Stimulus in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

stimulus:
- incitation; stimulation; aiguillon; impulsion; stimulus; poussée; force; stimuli; encouragement; piquant; stimulant; force propulsive; exhortation; instigation
Wiktionary:
- stimulus → stimulus, incitant, incitation
- stimulus → stimulant, stimulation

Engels

Uitgebreide vertaling voor stimulus (Engels) in het Frans

stimulus:

stimulus [the ~] zelfstandig naamwoord

the stimulus (boost; incentive; impulse; momentum; spur; drive; impetus)
l'incitation; la stimulation; l'aiguillon; l'impulsion; le stimulus; la poussée; la force; le stimuli; l'encouragement; le piquant; le stimulant; la force propulsive
- incitation [la ~] zelfstandig naamwoord
- stimulation [la ~] zelfstandig naamwoord
- aiguillon [le ~] zelfstandig naamwoord
- impulsion [la ~] zelfstandig naamwoord
- stimulus [le ~] zelfstandig naamwoord
- poussée [la ~] zelfstandig naamwoord
- force [la ~] zelfstandig naamwoord
- stimuli [le ~] zelfstandig naamwoord
- encouragement [le ~] zelfstandig naamwoord
- piquant [le ~] zelfstandig naamwoord
- stimulant [le ~] zelfstandig naamwoord
- force propulsive [la ~] zelfstandig naamwoord
the stimulus (stimulant; impulse; thrill; incitement; stimulation)
la stimulation; l'incitation; le stimulus; l'aiguillon; l'impulsion; l'encouragement; le stimulant; le stimuli
- stimulation [la ~] zelfstandig naamwoord
- incitation [la ~] zelfstandig naamwoord
- stimulus [le ~] zelfstandig naamwoord
- aiguillon [le ~] zelfstandig naamwoord
- impulsion [la ~] zelfstandig naamwoord
- encouragement [le ~] zelfstandig naamwoord
- stimulant [le ~] zelfstandig naamwoord
- stimuli [le ~] zelfstandig naamwoord
the stimulus (incentive; incitement; impulse)
l'incitation; l'exhortation; l'instigation; le stimulant; la stimulation; la stimulus
- incitation [la ~] zelfstandig naamwoord
- exhortation [la ~] zelfstandig naamwoord
- instigation [la ~] zelfstandig naamwoord
- stimulant [le ~] zelfstandig naamwoord
- stimulation [la ~] zelfstandig naamwoord
- stimulus [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stimulus:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aiguillon	boost; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; momentum; spur; stimulant; stimulation; stimulus; thrill	encouraging; impelling; inciting; stimulation; turning on
encouragement	boost; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; momentum; spur; stimulant; stimulation; stimulus; thrill	cheer; cheers; comfort; consolation; encouragement; encouraging; help; impelling; inciting; putting on; relief; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on
exhortation	impulse; incentive; incitement; stimulus	admonition; demand; reminder; urgent request; wake-up call; warning
force	boost; drive; impetus; impulse; incentive; momentum; spur; stimulus	authority; capacity; compulsion; courage; drive; energy; fervor; fervour; fiber; fibre; fierceness; force; fortitude; gin; gusto; impetus; influence; intensity; jenever; momentum; power; pressure; robustness; soul; spirit; spunk; strength; strongness; sturdiness; thoroughness; vehemence; vigor; vigour; violence; zest
force propulsive	boost; drive; impetus; impulse; incentive; momentum; spur; stimulus	drive; force; impetus; momentum; motor; propelling-force; propulsion; propulsive force
impulsion	boost; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; momentum; spur; stimulant; stimulation; stimulus; thrill	blow; buffer; bump; bumper; caprice; craving; drive; impulse; initiative; instigation; instinct; intuition; jab; nudge; punch; push; shove; start; thrust; urge; urging; whim
incitation	boost; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; momentum; spur; stimulant; stimulation; stimulus; thrill	bringing about; causing; cheers; encouragement; encouraging; help; impelling; inciting; instigation; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on
instigation	impulse; incentive; incitement; stimulus	arousing; awaking; bringing about; causing; instigation; stimulation
piquant	boost; drive; impetus; impulse; incentive; momentum; spur; stimulus	acrimony; malice; maliciousness; sarcasm; scorn; scornful tone; spiteful remark; spitefulness
poussée	boost; drive; impetus; impulse; incentive; momentum; spur; stimulus	ambition; aspirations; blow; buffer; bump; bumper; drive; driving force; energy; flow; force; gin; impetus; influx; insistence; jab; jenever; momentum; motive power; motor; nudge; propelling-force; propulsion; punch; push; pushing; rush; shove; soul; spirit; spunk; squash; stampede; strength; thoroughness; thrust; urgency
stimulant	boost; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; momentum; spur; stimulant; stimulation; stimulus; thrill	dope; drug; drugs; encouraging; impelling; inciting; iron-enriched drink; narcotics; stimulant; stimulation; turning on
stimulation	boost; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; momentum; spur; stimulant; stimulation; stimulus; thrill	cheers; encouragement; encouraging; help; impelling; inciting; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on
stimuli	boost; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; momentum; spur; stimulant; stimulation; stimulus; thrill	1 stimulants
stimulus	boost; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; momentum; spur; stimulant; stimulation; stimulus; thrill
-	input; stimulant; stimulation
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stimulant		lift
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
piquant		appetising; appetizing; cutting; exciting; nipping; peppered; peppery; piquant; prickly; razor-sharp; sarcastic; seasoned; sexy; sharp; snappy; spiced; spicy; stinging; thorny
stimulant		fortifying; heartwarming; stimulating

Verwante woorden van "stimulus":

stimuli

Synoniemen voor "stimulus":

stimulation; stimulant; input; information

Verwante definities voor "stimulus":

any stimulating information or event; acts to arouse action¹

Wiktionary: stimulus

stimulus

noun

anything that may have an impact or influence on a system
- stimulus → stimulus

stimulus

noun

Encouragement sous forme d’avantage ou d’indemnisation offerts pour inciter à l’activité économique.
- incitant → incentive; stimulus
action d’inciter.
- incitation → impetus; incitement; stimulus; abetment; drive; instigation; prod; prodding; impulse; momentum; yen
médecine|fr impulsion susceptible de provoquer la réponse ou l’excitation d’un organe.
- stimulus → stimulus

Cross Translation:

From	To	Via
• stimulus	→ stimulant	↔ stimulans — een krachtige aanzet
• stimulus	→ stimulation	↔ Reiz — äußere oder innere Einwirkung auf einen Organismus

Remove Ads

Vertaal stimulus van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor stimulus (Engels) in het Frans

stimulus:

stimulus [the ~] zelfstandig naamwoord

the stimulus (boost; incentive; impulse; momentum; spur; drive; impetus)

the stimulus (stimulant; impulse; thrill; incitement; stimulation)

the stimulus (incentive; incitement; impulse)

Vertaal Matrix voor stimulus:

Verwante woorden van "stimulus":

Synoniemen voor "stimulus":

Verwante definities voor "stimulus":

Wiktionary: stimulus