Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
skilled:
- capable; bon; qualifié; compétent; apte; habile; professionnel; spécialisé; expert; formé; autorisé; habilité; légitime; licite; entraîné; exercé; adroitement; adroit; habilement; diplômé
- skill:
-
Wiktionary:
- skilled → adroit, compétent, habile, savant
- skilled → habile (dans), spécialiste, expert, adroit, habile
- skill → habileté, don, capacité, adresse, connaissance, habilité
- skill → habileté, compétence, capacité, faculté, aptitude
Engels
Uitgebreide vertaling voor skilled (Engels) in het Frans
skilled:
-
skilled (capable; qualified; competent; proficient; considerate; efficient; able; fit; good)
capable; bon; qualifié; compétent; apte; habile; professionnel; spécialisé; expert-
capable bijvoeglijk naamwoord
-
bon bijvoeglijk naamwoord
-
qualifié bijvoeglijk naamwoord
-
compétent bijvoeglijk naamwoord
-
apte bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
professionnel bijvoeglijk naamwoord
-
spécialisé bijvoeglijk naamwoord
-
expert bijvoeglijk naamwoord
-
-
skilled (schooled; educated; practised; practiced)
-
skilled (authorized; competent; authorised)
-
skilled (capable; proficient; adroit; trained; skilful; able; skillful)
capable; entraîné; compétent; habile; exercé; adroitement; apte; adroit; habilement-
capable bijvoeglijk naamwoord
-
entraîné bijvoeglijk naamwoord
-
compétent bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
exercé bijvoeglijk naamwoord
-
adroitement bijvoeglijk naamwoord
-
apte bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
habilement bijvoeglijk naamwoord
-
-
skilled (qualified; certified; competent)
Vertaal Matrix voor skilled:
Verwante woorden van "skilled":
Synoniemen voor "skilled":
Antoniemen van "skilled":
Verwante definities voor "skilled":
Wiktionary: skilled
skilled
Cross Translation:
adjective
-
Qui a de l’adresse. (Sens général).
-
juri|fr Qui appartenir, qui est dû en vertu de certains droits. Il ne se dit, en ce sens, que d’une portion de quelque bien, de quelque domaine.
-
adroit ; qui fait ce qu’il entreprendre avec souplesse.
-
Qualifie certains animaux dressé à certains exercices.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• skilled | → habile (dans) | ↔ bedreven — ervaren en handig, vakkundig |
• skilled | → spécialiste; expert | ↔ fachmännisch — sachgerecht, sachverständig, von einem Fachmann oder einer Fachfrau aus gesehen oder gemacht |
• skilled | → adroit; habile | ↔ geschickt — von hoch, guter Handfertigkeit, Handwerklichkeit |
skilled vorm van skill:
-
the skill (ability; dexterity; adroitness; knack)
-
the skill (routine; practice; experience; practise)
l'expérience; la pratique; le savoir-faire; l'entraînement; l'étude; la routine; la formation; l'exercice -
the skill (ability)
-
the skill (dexterity; art; trick; agility; adroitness; ability; knack)
l'art; l'habileté; le savoir-faire; le tour; la dextérité; l'adresse; l'aptitude; le trucage; le tour d'artifice -
the skill (competence; expertise; capability; business sense)
la compétence; la capacité; la compétences; le savoir-faire; l'expertise; l'habileté; la compétence d'un expert -
the skill (craftsmanship; expertise; skilled labour)
– an ability that has been acquired by training 1 -
the skill (knack; ability)
-
the skill
– The ability to proficiently perform certain tasks or duties. 2
Vertaal Matrix voor skill:
Verwante woorden van "skill":
Synoniemen voor "skill":
Verwante definities voor "skill":
Wiktionary: skill
skill
skill
Cross Translation:
noun
-
caractéristique de qui est adroit.
-
Pouvoir de réaliser ou de produire qqchose
-
Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître
-
facilité, disposition, qualité qui rend propre à faire certaines choses, à réussir dans certaines actions, en particulier en utilisant ses mains.
-
rare|fr droit|fr résultat de l’habilitation, aptitude.
- habilité → ability; capability; power; skill
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• skill | → habileté | ↔ vaardigheid — het vermogen om een handeling bekwaam uit te voeren of een probleem juist op te lossen |
• skill | → compétence | ↔ Fertigkeit — (erworbene) Befähigung, etwas Bestimmtes zu können |
• skill | → capacité; faculté; aptitude | ↔ Fähigkeit — der (angeborene) Zustand, zu etwas fähig oder in der Lage zu sein |
Computer vertaling door derden: