeglijk naamwoord
-
-
sweet (lovely; charming; pretty; attractive)
mignon; adorable; séduisant; gracieusement; joli; ravissant; gracieux; aimable; d'une manière charmante-
mignon bijvoeglijk naamwoord
-
adorable bijvoeglijk naamwoord
-
séduisant bijvoeglijk naamwoord
-
gracieusement bijvoeglijk naamwoord
-
joli bijvoeglijk naamwoord
-
ravissant bijvoeglijk naamwoord
-
gracieux bijvoeglijk naamwoord
-
aimable bijvoeglijk naamwoord
-
d'une manière charmante bijvoeglijk naamwoord
-
-
sweet (amiable; charming; friendly; lovely)
séduisant; charmant; mignon; ravissant; adorable; attirant; alléchant; d'une manière charmante; d'une façon charmante-
séduisant bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
mignon bijvoeglijk naamwoord
-
ravissant bijvoeglijk naamwoord
-
adorable bijvoeglijk naamwoord
-
attirant bijvoeglijk naamwoord
-
alléchant bijvoeglijk naamwoord
-
d'une manière charmante bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon charmante bijvoeglijk naamwoord
-
-
sweet (lovely; charming)
-
sweet (lovely; charming)
-
sweet (adorable; attractive; cute; appealing; enchanting; charming; lovely)
attractif; attrayant; adorable; belle; séduisant; attirant; beau; joli; ravissant; charmant-
attractif bijvoeglijk naamwoord
-
attrayant bijvoeglijk naamwoord
-
adorable bijvoeglijk naamwoord
-
belle bijvoeglijk naamwoord
-
séduisant bijvoeglijk naamwoord
-
attirant bijvoeglijk naamwoord
-
beau bijvoeglijk naamwoord
-
joli bijvoeglijk naamwoord
-
ravissant bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
-
sweet (beloved; cute; dear; nice)
cher; doux; mignon; gentil; ravissant; gracieux; aimé; élégant; affectueux; avenant; charmant-
cher bijvoeglijk naamwoord
-
doux bijvoeglijk naamwoord
-
mignon bijvoeglijk naamwoord
-
gentil bijvoeglijk naamwoord
-
ravissant bijvoeglijk naamwoord
-
gracieux bijvoeglijk naamwoord
-
aimé bijvoeglijk naamwoord
-
élégant bijvoeglijk naamwoord
-
affectueux bijvoeglijk naamwoord
-
avenant bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
-
sweet (beloved; cherished; dear)
-
sweet (lovely; charming; cherished; graceful)
adorable; charmant; gracieux; gracieuse; élégant; gracieusement; élégamment-
adorable bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
gracieux bijvoeglijk naamwoord
-
gracieuse bijvoeglijk naamwoord
-
élégant bijvoeglijk naamwoord
-
gracieusement bijvoeglijk naamwoord
-
élégamment bijvoeglijk naamwoord
-
-
the sweet (sweetest; treasure; sweetheart; sweetie; honey; peach; darling; dearest; beloved; dear; sugar; love; deary; candy)
-
the sweet (candy; confectionery; sweets; sweetmeats; sweetie)
-
the sweet (doll; cutie; sweetie; ducky; darling; peach; dear)
le petit chou; le chéri; le chou; le petit coeur; la chérie; l'enfant adorable; le trésor; le coeur; l'amour d'enfant
Vertaal Matrix voor sweet:
Verwante woorden van "sweet":
Synoniemen voor "sweet":
Antoniemen van "sweet":
Verwante definities voor "sweet":
Wiktionary: sweet
sweet
Cross Translation:
adjective
sweet
-
having a pleasant taste
- sweet → doux
-
having a taste of sugar
- sweet → sucré
-
containing a sweetening ingredient
- sweet → sucré
-
of a wine: retaining a portion of sugar
- sweet → doux
-
not having a salty taste
- sweet → doux
-
not decaying, rancid, sour, spoiled, or stale
- sweet → frais
-
having a pleasant sound
-
having a pleasing disposition
- sweet → sympathique; sympa; doux
-
having a helpful disposition
-
colloquial, very good
- sweet → génial
-
-
- sweet → suave
noun
-
confiserie|fr sucrerie, friandise faite avec du sucre. Dans le langage des enfants, ce mot désigne toute sorte de friandise.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• sweet | → mignon; joli | ↔ schattig — leuk, aardig, enig |
• sweet | → doux | ↔ zoet — ter omschrijving van een vaak als aangename ervaren smaak zoals die van suiker |
• sweet | → bonbon | ↔ Bonbon — eine beim Lutschen im Mund zergehende Süßigkeit |
• sweet | → dessert | ↔ Nachspeise — Gastronomie: Der abschließende Gang eines mehrgängigen Essens |
• sweet | → dessert | ↔ Nachtisch — der letzte Gang einer ausgedehnten Mahlzeit, der nach der Hauptspeise serviert wird |
• sweet | → friandise; sucrerie | ↔ Süßigkeit — meist Plural: Lebensmittel, die süß sind und als Naschzeug verwendet werden |
• sweet | → mignonne; mignon | ↔ niedlich — zierlich, hübsch |
• sweet | → doux; sucré | ↔ süß — Geschmacksrichtung von Zucker oder Honig |
• sweet | → mignon | ↔ süß — niedlich |