Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
smart:
- intelligent; malin; futé; éveillé; dégourdi; astucieusement; débrouillard; rusé; avisé; astucieux; prompt; roublard; érudit; savant; cultivé; raisonnable; sage; raisonnablement; sensé; intelligemment; sagement; sensément; joli; prompt à la riposte; vif; à propos; sagace; adroit; tranchant; judicieux; vive; habile; avec ruse; fin; alerte; au fait; ingénieux; promptement; ingénieusement; avec intelligence; brillant; sagacieux; agile; perspicace; chic; distingué; de goût; élégant; esthétique; gracieux; soigné; avec élégance; avec classe; du meilleur goût; gracieusement; esthétiquement; de bon goût; avec grâce; d'un bon style; subtil; méticuleux; très soigné; impeccable; impeccablement; méticuleusement; parfait; fringant; à la perfection; tiré à quatre épingles; avec élégamce; très élegant; sémillant
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor smartest (Engels) in het Frans
smart:
-
smart (canny; shrewd; wily; sly)
intelligent; malin; futé; éveillé; dégourdi; astucieusement; débrouillard; rusé; avisé; astucieux; prompt; roublard-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
futé bijvoeglijk naamwoord
-
éveillé bijvoeglijk naamwoord
-
dégourdi bijvoeglijk naamwoord
-
astucieusement bijvoeglijk naamwoord
-
débrouillard bijvoeglijk naamwoord
-
rusé bijvoeglijk naamwoord
-
avisé bijvoeglijk naamwoord
-
astucieux bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
roublard bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (educated; erudite; intelligent; clever)
-
smart (sensible; wise; right-thinking; sane; clever; bright; intelligent)
raisonnable; intelligent; sage; raisonnablement; malin; sensé; intelligemment; sagement; sensément-
raisonnable bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
sage bijvoeglijk naamwoord
-
raisonnablement bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
sensé bijvoeglijk naamwoord
-
intelligemment bijvoeglijk naamwoord
-
sagement bijvoeglijk naamwoord
-
sensément bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (handsome; bright)
-
smart (perky; astute; clever; resourceful; wily; bright; sharp)
prompt à la riposte; vif; malin; débrouillard; intelligent; à propos; sagace; adroit; tranchant; astucieusement; futé; judicieux; vive; habile; éveillé; avec ruse; fin; alerte; rusé; astucieux; avisé; prompt; au fait; ingénieux; dégourdi; intelligemment; promptement; ingénieusement-
prompt à la riposte bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
débrouillard bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
à propos bijvoeglijk naamwoord
-
sagace bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
tranchant bijvoeglijk naamwoord
-
astucieusement bijvoeglijk naamwoord
-
futé bijvoeglijk naamwoord
-
judicieux bijvoeglijk naamwoord
-
vive bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
éveillé bijvoeglijk naamwoord
-
avec ruse bijvoeglijk naamwoord
-
fin bijvoeglijk naamwoord
-
alerte bijvoeglijk naamwoord
-
rusé bijvoeglijk naamwoord
-
astucieux bijvoeglijk naamwoord
-
avisé bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
au fait bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieux bijvoeglijk naamwoord
-
dégourdi bijvoeglijk naamwoord
-
intelligemment bijvoeglijk naamwoord
-
promptement bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (intelligent; knowledgable; bright; wise; sensible; brainy; clever; sharp; brilliant)
intelligent; intelligemment; avec intelligence-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
intelligemment bijvoeglijk naamwoord
-
avec intelligence bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (wise; clever)
intelligent; ingénieux; ingénieusement; intelligemment-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieux bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieusement bijvoeglijk naamwoord
-
intelligemment bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (astute; clever; intelligent; wise; bright; ingenious; sagacious; skilful; sly; wily; crafty; shrewd; skillful)
intelligent; malin; brillant; futé; adroit; judicieux; rusé; sagacieux; habile; débrouillard; agile; perspicace; astucieux; ingénieux; roublard-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
brillant bijvoeglijk naamwoord
-
futé bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
judicieux bijvoeglijk naamwoord
-
rusé bijvoeglijk naamwoord
-
sagacieux bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
débrouillard bijvoeglijk naamwoord
-
agile bijvoeglijk naamwoord
-
perspicace bijvoeglijk naamwoord
-
astucieux bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieux bijvoeglijk naamwoord
-
roublard bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (alert; agile; brisk; rapid; quick)
-
smart (stylish; aesthetic; sophisticated; elegant; graceful; tasteful; classy; glamorous; classical; in good style; in good taste; glamourous; esthetic)
chic; distingué; de goût; élégant; esthétique; gracieux; soigné; avec élégance; avec classe; du meilleur goût; gracieusement; esthétiquement; de bon goût; avec grâce; d'un bon style-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
distingué bijvoeglijk naamwoord
-
de goût bijvoeglijk naamwoord
-
élégant bijvoeglijk naamwoord
-
esthétique bijvoeglijk naamwoord
-
gracieux bijvoeglijk naamwoord
-
soigné bijvoeglijk naamwoord
-
avec élégance bijvoeglijk naamwoord
-
avec classe bijvoeglijk naamwoord
-
du meilleur goût bijvoeglijk naamwoord
-
gracieusement bijvoeglijk naamwoord
-
esthétiquement bijvoeglijk naamwoord
-
de bon goût bijvoeglijk naamwoord
-
avec grâce bijvoeglijk naamwoord
-
d'un bon style bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (elegant)
-
smart (clever; astute; resourceful; crafty; shrewd; wily; sly)
futé; vif; intelligent; astucieux; ingénieux; malin; éveillé; débrouillard; rusé; subtil; astucieusement; avec ruse-
futé bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
astucieux bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieux bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
éveillé bijvoeglijk naamwoord
-
débrouillard bijvoeglijk naamwoord
-
rusé bijvoeglijk naamwoord
-
subtil bijvoeglijk naamwoord
-
astucieusement bijvoeglijk naamwoord
-
avec ruse bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (natty; spick and span; top-notch; tip-top; slick; posh; swell; first-class; first-rate)
méticuleux; très soigné; impeccable; impeccablement; méticuleusement; parfait; fringant; élégant; à la perfection; tiré à quatre épingles; avec élégamce; très élegant-
méticuleux bijvoeglijk naamwoord
-
très soigné bijvoeglijk naamwoord
-
impeccable bijvoeglijk naamwoord
-
impeccablement bijvoeglijk naamwoord
-
méticuleusement bijvoeglijk naamwoord
-
parfait bijvoeglijk naamwoord
-
fringant bijvoeglijk naamwoord
-
élégant bijvoeglijk naamwoord
-
à la perfection bijvoeglijk naamwoord
-
tiré à quatre épingles bijvoeglijk naamwoord
-
avec élégamce bijvoeglijk naamwoord
-
très élegant bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (bright; clever; sharp)
-
smart (sharp; nimble; clever; quick)
-
smart (spruce)
Vertaal Matrix voor smart:
Verwante woorden van "smart":
Synoniemen voor "smart":
Antoniemen van "smart":
Verwante definities voor "smart":
Wiktionary: smart
smart
Cross Translation:
verb
smart
-
to hurt or sting
- smart → piquer
-
exhibiting intellectual knowledge, such as that found in books
- smart → habile; intelligent
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• smart | → cuire | ↔ schrijnen — branderig aanvoelen |
• smart | → rusé; malin | ↔ clever — schlau, gewitzt |
• smart | → futé | ↔ hell — klug |
• smart | → rusé; astucieux | ↔ listig — klug |
• smart | → malin; rusé; astucieux | ↔ schlau — um Wege wissend, seine Ziele (dennoch) zu erreichen |
• smart | → rusé | ↔ smart — geschickt, durchtrieben, pfiffig, findig |
• smart | → élégant | ↔ smart — elegant, hübsch, schneidig |