Engels
Uitgebreide vertaling voor practical (Engels) in het Frans
practical:
-
practical (in practice)
pratique; concret; dans la pratique; en pratique-
pratique bijvoeglijk naamwoord
-
concret bijvoeglijk naamwoord
-
dans la pratique bijvoeglijk naamwoord
-
en pratique bijvoeglijk naamwoord
-
-
practical
pratique; de façon pratique; aisé; utile; commode; commodément; aisément; appliqué-
pratique bijvoeglijk naamwoord
-
de façon pratique bijvoeglijk naamwoord
-
aisé bijvoeglijk naamwoord
-
utile bijvoeglijk naamwoord
-
commode bijvoeglijk naamwoord
-
commodément bijvoeglijk naamwoord
-
aisément bijvoeglijk naamwoord
-
appliqué bijvoeglijk naamwoord
-
-
practical (applied)
appliqué; pratique; utile; de façon pratique-
appliqué bijvoeglijk naamwoord
-
pratique bijvoeglijk naamwoord
-
utile bijvoeglijk naamwoord
-
de façon pratique bijvoeglijk naamwoord
-