Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- sneaking:
- sneak:
-
Wiktionary:
- sneak → faucher, piquer, resquiller, cacher, dissimuler, masquer, planquer, glisser
- sneak → cafteur
- sneak → se glisser, cafarder, cafeter, moucharder, rapporter, quelque chose, à, quelqu’un
Engels
Uitgebreide vertaling voor sneaking (Engels) in het Frans
sneaking:
-
sneaking (furtive; secretly; stealthy; concealed; clandestine)
clandestin; furtif; caché; furtivement; secret; clandestinement; secrètement-
clandestin bijvoeglijk naamwoord
-
furtif bijvoeglijk naamwoord
-
caché bijvoeglijk naamwoord
-
furtivement bijvoeglijk naamwoord
-
secret bijvoeglijk naamwoord
-
clandestinement bijvoeglijk naamwoord
-
secrètement bijvoeglijk naamwoord
-
-
sneaking (stealthy; furtive; clandestine; secret)
secret; inaperçu; clandestin-
secret bijvoeglijk naamwoord
-
inaperçu bijvoeglijk naamwoord
-
clandestin bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor sneaking:
Verwante woorden van "sneaking":
Synoniemen voor "sneaking":
Verwante definities voor "sneaking":
sneaking vorm van sneak:
-
to sneak
se glisser; marcher à pas de loup; se couler; se faufiler-
se glisser werkwoord
-
marcher à pas de loup werkwoord
-
se couler werkwoord
-
se faufiler werkwoord
-
-
to sneak (slip; make a slip; steal)
perdre; échapper; échapper à; glisser; s'échapper; glisser entre les mains-
perdre werkwoord (perds, perd, perdons, perdez, perdent, perdais, perdait, perdions, perdiez, perdaient, perdis, perdit, perdîmes, perdîtes, perdirent, perdrai, perdras, perdra, perdrons, perdrez, perdront)
-
échapper werkwoord (échappe, échappes, échappons, échappez, échappent, échappais, échappait, échappions, échappiez, échappaient, échappai, échappas, échappa, échappâmes, échappâtes, échappèrent, échapperai, échapperas, échappera, échapperons, échapperez, échapperont)
-
échapper à werkwoord
-
glisser werkwoord (glisse, glisses, glissons, glissez, glissent, glissais, glissait, glissions, glissiez, glissaient, glissai, glissas, glissa, glissâmes, glissâtes, glissèrent, glisserai, glisseras, glissera, glisserons, glisserez, glisseront)
-
s'échapper werkwoord
-
glisser entre les mains werkwoord
-
Conjugations for sneak:
present
- sneak
- sneak
- sneaks
- sneak
- sneak
- sneak
simple past
- sneaked
- sneaked
- sneaked
- sneaked
- sneaked
- sneaked
present perfect
- have sneaked
- have sneaked
- has sneaked
- have sneaked
- have sneaked
- have sneaked
past continuous
- was sneaking
- were sneaking
- was sneaking
- were sneaking
- were sneaking
- were sneaking
future
- shall sneak
- will sneak
- will sneak
- shall sneak
- will sneak
- will sneak
continuous present
- am sneaking
- are sneaking
- is sneaking
- are sneaking
- are sneaking
- are sneaking
subjunctive
- be sneaked
- be sneaked
- be sneaked
- be sneaked
- be sneaked
- be sneaked
diverse
- sneak!
- let's sneak!
- sneaked
- sneaking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the sneak (smooth operator; fly boy; shifty character; slick customer)
Vertaal Matrix voor sneak:
Verwante woorden van "sneak":
Synoniemen voor "sneak":
Verwante definities voor "sneak":
Wiktionary: sneak
sneak
Cross Translation:
verb
sneak
-
to creep
- sneak → faucher; piquer; resquiller
-
to hide in a mean or cowardly manner
- sneak → cacher; dissimuler; masquer; planquer
noun
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• sneak | → se glisser | ↔ sluipen — zeer voorzichtig lopen, op zo'n manier dat ontdekking vermeden kan worden |
• sneak | → cafarder; cafeter; moucharder; rapporter; quelque chose; à; quelqu’un | ↔ petzen — intransitiv, transitiv; schülersprachlich und familiär abwertend: (vornehmlich einer Lehrperson, den Eltern oder ähnlichen Autoritätspersonen) wissen lassen, dass jemand Anderer etwas unerlaubt, unrechtmäßig oder dergleichen getan hat |