Sleepiness in het Frans vertaald uit het Engels

Engels

Uitgebreide vertaling voor sleepiness (Engels) in het Frans

sleepiness:

sleepiness [the ~] zelfstandig naamwoord

the sleepiness (drowsiness; dreaminess)
la somnolence
- somnolence [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sleepiness:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
somnolence	dreaminess; drowsiness; sleepiness	dozing; drowsing; napping; slumber; slumbering; snoozing
-	drowsiness; somnolence

Verwante woorden van "sleepiness":

sleepy

Synoniemen voor "sleepiness":

drowsiness; somnolence; temporary state

Antoniemen van "sleepiness":

wakefulness

Verwante definities voor "sleepiness":

a very sleepy state¹
- sleepiness causes many driving accidents¹

Wiktionary: sleepiness

sleepiness

noun

property of being sleepy
- sleepiness → somnolence

sleepiness

noun

état d’inertie, de songe, ou de torpeur, lié à la fatigue, à la chaleur ou au froid.
- somnolence → sleepiness; drowsiness

Cross Translation:

From	To	Via
• sleepiness	→ sommeil	↔ slaperigheid — de neiging te gaan slapen
• sleepiness	→ somnolence	↔ Schläfrigkeit — das Verspüren des Bedürfnisses nach Schlaf, die Neigung zum Einschlafen

sleepiness vorm van sleepy:

sleepy bijvoeglijk naamwoord

sleepy (overcome with sleep)
somnolent; encore tout endormi
- somnolent bijvoeglijk naamwoord
- encore tout endormi bijvoeglijk naamwoord
sleepy (drowsy; fuzzy; soporific; dozy)
endormi; hébété; abruti; étourdi; somnolent; à moitié endormi
- endormi bijvoeglijk naamwoord
- hébété bijvoeglijk naamwoord
- abruti bijvoeglijk naamwoord
- étourdi bijvoeglijk naamwoord
- somnolent bijvoeglijk naamwoord
- à moitié endormi bijvoeglijk naamwoord
sleepy (drowsy)
pris de sommeil; somnolent; à moitié endormi
- pris de sommeil bijvoeglijk naamwoord
- somnolent bijvoeglijk naamwoord
- à moitié endormi bijvoeglijk naamwoord
sleepy (drowsy; muzzy; dull; soporific; staggered; dozy; dopey; stupefied; mindless)
abruti; terne; étourdi; hébété
- abruti bijvoeglijk naamwoord
- terne bijvoeglijk naamwoord
- étourdi bijvoeglijk naamwoord
- hébété bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor sleepy:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abruti		Simple Simon; birdbrain; blockhead; dimwit; duffer; dunce; fat head; fathead; feather head; fool; idiot; idler; layabout; loafer; lounger; meathead; nerd; nincompoop; ninny; nitwit; numbskull; numskull; oaf; rattle brain; rattle-brain; simpleton; skulker; slacker; sluggard; stupid; twerp
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	sleepy-eyed; sleepyheaded
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	drowsy; half awake
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abruti	dopey; dozy; drowsy; dull; fuzzy; mindless; muzzy; sleepy; soporific; staggered; stupefied	dazed; numb; stunned; stupefied
encore tout endormi	overcome with sleep; sleepy
endormi	dozy; drowsy; fuzzy; sleepy; soporific
hébété	dopey; dozy; drowsy; dull; fuzzy; mindless; muzzy; sleepy; soporific; staggered; stupefied	absent; amazed; astonished; blank; dull; dumb; flabbergasted; fusty; inarticulate; speechless; staggered; stupefied; thoughtless; unthinking
pris de sommeil	drowsy; sleepy	drowsy
somnolent	dozy; drowsy; fuzzy; overcome with sleep; sleepy; soporific	day-dreaming; dreamy; drowsy
terne	dopey; dozy; drowsy; dull; mindless; muzzy; sleepy; soporific; staggered; stupefied	ash grey; ashen; baggy; bland; boring; cheerless; churlish; dead; deadening; deceased; dim; dowdy; drab; drained; dreary; dull; dusted; easily; easy; effortless; faded; faint; flabbergasted; frosted; gloomy; grey; grubby; joyless; languid; lifeless; listless; lurid; malicious; mat; matt; matted; misty; not difficult; not hard; pale; passed away; powdered; sad; sallow; shoddy; simple; slatternly; sloppy; slovenly; speechless; spiritless; tasteless; tired; tongue-tied; unanimated; unsavory; unsavoury; washed out; weary
à moitié endormi	dozy; drowsy; fuzzy; sleepy; soporific
étourdi	dopey; dozy; drowsy; dull; fuzzy; mindless; muzzy; sleepy; soporific; staggered; stupefied	amazed; astonished; blank; dazed; dizzy; dumb; flabbergasted; foolhardy; frivolous; inarticulate; intoxicated; light; light-headed; numb; rash; reckless; speechless; staggered; stunned; stupefied; thoughtless; under the influence

Verwante woorden van "sleepy":

sleepiness, sleepier, sleepiest

Synoniemen voor "sleepy":

sleepy-eyed; sleepyheaded; asleep

Verwante definities voor "sleepy":

ready to fall asleep¹
- beginning to feel sleepy¹

Wiktionary: sleepy

sleepy

adjective

feeling the need for sleep
- sleepy → somnolent; endormi; ensommeillé; ensuqué

Cross Translation:

From	To	Via
• sleepy	→ fatigué	↔ slaperig — behoefte tot slaap vertonend
• sleepy	→ endormi	↔ duf — slaperig
• sleepy	→ fatigué	↔ müde — schläfrig sein, schlafbedürftig
• sleepy	→ endormi	↔ schläfrig — ein Bedürfnis nach Schlaf verspürend, geneigt einschlafen

Vertaal sleepiness van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor sleepiness (Engels) in het Frans

sleepiness:

sleepiness [the ~] zelfstandig naamwoord

the sleepiness (drowsiness; dreaminess)

Vertaal Matrix voor sleepiness:

Verwante woorden van "sleepiness":

Synoniemen voor "sleepiness":

Antoniemen van "sleepiness":

Verwante definities voor "sleepiness":

Wiktionary: sleepiness

sleepiness vorm van sleepy:

sleepy bijvoeglijk naamwoord

sleepy (overcome with sleep)

sleepy (drowsy; fuzzy; soporific; dozy)

sleepy (drowsy)

sleepy (drowsy; muzzy; dull; soporific; staggered; dozy; dopey; stupefied; mindless)

Vertaal Matrix voor sleepy:

Verwante woorden van "sleepy":

Synoniemen voor "sleepy":

Verwante definities voor "sleepy":

Wiktionary: sleepy