Home ->Woordenboeken ->Engels/Frans ->Vertaal raciness

Vertaal raciness van Engels naar Frans

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

racy:
- osé; risqué
Wiktionary:
- raciness → piquant
- racy → aigu, piquant, érotique

Engels

Uitgebreide vertaling voor raciness (Engels) in het Frans

raciness:

Vertaal Matrix voor raciness:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	bite; gaminess; pungency; ribaldry; sharpness; spiciness

Synoniemen voor "raciness":

pungency; bite; sharpness; spiciness; spice; spicery
gaminess; ribaldry; spiciness; indelicacy

Verwante definities voor "raciness":

behavior or language bordering on indelicacy¹
a strong odor or taste property¹
- the raciness of the wine¹

Wiktionary: raciness

raciness

noun

the property of being racy
- raciness → piquant

racy:

racy bijvoeglijk naamwoord

racy
osé; risqué
- osé bijvoeglijk naamwoord
- risqué bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor racy:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	blue; full-bodied; gamey; gamy; juicy; lively; naughty; rich; risque; robust; spicy
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
osé	racy	audacious; daring; foolhardy; light-headed; overconfident; presumptuous; rash; reckless; temerarious
risqué	racy	audacious; dangerous; daring; deceptive; foolhardy; hazardous; light-headed; overconfident; perilous; presumptuous; rash; reckless; risky; temerarious; unsafe

Verwante woorden van "racy":

raciness, racier, raciest

Synoniemen voor "racy":

lively; spirited
full-bodied; rich; robust; tasty
blue; gamy; gamey; juicy; naughty; risque; spicy; sexy
mobile

Verwante definities voor "racy":

designed or suitable for competing in a race¹
suggestive of sexual impropriety¹
- racy anecdotes¹
full of zest or vigor¹
- a racy literary style¹
marked by richness and fullness of flavor¹

Wiktionary: racy

racy

adjective

Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
- aigu → sharp; acute; shrill; nasty; racy; lurid; acrid; acrimonious; keen; poignant; waspish; strident
Qui piquer.
- piquant → sharp; trenchant; spicy; nasty; racy; lurid; acrid; acrimonious; keen; poignant; waspish; acute
Qui appartenir, qui a rapport à l’amour, qui en procéder.
- érotique → erotic; racy; risqué

Computer vertaling door derden:

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University