Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. producers:
  2. producer:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor producers (Engels) in het Frans

producers:

producers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the producers
    le fabricants; le producteurs
  2. the producers (authors; architects)
    l'auteurs
    • auteurs [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor producers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auteurs architects; authors; producers authors
fabricants producers
producteurs producers

Verwante woorden van "producers":


producers vorm van producer:

producer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the producer (manufacturer; maker)
    le fabricant; le producteur; l'industriel; le constructeur
  2. the producer
    le producteur; l'éleveur; le cultivateur; le fabricant
  3. the producer (author; maker; architect; artist)
    l'auteur; le constructeur; le fabricant; l'architecte; le faiseur

Vertaal Matrix voor producer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
architecte architect; artist; author; maker; producer architect; author; creator; maker; originator; site manager
auteur architect; artist; author; maker; producer acter; adapter; author; committer; creator; doer; letter-writer; maker; offender; originator; perpetrator; procreator; writer
constructeur architect; artist; author; maker; manufacturer; producer anthologist; arranger; author; builder; building contractor; building labourer; compiler; composer; construction worker; constructor; contractor; creator; design engineer; designer; drafter; framer; maker; originator
cultivateur producer agrarian; agricultral worker; agriculturist; breeder; cultivator; farmer; grower; horticulturist; rancher
fabricant architect; artist; author; maker; manufacturer; producer author; creator; maker; originator
faiseur architect; artist; author; maker; producer author; building labourer; construction worker; creator; maker; originator
industriel maker; manufacturer; producer
producteur maker; manufacturer; producer breeder; cultivator; grower
éleveur producer breeder; cattle-breeder; cultivator; grower; raiser; stock-breeder
- manufacturer
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- stage manager
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
constructeur creative
industriel industrial

Verwante woorden van "producer":


Synoniemen voor "producer":


Verwante definities voor "producer":

  1. something that produces1
    • Maine is a leading producer of potatoes1
    • this microorganism is a producer of disease1
  2. someone who manufactures something1
  3. someone who finds financing for and supervises the making and presentation of a show (play or film or program or similar work)1

Wiktionary: producer

producer
noun
  1. in economics
  2. in arts
producer
noun
  1. Personne du monde de l’audiovisuel

Cross Translation:
FromToVia
producer fabricant Erzeuger — Hersteller eines Produktes
producer fabricant; producteur Hersteller — das Unternehmen, das einen bestimmten Artikel herstellt (produziert)