Stimulation in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

stimulation:
- stimulation; allumage; encouragement; réconfort; soutien; support; mise en marche; incitation; excitation; propulsion; activation; stimulus; aiguillon; impulsion; stimulant; stimuli; instigation; exciter; inciter; stimuler
stimulate:
- encourager; stimuler; motiver; aggraver; inciter; éperonner; animer; activer; attiser; ranimer; convier; encourager à; exciter; presser; inviter; s'empresser; inciter à; aviver; aiguillonner; enflammer; vivifier; raviver; allumer; aiguiser; picoter; ameuter; piquer; propulser; pousser en avant; provoquer; être l'instigateur de
Wiktionary:
- stimulation → stimulation
- stimulation → stimulation
- stimulate → stimuler, exciter, inciter, irriter
- stimulate → stimuler, inciter

Engels

Uitgebreide vertaling voor stimulation (Engels) in het Frans

stimulation:

stimulation [the ~] zelfstandig naamwoord

the stimulation (encouragement; encouraging; support; cheers; urging; urging on; help; stay; switching on; putting on; turning up; turning on)
la stimulation; l'allumage; l'encouragement; le réconfort; le soutien; le support; la mise en marche; l'incitation; l'excitation; la propulsion; l'activation
- stimulation [la ~] zelfstandig naamwoord
- allumage [le ~] zelfstandig naamwoord
- encouragement [le ~] zelfstandig naamwoord
- réconfort [le ~] zelfstandig naamwoord
- soutien [le ~] zelfstandig naamwoord
- support [le ~] zelfstandig naamwoord
- mise en marche [la ~] zelfstandig naamwoord
- incitation [la ~] zelfstandig naamwoord
- excitation [la ~] zelfstandig naamwoord
- propulsion [la ~] zelfstandig naamwoord
- activation [la ~] zelfstandig naamwoord
the stimulation (stimulant; stimulus; impulse; thrill; incitement)
la stimulation; l'incitation; le stimulus; l'aiguillon; l'impulsion; l'encouragement; le stimulant; le stimuli
- stimulation [la ~] zelfstandig naamwoord
- incitation [la ~] zelfstandig naamwoord
- stimulus [le ~] zelfstandig naamwoord
- aiguillon [le ~] zelfstandig naamwoord
- impulsion [la ~] zelfstandig naamwoord
- encouragement [le ~] zelfstandig naamwoord
- stimulant [le ~] zelfstandig naamwoord
- stimuli [le ~] zelfstandig naamwoord
the stimulation
la stimulation
- stimulation [la ~] zelfstandig naamwoord
the stimulation (instigation)
l'incitation; l'instigation
- incitation [la ~] zelfstandig naamwoord
- instigation [la ~] zelfstandig naamwoord
the stimulation (inciting; encouraging; impelling; turning on)
l'incitation; l'encouragement; le stimulant; l'aiguillon; la stimulation
- incitation [la ~] zelfstandig naamwoord
- encouragement [le ~] zelfstandig naamwoord
- stimulant [le ~] zelfstandig naamwoord
- aiguillon [le ~] zelfstandig naamwoord
- stimulation [la ~] zelfstandig naamwoord
the stimulation (motivation; support; encouragement)
l'exciter; l'inciter; la stimuler
- exciter [la ~] zelfstandig naamwoord
- inciter [la ~] zelfstandig naamwoord
- stimuler [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stimulation:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
activation	cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on	activation; focus of control
aiguillon	encouraging; impelling; impulse; incitement; inciting; stimulant; stimulation; stimulus; thrill; turning on	boost; drive; impetus; impulse; incentive; momentum; spur; stimulus
allumage	cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on	fuse; fuze; ignition; inflammation
encouragement	cheers; encouragement; encouraging; help; impelling; impulse; incitement; inciting; putting on; stay; stimulant; stimulation; stimulus; support; switching on; thrill; turning on; turning up; urging; urging on	boost; cheer; comfort; consolation; drive; encouragement; impetus; impulse; incentive; momentum; relief; spur; stimulus
excitation	cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on	agitation; arousing; awaking; commotion; disturbance; fisticuffs; highly strung; horniness; incitement; incitement to; instigation; instigation to; jittery; lewdness; nervousness; pandemonium; randiness; rebellion; revolt; riot; stirring up; the hots; turbulence; unrest
exciter	encouragement; motivation; stimulation; support
impulsion	impulse; incitement; stimulant; stimulation; stimulus; thrill	blow; boost; buffer; bump; bumper; caprice; craving; drive; impetus; impulse; incentive; initiative; instigation; instinct; intuition; jab; momentum; nudge; punch; push; shove; spur; start; stimulus; thrust; urge; urging; whim
incitation	cheers; encouragement; encouraging; help; impelling; impulse; incitement; inciting; instigation; putting on; stay; stimulant; stimulation; stimulus; support; switching on; thrill; turning on; turning up; urging; urging on	boost; bringing about; causing; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; momentum; spur; stimulus
inciter	encouragement; motivation; stimulation; support
instigation	instigation; stimulation	arousing; awaking; bringing about; causing; impulse; incentive; incitement; instigation; stimulus
mise en marche	cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on	connecting; drive; driving mechanism; driving unit; force; motor; propelling-force; propulsion
propulsion	cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on	congestion; drive; driving mechanism; driving unit; energy; force; gin; impetus; jam; jenever; locomotion; momentum; motor; propelling; propelling-force; propulsion; propulsive force; pushing on; soul; spirit; spunk; stagnation; strength; thoroughness; turning up
réconfort	cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on	comfort; consolation; encouragement; relief; solace
soutien	cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on	aid; anchor; assistance; crutch; help; helpfulness; indication; lead; mainstay; maintenance service; pointer; prop; relief; shore; starting point; suggestion; support
stimulant	encouraging; impelling; impulse; incitement; inciting; stimulant; stimulation; stimulus; thrill; turning on	boost; dope; drive; drug; drugs; impetus; impulse; incentive; incitement; iron-enriched drink; momentum; narcotics; spur; stimulant; stimulus
stimulation	cheers; encouragement; encouraging; help; impelling; impulse; incitement; inciting; putting on; stay; stimulant; stimulation; stimulus; support; switching on; thrill; turning on; turning up; urging; urging on	boost; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; momentum; spur; stimulus
stimuler	encouragement; motivation; stimulation; support
stimuli	impulse; incitement; stimulant; stimulation; stimulus; thrill	1 stimulants; boost; drive; impetus; impulse; incentive; momentum; spur; stimulus
stimulus	impulse; incitement; stimulant; stimulation; stimulus; thrill	boost; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; momentum; spur; stimulus
support	cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on	aid; assistance; basal area; bogie; buttress; chassis; help; indication; landing gear; lead; leg; lower part; pointer; prop; rest; shore; stand; starting point; stipule; substructure; suggestion; support; undercarriage
-	arousal; foreplay; input; stimulant; stimulus
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exciter		activate; arouse; bait; blow the fire; boost; cheer on; drive; encourage; excite; fan; fan a flame; fire; foment; incite; inspire; instigate; motivate; poke up; provoke; push on; put someone on to something; stimulate; stir up; stoke up; strike into; urge
inciter		activate; aggravate; arouse; bait; boost; drive; encourage; encourage someone; excite; incite; inspire; instigate; motivate; motivate someone; poke up; prompt; provoke; push on; put someone on to something; shake someone awake; stimulate; stir up; stoke up; urge
stimuler		activate; aggravate; animate; arouse; awake; blow; cheer on; drive; encourage; encourage someone; excite; fan; fire; incite; inspire; motivate; motivate someone; poke up; prompt; provoke; push on; put someone on to something; shake someone awake; stimulate; stir up; stoke up; strike into; support; urge
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stimulant		lift
-	incentive; incitement; irritation
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mise en marche		started
stimulant		fortifying; heartwarming; stimulating

Verwante woorden van "stimulation":

stimulate

Synoniemen voor "stimulation":

arousal; rousing
stimulus; stimulant; input; information
natural process; natural action; action; activity
foreplay; arousal; sexual activity; sexual practice; sex; sex activity

Verwante definities voor "stimulation":

mutual sexual fondling prior to sexual intercourse¹
the act of arousing an organism to action¹
any stimulating information or event; acts to arouse action¹
(physiology) the effect of a stimulus (on nerves or organs etc.)¹

Wiktionary: stimulation

stimulation

noun

pushing or goading toward action
- stimulation → stimulation

stimulation

noun

action de stimuler.
- stimulation → stimulation

Cross Translation:

From	To	Via
• stimulation	→ stimulation	↔ Stimulation — das Stimulieren, die Stimulierung

stimulate:

to stimulate werkwoord (stimulates, stimulated, stimulating)

to stimulate (encourage someone; encourage; incite; aggravate; inspire; motivate; motivate someone)
encourager; stimuler; motiver; aggraver; inciter; éperonner; animer; activer; attiser; ranimer
- encourager werkwoord (encourage, encourages, encourageons, encouragez, encouragent, encourageais, encourageait, encouragions, encouragiez, encourageaient, encourageai, encourageas, encouragea, encourageâmes, encourageâtes, encouragèrent, encouragerai, encourageras, encouragera, encouragerons, encouragerez, encourageront)
- stimuler werkwoord (stimule, stimules, stimulons, stimulez, stimulent, stimulais, stimulait, stimulions, stimuliez, stimulaient, stimulai, stimulas, stimula, stimulâmes, stimulâtes, stimulèrent, stimulerai, stimuleras, stimulera, stimulerons, stimulerez, stimuleront)
- motiver werkwoord (motive, motives, motivons, motivez, motivent, motivais, motivait, motivions, motiviez, motivaient, motivai, motivas, motiva, motivâmes, motivâtes, motivèrent, motiverai, motiveras, motivera, motiverons, motiverez, motiveront)
- aggraver werkwoord (aggrave, aggraves, aggravons, aggravez, aggravent, aggravais, aggravait, aggravions, aggraviez, aggravaient, aggravai, aggravas, aggrava, aggravâmes, aggravâtes, aggravèrent, aggraverai, aggraveras, aggravera, aggraverons, aggraverez, aggraveront)
- inciter werkwoord (incite, incites, incitons, incitez, incitent, incitais, incitait, incitions, incitiez, incitaient, incitai, incitas, incita, incitâmes, incitâtes, incitèrent, inciterai, inciteras, incitera, inciterons, inciterez, inciteront)
- éperonner werkwoord (éperonne, éperonnes, éperonnons, éperonnez, éperonnent, éperonnais, éperonnait, éperonnions, éperonniez, éperonnaient, éperonnai, éperonnas, éperonna, éperonnâmes, éperonnâtes, éperonnèrent, éperonnerai, éperonneras, éperonnera, éperonnerons, éperonnerez, éperonneront)
- animer werkwoord (anime, animes, animons, animez, animent, animais, animait, animions, animiez, animaient, animai, animas, anima, animâmes, animâtes, animèrent, animerai, animeras, animera, animerons, animerez, animeront)
- activer werkwoord (active, actives, activons, activez, activent, activais, activait, activions, activiez, activaient, activai, activas, activa, activâmes, activâtes, activèrent, activerai, activeras, activera, activerons, activerez, activeront)
- attiser werkwoord (attise, attises, attisons, attisez, attisent, attisais, attisait, attisions, attisiez, attisaient, attisai, attisas, attisa, attisâmes, attisâtes, attisèrent, attiserai, attiseras, attisera, attiserons, attiserez, attiseront)
- ranimer werkwoord (ranime, ranimes, ranimons, ranimez, raniment, ranimais, ranimait, ranimions, ranimiez, ranimaient, ranimai, ranimas, ranima, ranimâmes, ranimâtes, ranimèrent, ranimerai, ranimeras, ranimera, ranimerons, ranimerez, ranimeront)
to stimulate (incite; excite; drive)
convier; stimuler; encourager à; exciter; presser; inviter; s'empresser
- convier werkwoord (convie, convies, convions, conviez, convient, conviais, conviait, conviions, conviiez, conviaient, conviai, convias, convia, conviâmes, conviâtes, convièrent, convierai, convieras, conviera, convierons, convierez, convieront)
- stimuler werkwoord (stimule, stimules, stimulons, stimulez, stimulent, stimulais, stimulait, stimulions, stimuliez, stimulaient, stimulai, stimulas, stimula, stimulâmes, stimulâtes, stimulèrent, stimulerai, stimuleras, stimulera, stimulerons, stimulerez, stimuleront)
- encourager à werkwoord
- exciter werkwoord (excite, excites, excitons, excitez, excitent, excitais, excitait, excitions, excitiez, excitaient, excitai, excitas, excita, excitâmes, excitâtes, excitèrent, exciterai, exciteras, excitera, exciterons, exciterez, exciteront)
- presser werkwoord (presse, presses, pressons, pressez, pressent, pressais, pressait, pressions, pressiez, pressaient, pressai, pressas, pressa, pressâmes, pressâtes, pressèrent, presserai, presseras, pressera, presserons, presserez, presseront)
- inviter werkwoord (invite, invites, invitons, invitez, invitent, invitais, invitait, invitions, invitiez, invitaient, invitai, invitas, invita, invitâmes, invitâtes, invitèrent, inviterai, inviteras, invitera, inviterons, inviterez, inviteront)
- s'empresser werkwoord
to stimulate (motivate; encourage)
motiver; encourager; inciter à; inciter; animer; aviver; exciter; activer; stimuler; aiguillonner
- motiver werkwoord (motive, motives, motivons, motivez, motivent, motivais, motivait, motivions, motiviez, motivaient, motivai, motivas, motiva, motivâmes, motivâtes, motivèrent, motiverai, motiveras, motivera, motiverons, motiverez, motiveront)
- encourager werkwoord (encourage, encourages, encourageons, encouragez, encouragent, encourageais, encourageait, encouragions, encouragiez, encourageaient, encourageai, encourageas, encouragea, encourageâmes, encourageâtes, encouragèrent, encouragerai, encourageras, encouragera, encouragerons, encouragerez, encourageront)
- inciter à werkwoord
- inciter werkwoord (incite, incites, incitons, incitez, incitent, incitais, incitait, incitions, incitiez, incitaient, incitai, incitas, incita, incitâmes, incitâtes, incitèrent, inciterai, inciteras, incitera, inciterons, inciterez, inciteront)
- animer werkwoord (anime, animes, animons, animez, animent, animais, animait, animions, animiez, animaient, animai, animas, anima, animâmes, animâtes, animèrent, animerai, animeras, animera, animerons, animerez, animeront)
- aviver werkwoord (avive, avives, avivons, avivez, avivent, avivais, avivait, avivions, aviviez, avivaient, avivai, avivas, aviva, avivâmes, avivâtes, avivèrent, aviverai, aviveras, avivera, aviverons, aviverez, aviveront)
- exciter werkwoord (excite, excites, excitons, excitez, excitent, excitais, excitait, excitions, excitiez, excitaient, excitai, excitas, excita, excitâmes, excitâtes, excitèrent, exciterai, exciteras, excitera, exciterons, exciterez, exciteront)
- activer werkwoord (active, actives, activons, activez, activent, activais, activait, activions, activiez, activaient, activai, activas, activa, activâmes, activâtes, activèrent, activerai, activeras, activera, activerons, activerez, activeront)
- stimuler werkwoord (stimule, stimules, stimulons, stimulez, stimulent, stimulais, stimulait, stimulions, stimuliez, stimulaient, stimulai, stimulas, stimula, stimulâmes, stimulâtes, stimulèrent, stimulerai, stimuleras, stimulera, stimulerons, stimulerez, stimuleront)
- aiguillonner werkwoord (aiguillonne, aiguillonnes, aiguillonnons, aiguillonnez, aiguillonnent, aiguillonnais, aiguillonnait, aiguillonnions, aiguillonniez, aiguillonnaient, aiguillonnai, aiguillonnas, aiguillonna, aiguillonnâmes, aiguillonnâtes, aiguillonnèrent, aiguillonnerai, aiguillonneras, aiguillonnera, aiguillonnerons, aiguillonnerez, aiguillonneront)
to stimulate (encourage; arouse; activate; excite; support; awake)
enflammer; stimuler; vivifier; activer; raviver; animer
- enflammer werkwoord (enflamme, enflammes, enflammons, enflammez, enflamment, enflammais, enflammait, enflammions, enflammiez, enflammaient, enflammai, enflammas, enflamma, enflammâmes, enflammâtes, enflammèrent, enflammerai, enflammeras, enflammera, enflammerons, enflammerez, enflammeront)
- stimuler werkwoord (stimule, stimules, stimulons, stimulez, stimulent, stimulais, stimulait, stimulions, stimuliez, stimulaient, stimulai, stimulas, stimula, stimulâmes, stimulâtes, stimulèrent, stimulerai, stimuleras, stimulera, stimulerons, stimulerez, stimuleront)
- vivifier werkwoord (vivifie, vivifies, vivifions, vivifiez, vivifient, vivifiais, vivifiait, vivifiions, vivifiiez, vivifiaient, vivifiai, vivifias, vivifia, vivifiâmes, vivifiâtes, vivifièrent, vivifierai, vivifieras, vivifiera, vivifierons, vivifierez, vivifieront)
- activer werkwoord (active, actives, activons, activez, activent, activais, activait, activions, activiez, activaient, activai, activas, activa, activâmes, activâtes, activèrent, activerai, activeras, activera, activerons, activerez, activeront)
- raviver werkwoord (ravive, ravives, ravivons, ravivez, ravivent, ravivais, ravivait, ravivions, raviviez, ravivaient, ravivai, ravivas, raviva, ravivâmes, ravivâtes, ravivèrent, raviverai, raviveras, ravivera, raviverons, raviverez, raviveront)
- animer werkwoord (anime, animes, animons, animez, animent, animais, animait, animions, animiez, animaient, animai, animas, anima, animâmes, animâtes, animèrent, animerai, animeras, animera, animerons, animerez, animeront)
to stimulate (arouse; excite; stir up)
exciter; allumer; aiguiser; inciter; aiguillonner; picoter; ameuter; piquer; stimuler
- exciter werkwoord (excite, excites, excitons, excitez, excitent, excitais, excitait, excitions, excitiez, excitaient, excitai, excitas, excita, excitâmes, excitâtes, excitèrent, exciterai, exciteras, excitera, exciterons, exciterez, exciteront)
- allumer werkwoord (allume, allumes, allumons, allumez, allument, allumais, allumait, allumions, allumiez, allumaient, allumai, allumas, alluma, allumâmes, allumâtes, allumèrent, allumerai, allumeras, allumera, allumerons, allumerez, allumeront)
- aiguiser werkwoord (aiguise, aiguises, aiguisons, aiguisez, aiguisent, aiguisais, aiguisait, aiguisions, aiguisiez, aiguisaient, aiguisai, aiguisas, aiguisa, aiguisâmes, aiguisâtes, aiguisèrent, aiguiserai, aiguiseras, aiguisera, aiguiserons, aiguiserez, aiguiseront)
- inciter werkwoord (incite, incites, incitons, incitez, incitent, incitais, incitait, incitions, incitiez, incitaient, incitai, incitas, incita, incitâmes, incitâtes, incitèrent, inciterai, inciteras, incitera, inciterons, inciterez, inciteront)
- aiguillonner werkwoord (aiguillonne, aiguillonnes, aiguillonnons, aiguillonnez, aiguillonnent, aiguillonnais, aiguillonnait, aiguillonnions, aiguillonniez, aiguillonnaient, aiguillonnai, aiguillonnas, aiguillonna, aiguillonnâmes, aiguillonnâtes, aiguillonnèrent, aiguillonnerai, aiguillonneras, aiguillonnera, aiguillonnerons, aiguillonnerez, aiguillonneront)
- picoter werkwoord (picote, picotes, picotons, picotez, picotent, picotais, picotait, picotions, picotiez, picotaient, picotai, picotas, picota, picotâmes, picotâtes, picotèrent, picoterai, picoteras, picotera, picoterons, picoterez, picoteront)
- ameuter werkwoord (ameute, ameutes, ameutons, ameutez, ameutent, ameutais, ameutait, ameutions, ameutiez, ameutaient, ameutai, ameutas, ameuta, ameutâmes, ameutâtes, ameutèrent, ameuterai, ameuteras, ameutera, ameuterons, ameuterez, ameuteront)
- piquer werkwoord (pique, piques, piquons, piquez, piquent, piquais, piquait, piquions, piquiez, piquaient, piquai, piquas, piqua, piquâmes, piquâtes, piquèrent, piquerai, piqueras, piquera, piquerons, piquerez, piqueront)
- stimuler werkwoord (stimule, stimules, stimulons, stimulez, stimulent, stimulais, stimulait, stimulions, stimuliez, stimulaient, stimulai, stimulas, stimula, stimulâmes, stimulâtes, stimulèrent, stimulerai, stimuleras, stimulera, stimulerons, stimulerez, stimuleront)
to stimulate (whip up; goad; drive; nettle; irritate)
propulser; pousser en avant; aiguillonner
- propulser werkwoord (propulse, propulses, propulsons, propulsez, propulsent, propulsais, propulsait, propulsions, propulsiez, propulsaient, propulsai, propulsas, propulsa, propulsâmes, propulsâtes, propulsèrent, propulserai, propulseras, propulsera, propulserons, propulserez, propulseront)
- pousser en avant werkwoord
- aiguillonner werkwoord (aiguillonne, aiguillonnes, aiguillonnons, aiguillonnez, aiguillonnent, aiguillonnais, aiguillonnait, aiguillonnions, aiguillonniez, aiguillonnaient, aiguillonnai, aiguillonnas, aiguillonna, aiguillonnâmes, aiguillonnâtes, aiguillonnèrent, aiguillonnerai, aiguillonneras, aiguillonnera, aiguillonnerons, aiguillonnerez, aiguillonneront)
to stimulate (put someone on to something; provoke; urge; arouse)
provoquer; stimuler; encourager; éperonner; inciter; exciter; aiguiser; animer; activer; attiser; inciter à; aiguillonner; être l'instigateur de
- provoquer werkwoord (provoque, provoques, provoquons, provoquez, provoquent, provoquais, provoquait, provoquions, provoquiez, provoquaient, provoquai, provoquas, provoqua, provoquâmes, provoquâtes, provoquèrent, provoquerai, provoqueras, provoquera, provoquerons, provoquerez, provoqueront)
- stimuler werkwoord (stimule, stimules, stimulons, stimulez, stimulent, stimulais, stimulait, stimulions, stimuliez, stimulaient, stimulai, stimulas, stimula, stimulâmes, stimulâtes, stimulèrent, stimulerai, stimuleras, stimulera, stimulerons, stimulerez, stimuleront)
- encourager werkwoord (encourage, encourages, encourageons, encouragez, encouragent, encourageais, encourageait, encouragions, encouragiez, encourageaient, encourageai, encourageas, encouragea, encourageâmes, encourageâtes, encouragèrent, encouragerai, encourageras, encouragera, encouragerons, encouragerez, encourageront)
- éperonner werkwoord (éperonne, éperonnes, éperonnons, éperonnez, éperonnent, éperonnais, éperonnait, éperonnions, éperonniez, éperonnaient, éperonnai, éperonnas, éperonna, éperonnâmes, éperonnâtes, éperonnèrent, éperonnerai, éperonneras, éperonnera, éperonnerons, éperonnerez, éperonneront)
- inciter werkwoord (incite, incites, incitons, incitez, incitent, incitais, incitait, incitions, incitiez, incitaient, incitai, incitas, incita, incitâmes, incitâtes, incitèrent, inciterai, inciteras, incitera, inciterons, inciterez, inciteront)
- exciter werkwoord (excite, excites, excitons, excitez, excitent, excitais, excitait, excitions, excitiez, excitaient, excitai, excitas, excita, excitâmes, excitâtes, excitèrent, exciterai, exciteras, excitera, exciterons, exciterez, exciteront)
- aiguiser werkwoord (aiguise, aiguises, aiguisons, aiguisez, aiguisent, aiguisais, aiguisait, aiguisions, aiguisiez, aiguisaient, aiguisai, aiguisas, aiguisa, aiguisâmes, aiguisâtes, aiguisèrent, aiguiserai, aiguiseras, aiguisera, aiguiserons, aiguiserez, aiguiseront)
- animer werkwoord (anime, animes, animons, animez, animent, animais, animait, animions, animiez, animaient, animai, animas, anima, animâmes, animâtes, animèrent, animerai, animeras, animera, animerons, animerez, animeront)
- activer werkwoord (active, actives, activons, activez, activent, activais, activait, activions, activiez, activaient, activai, activas, activa, activâmes, activâtes, activèrent, activerai, activeras, activera, activerons, activerez, activeront)
- attiser werkwoord (attise, attises, attisons, attisez, attisent, attisais, attisait, attisions, attisiez, attisaient, attisai, attisas, attisa, attisâmes, attisâtes, attisèrent, attiserai, attiseras, attisera, attiserons, attiserez, attiseront)
- inciter à werkwoord
- aiguillonner werkwoord (aiguillonne, aiguillonnes, aiguillonnons, aiguillonnez, aiguillonnent, aiguillonnais, aiguillonnait, aiguillonnions, aiguillonniez, aiguillonnaient, aiguillonnai, aiguillonnas, aiguillonna, aiguillonnâmes, aiguillonnâtes, aiguillonnèrent, aiguillonnerai, aiguillonneras, aiguillonnera, aiguillonnerons, aiguillonnerez, aiguillonneront)
- être l'instigateur de werkwoord

Conjugations for stimulate:

present

stimulate
stimulate
stimulates
stimulate
stimulate
stimulate

simple past

stimulated
stimulated
stimulated
stimulated
stimulated
stimulated

present perfect

have stimulated
have stimulated
has stimulated
have stimulated
have stimulated
have stimulated

past continuous

was stimulating
were stimulating
was stimulating
were stimulating
were stimulating
were stimulating

future

shall stimulate
will stimulate
will stimulate
shall stimulate
will stimulate
will stimulate

continuous present

am stimulating
are stimulating
is stimulating
are stimulating
are stimulating
are stimulating

subjunctive

be stimulated
be stimulated
be stimulated
be stimulated
be stimulated
be stimulated

diverse

stimulate!
let's stimulate!
stimulated
stimulating

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor stimulate:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exciter		encouragement; motivation; stimulation; support
inciter		encouragement; motivation; stimulation; support
stimuler		encouragement; motivation; stimulation; support
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
activer	activate; aggravate; arouse; awake; encourage; encourage someone; excite; incite; inspire; motivate; motivate someone; provoke; put someone on to something; stimulate; support; urge	accelerate; activate; begin; blow; blow the fire; boost; commence; encourage; fan; fan a flame; hasten; initiate; instigate; introduce; introduce somebody to; poke; poke up; push on; quicken; set; set in motion; set up; speed up; start; start off; start to; stir; stir up; stoke up; strike up; take off; take on; undertake
aggraver	aggravate; encourage; encourage someone; incite; inspire; motivate; motivate someone; stimulate	acumilate; aggravate; amplify; deepen; escalate; exacerbate; exasperate; fortify; hinder; intensify; invigorate; load; make harder; make heavier; make more difficult; make worse; snowball; strengthen; thwart; weight; worsen
aiguillonner	activate; arouse; drive; encourage; excite; goad; irritate; motivate; nettle; provoke; put someone on to something; stimulate; stir up; urge; whip up	encourage; poke up; push on; stir up; stoke up
aiguiser	activate; arouse; encourage; excite; provoke; put someone on to something; stimulate; stir up; urge	grind; sharpen; strop; tighten; whet
allumer	arouse; excite; stimulate; stir up	bait; burn loose; catch fire; connect; flare up; ignite; incite; inflame; instigate; kindle; light; light up; make burning; put on; put on the fire; send up in flames; set alight; set fire to; shine up; start; stir up; strike; switch on; take fire; turn on
ameuter	arouse; excite; stimulate; stir up	bait; blow the fire; fan a flame; incite; instigate; stir up
animer	activate; aggravate; arouse; awake; encourage; encourage someone; excite; incite; inspire; motivate; motivate someone; provoke; put someone on to something; stimulate; support; urge	activate; animate; awake; boost; encourage; excite; freshen; generate; inspire; prompt; push on; reactivate; recover; refresh; revive; rouse; shake someone awake; strike into
attiser	activate; aggravate; arouse; encourage; encourage someone; incite; inspire; motivate; motivate someone; provoke; put someone on to something; stimulate; urge	agitate; blow; blow the fire; boost; budge; cheer on; churn; drag up; encourage; fan; fan a flame; fire; foment; incite; inspire; instigate; poke; poke up; push on; rake up; shake someone awake; shake up; stir; stir up; stoke up; strike into
aviver	encourage; motivate; stimulate	activate; awake; blow the fire; encourage; excite; fan; fan a flame; foment; freshen; generate; incite; poke up; reactivate; recover; refresh; revive; rouse; stir up; stoke up
convier	drive; excite; incite; stimulate	begin; call in; engage; enlist; initiate; invite; invoke; operationalize
encourager	activate; aggravate; arouse; encourage; encourage someone; incite; inspire; motivate; motivate someone; provoke; put someone on to something; stimulate; urge	blow the fire; encourage; fan a flame; give a pep-talk; hold a pep-talk; push on
encourager à	drive; excite; incite; stimulate
enflammer	activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support
exciter	activate; arouse; drive; encourage; excite; incite; motivate; provoke; put someone on to something; stimulate; stir up; urge	bait; blow the fire; boost; cheer on; encourage; excite; fan; fan a flame; fire; foment; incite; inspire; instigate; poke up; push on; stir up; stoke up; strike into
inciter	activate; aggravate; arouse; encourage; encourage someone; excite; incite; inspire; motivate; motivate someone; provoke; put someone on to something; stimulate; stir up; urge	bait; boost; drive; encourage; incite; instigate; poke up; prompt; push on; shake someone awake; stir up; stoke up; urge
inciter à	activate; arouse; encourage; motivate; provoke; put someone on to something; stimulate; urge	badger; bait; blow the fire; boost; bring about; bring on; cause; elicit; encourage; fan; fan a flame; foment; give rise to; incite; instigate; needle; provoke; push on; stir up; tease
inviter	drive; excite; incite; stimulate	begin; call in; call out to; call upon; cry out to; engage; enlist; initiate; invite; invoke; operationalize; prompt; regale; stand treat; treat
motiver	aggravate; encourage; encourage someone; incite; inspire; motivate; motivate someone; stimulate
picoter	arouse; excite; stimulate; stir up
piquer	arouse; excite; stimulate; stir up	administer a medecin w a syringe; anger; annoy; banquet; bite; cadge; cajole; catch; caught; cause irritation; chafe; clasp; clutch; coax; collar; corrode; cuddle; cut; drag; expropriate; feast; filch; give offence; gnaw; go thieving; grasp; grate; grip; irritate; make off with; mooch; nick; obtain by begging; pilfer; pinch; plane; prick; purloin; reach; regale; rise to the bait; rob; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; smooth; snap; snatch; snatch away; snatch off; sneak up on; snitch; snout; spout; spurt; steal; stick; sting; swipe; take; take away; take unaware; tattle; toil and moil; twig; vex; wheedle; yearn
pousser en avant	drive; goad; irritate; nettle; stimulate; whip up	advance; give a push; move on; move up; propel; push; push along; push forward; push on; shove; slide in front
presser	drive; excite; incite; stimulate	accelerate; boost; chase; clasp; clench; clutch; compress; crush; encourage; fasten; grabble; grasp; grip; hasten; hurry; hustle; insist; keep on; make haste; move it; pack; peg out; persist; pinch; pinch out; press; press in; press together; push on; quicken; rouse; rummage; rush; scramble; seize; speed up; squeeze; squeeze dry; squeeze empty; squeeze out; storm; urge; wedge
propulser	drive; goad; irritate; nettle; stimulate; whip up	flip forward; move on; propel; push on
provoquer	activate; arouse; encourage; provoke; put someone on to something; stimulate; urge	badger; bait; bring about; bring on; cause; create; elicit; engender; give rise to; instigate; needle; produce; provoke; tease
ranimer	aggravate; encourage; encourage someone; incite; inspire; motivate; motivate someone; stimulate	activate; awake; blow; blow the fire; cheer on; drag up; encourage; excite; fan; fan a flame; fire; freshen; generate; get over; incite; inspire; poke up; rake up; reactivate; recover; refresh; revive; rouse; stir up; stoke up; strike into
raviver	activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support	activate; awake; brighten up; cheer up; comfort; drag up; excite; freshen; generate; gladden; liven up; rake up; reactivate; recover; refresh; revive; rouse; stir up
s'empresser	drive; excite; incite; stimulate	hasten; hurry; hurry up; hustle; rush
stimuler	activate; aggravate; arouse; awake; drive; encourage; encourage someone; excite; incite; inspire; motivate; motivate someone; provoke; put someone on to something; stimulate; stir up; support; urge	activate; animate; blow; cheer on; drive; encourage; fan; fire; incite; inspire; poke up; prompt; push on; shake someone awake; stir up; stoke up; strike into; urge
vivifier	activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support	activate; animate; awake; cheer on; encourage; excite; fire; freshen; generate; incite; inspire; prompt; reactivate; recover; refresh; revive; rouse; strike into
éperonner	activate; aggravate; arouse; encourage; encourage someone; incite; inspire; motivate; motivate someone; provoke; put someone on to something; stimulate; urge	bang; boost; encourage; hammer; push on; thump
être l'instigateur de	activate; arouse; encourage; provoke; put someone on to something; stimulate; urge	bring about; bring on; cause; elicit
-	arouse; brace; cause; energise; energize; excite; get; hasten; have; induce; make; perk up; provoke; rush; shake; shake up; stir
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
activer		enable; turn on
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	egg; fecundate; fertilise; fertilize; inspire; rush

Verwante woorden van "stimulate":

stimulating, stimulated, stimulative, stimulation

Synoniemen voor "stimulate":

excite; affect; impact; bear upon; bear on; touch on; touch
induce; cause; have; get; make
shake; shake up; stir; arouse; elicit; enkindle; kindle; evoke; fire; raise; provoke; stir up
arouse; brace; energize; energise; perk up
rush; hasten; effect; effectuate; set up
sensitize; sensitise
provoke; challenge

Antoniemen van "stimulate":

stifle; de-energise; de-energize; sedate

Verwante definities voor "stimulate":

cause to be alert and energetic¹
- Coffee and tea stimulate me¹
- This herbal infusion doesn't stimulate¹
act as a stimulant¹
- The book stimulated her imagination¹
- This play stimulates¹
cause to do; cause to act in a specified manner¹
provide the needed stimulus for¹
cause to occur rapidly¹
stir the feelings, emotions, or peace of¹
stir feelings in¹
- stimulate my appetite¹

Wiktionary: stimulate

stimulate

verb

to encourage into action
- stimulate → stimuler
to arouse an organism to functional activity
- stimulate → stimuler

stimulate

verb

Engager, porter à.
- exciter → stimulate; excite; agitate
Animer, encourager.
- exciter → stimulate; excite; agitate; rouse
pousser, déterminer à faire quelque chose.
- inciter → stimulate; encourage; urge; prod; spur on; spur; instigate; stir up; impel; prompt; stir; abet; trigger
mettre en colère.
- irriter → irritate; excite; incite; provoke; rouse; stimulate; stir up; arouse
aiguillonner ; exciter.
- stimuler → stimulate; rouse; stir up

Cross Translation:

From	To	Via
• stimulate	→ stimuler	↔ stimuleren — maatregelen nemen om iets te bevorderen
• stimulate	→ inciter	↔ opwekken — opmonteren, animeren

Remove Ads

Vertaal stimulation van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor stimulation (Engels) in het Frans

stimulation:

stimulation [the ~] zelfstandig naamwoord

the stimulation (encouragement; encouraging; support; cheers; urging; urging on; help; stay; switching on; putting on; turning up; turning on)

the stimulation (stimulant; stimulus; impulse; thrill; incitement)

the stimulation

the stimulation (instigation)

the stimulation (inciting; encouraging; impelling; turning on)

the stimulation (motivation; support; encouragement)