Payment in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

payment:
- paiement; règlement; allocation de chômage; allocation; salaire; rémunération; honoraire; paie; revenu; paye; traitement; solde; prime; récompense; rétribution; gages; cachet; appointements; remboursement; contribution; acquittement; compensation; dédommagement; indemnité; réparation; versement; restitutions; remboursements; acquittements
pay:
- payer; régler; payer la note; solder; égaliser; s'acquitter de; dépenser; rémunérer; rétribuer; acquitter; achever; assimiler; niveler; salarier; récompenser; indemniser; porter en compte; supporter les frais de; participer aux frais; ajouter; payer un supplément
- salaire; rémunération; paye; rétribution; traitement; solde; gages; appointements; honoraire; paie; revenu; prime; récompense; cachet; revenus; ressources; lancement
Wiktionary:
- payment → paiement, payement, paye, versement
- payment → payement, paiement
- pay → payer, verser, régler, appointer
- pay → salaire, solde
- pay → solde, salaire, appointer, rétribuer, rémunérer, payer, régler, paye, donner, payer pour, dédommager, verser

Engels

Uitgebreide vertaling voor payment (Engels) in het Frans

payment:

payment [the ~] zelfstandig naamwoord

the payment (pay-off; compensation)
le paiement; le règlement
- paiement [le ~] zelfstandig naamwoord
- règlement [le ~] zelfstandig naamwoord
the payment (social security; welfare; dole; relief)
l'allocation de chômage; l'allocation
- allocation de chômage [la ~] zelfstandig naamwoord
- allocation [la ~] zelfstandig naamwoord
the payment (salary; wage; allowance; fee; wages; compensation; income; pay)
le salaire; la rémunération; l'honoraire; la paie; le revenu; la paye; le traitement; la solde; la prime; la récompense; la rétribution; le gages; le cachet; l'appointements
- salaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- rémunération [la ~] zelfstandig naamwoord
- honoraire [le ~] zelfstandig naamwoord
- paie [la ~] zelfstandig naamwoord
- revenu [le ~] zelfstandig naamwoord
- paye [la ~] zelfstandig naamwoord
- traitement [le ~] zelfstandig naamwoord
- solde [la ~] zelfstandig naamwoord
- prime [la ~] zelfstandig naamwoord
- récompense [la ~] zelfstandig naamwoord
- rétribution [la ~] zelfstandig naamwoord
- gages [le ~] zelfstandig naamwoord
- cachet [le ~] zelfstandig naamwoord
- appointements [le ~] zelfstandig naamwoord
the payment (settlement; paying off)
le paiement; le remboursement; le règlement; la contribution; l'acquittement
- paiement [le ~] zelfstandig naamwoord
- remboursement [le ~] zelfstandig naamwoord
- règlement [le ~] zelfstandig naamwoord
- contribution [la ~] zelfstandig naamwoord
- acquittement [le ~] zelfstandig naamwoord
the payment (settlement; paying off)
l'acquittement; le règlement; le paiement
- acquittement [le ~] zelfstandig naamwoord
- règlement [le ~] zelfstandig naamwoord
- paiement [le ~] zelfstandig naamwoord
the payment (compensation; remuneration; fee; salary; income)
la compensation; le dédommagement; l'indemnité; la réparation
- compensation [la ~] zelfstandig naamwoord
- dédommagement [le ~] zelfstandig naamwoord
- indemnité [le ~] zelfstandig naamwoord
- réparation [la ~] zelfstandig naamwoord
the payment
le paiement; le versement
- paiement [le ~] zelfstandig naamwoord
- versement [le ~] zelfstandig naamwoord
the payment
le paiement
- paiement [le ~] zelfstandig naamwoord
the payment (clearing off; compensation)
le règlement; l'acquittement
- règlement [le ~] zelfstandig naamwoord
- acquittement [le ~] zelfstandig naamwoord
the payment (pay; fee; salary; wages)
la paie; l'appointements; la solde; le salaire; la paye
- paie [la ~] zelfstandig naamwoord
- appointements [le ~] zelfstandig naamwoord
- solde [la ~] zelfstandig naamwoord
- salaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- paye [la ~] zelfstandig naamwoord
the payment (repayments; reimbursements; restitutions; compensation; amends; refunds)
la restitutions; le remboursements; l'acquittements
- restitutions [la ~] zelfstandig naamwoord
- remboursements [le ~] zelfstandig naamwoord
- acquittements [le ~] zelfstandig naamwoord
the payment

– A transaction to record money that is paid to a supplier or customer for goods or services received. A payment transaction decreases the balance for a customer or vendor. ¹
le paiement
- paiement [le ~] zelfstandig naamwoord
the payment

– The amount of money that an employee receives in a check or direct deposit. ¹
le paiement
- paiement [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor payment:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acquittement	clearing off; compensation; hire-purchase; paying off; payment; settlement	acquittal; amends; clearance; compensation; completion; conclusion; discharge; indemnification; liquidation; paying for; paying off; redeem; settlement; settling; winding up
acquittements	amends; compensation; payment; refunds; reimbursements; repayments; restitutions
allocation	dole; payment; relief; social security; welfare	allocation; allotment; allowance; appropriation; arrogation; assumption; memory allocation; relief regulations; social security
allocation de chômage	dole; payment; relief; social security; welfare	social security; unemployment benefit; unemployment compensation; unemployment pay
appointements	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	fruits of labour; income; merits; pay; receivings; recompense; remuneration; reward; salary; wage; wages
cachet	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	attribute; characteristic; feature; hallmark; impress; imprint; property; recompense; remuneration; revenue-stamp; reward; seal; seal printing; stamp; stamping; trading stamp; trait; wax seal; wax stamp
compensation	compensation; fee; income; payment; remuneration; salary	amends; atoning for; compensating for; compensation; favour in return; indemnification; indemnity; making up for; quid pro quo; recoupment; redeem; reimbursement; repayment; restitution; return; satisfaction; service in return
contribution	paying off; payment; settlement	brought-in capital; contribution; hand over; input; membership-fee; portion; tax; taxation; taxes
dédommagement	compensation; fee; income; payment; remuneration; salary	amends; atoning for; compensation; indemnification; indemnity; making up for; recoupment; redeem; reimbursement; repayment; restitution; satisfaction
gages	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	income; pay; pledges; recompense; remuneration; reward; salary; securities; wage
honoraire	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	recompense; remuneration; reward
indemnité	compensation; fee; income; payment; remuneration; salary	allowance; amends; atoning for; bonus; compensation; distribution of profits; extra allowance; extra charge; gratuity; indemnification; indemnity; making up for; payment of a dividend; premium; recoupment; redeem; redemption money; reimbursement; repayment; restitution; smart-money
paie	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages
paiement	compensation; pay-off; paying off; payment; settlement	discharge
paye	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	fruits of labour; income; merits; pay; receivings; salary; wage; wages
prime	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	accolade; achievement award; bonus; distribution of profits; extra; extra allowance; extra charge; gratuity; honor; honour; insurance premium; payment of a dividend; premium; recompense; remuneration; reward; surplus; token of appreciaton
remboursement	paying off; payment; settlement	indemnification; indemnity; paying for; paying off; redeem; redemption; refund; reimbursement; repayment; restitution; restoration; retrocession; return; reversing of an entry
remboursements	amends; compensation; payment; refunds; reimbursements; repayments; restitutions
restitutions	amends; compensation; payment; refunds; reimbursements; repayments; restitutions
revenu	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	income; revenue
règlement	clearing off; compensation; hire-purchase; pay-off; paying off; payment; settlement	arrangement; by-law; charter; claim settlement; completion; conclusion; decision; defining; determination; discipline; fixing; guide; house rules; liquidation; official regulation; ordinance; regulation; regulations; rule; rules; settlement; settlement of a claim; settling; statute; submission; winding up
récompense	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	fruits of labour; income; pay; recompense; remuneration; requital; retaliation; retribution; reward; salary; wage; wages
rémunération	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	compensation; fruits of labour; income; merits; pay; receivings; recompense; remuneration; requital; retaliation; retribution; reward; salary; wage; wages
réparation	compensation; fee; income; payment; remuneration; salary	amends; compensation; correction; improvement; indemnification; mending; rebuilding; recovery; rectification; refund; reimbursement; repair; restitution; restoration; retrocession; return; satisfaction; settlement
rétribution	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	fruits of labour; income; merits; pay; receivings; recompense; remuneration; reward; salary; wage; wages
salaire	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	cost of making; fruits of labour; income; manufacturing costs; merits; pay; receivings; recompense; remuneration; reward; salary; wage; wages
solde	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	balance; bargain; bid; income; offer; pay; proposal; salary; soldier's pay; wage
traitement	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	batch; care; control; handling; income; manipulation; merits; monitoring; observation; operating; overhead; pay; processing; receivings; recompense; remuneration; reward; salary; supervision; surveillance; therapy; treatment; wage; watch
versement	payment	deposit
-	defrayal; defrayment; requital
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
solde		account balance; balance
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	disbursement
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
honoraire		honorary; titular; unpaid

Verwante woorden van "payment":

repayment, payments, pay

Synoniemen voor "payment":

cost
defrayal; defrayment; commerce; commercialism; mercantilism

Antoniemen van "payment":

nonpayment

Verwante definities voor "payment":

the act of paying money²
an act of requiting; returning in kind²
a sum of money paid or a claim discharged²
A transaction to record money that is paid to a supplier or customer for goods or services received. A payment transaction decreases the balance for a customer or vendor.¹
The amount of money that an employee receives in a check or direct deposit.¹
A past, present, or future settlement of an obligation.¹

Wiktionary: payment

payment

noun

the act of paying
- payment → paiement; payement

payment

noun

Ce qui se donner pour acquitter une dette.
- paiement → payment
salaire ou rémunération d’un travail.
- paye → payment
finance|fr action de verser de l’argent dans une caisse.
- versement → payment

Cross Translation:

From	To	Via
• payment	→ payement; paiement	↔ Bezahlung — Dinge von Wert (meist Geld), die man für eine Leistung bekommt
• payment	→ paiement	↔ Zahlung — der erfolgte Besitzerwechsel einer bestimmten Summe Geldes
• payment	→ paiement	↔ betaling — het onderhandigen of overboeken van geld in ruil voor goed of dienst

pay:

to pay werkwoord (pays, paid, paying)

to pay (settle; pay up)
payer; régler; payer la note; solder; égaliser; s'acquitter de
- payer werkwoord (paye, payes, payons, payez, payent, payais, payait, payions, payiez, payaient, payai, payas, paya, payâmes, payâtes, payèrent, payerai, payeras, payera, payerons, payerez, payeront)
- régler werkwoord (règle, règles, réglons, réglez, règlent, réglais, réglait, réglions, régliez, réglaient, réglai, réglas, régla, réglâmes, réglâtes, réglèrent, réglerai, régleras, réglera, réglerons, réglerez, régleront)
- payer la note werkwoord
- solder werkwoord (solde, soldes, soldons, soldez, soldent, soldais, soldait, soldions, soldiez, soldaient, soldai, soldas, solda, soldâmes, soldâtes, soldèrent, solderai, solderas, soldera, solderons, solderez, solderont)
- égaliser werkwoord (égalise, égalises, égalisons, égalisez, égalisent, égalisais, égalisait, égalisions, égalisiez, égalisaient, égalisai, égalisas, égalisa, égalisâmes, égalisâtes, égalisèrent, égaliserai, égaliseras, égalisera, égaliserons, égaliserez, égaliseront)
- s'acquitter de werkwoord
to pay (spend)
dépenser
- dépenser werkwoord (dépense, dépenses, dépensons, dépensez, dépensent, dépensais, dépensait, dépensions, dépensiez, dépensaient, dépensai, dépensas, dépensa, dépensâmes, dépensâtes, dépensèrent, dépenserai, dépenseras, dépensera, dépenserons, dépenserez, dépenseront)
to pay (pay off)
payer; rémunérer; rétribuer
- payer werkwoord (paye, payes, payons, payez, payent, payais, payait, payions, payiez, payaient, payai, payas, paya, payâmes, payâtes, payèrent, payerai, payeras, payera, payerons, payerez, payeront)
- rémunérer werkwoord (rémunère, rémunères, rémunérons, rémunérez, rémunèrent, rémunérais, rémunérait, rémunérions, rémunériez, rémunéraient, rémunérai, rémunéras, rémunéra, rémunérâmes, rémunérâtes, rémunérèrent, rémunérerai, rémunéreras, rémunérera, rémunérerons, rémunérerez, rémunéreront)
- rétribuer werkwoord (rétribue, rétribues, rétribuons, rétribuez, rétribuent, rétribuais, rétribuait, rétribuions, rétribuiez, rétribuaient, rétribuai, rétribuas, rétribua, rétribuâmes, rétribuâtes, rétribuèrent, rétribuerai, rétribueras, rétribuera, rétribuerons, rétribuerez, rétribueront)
to pay (settle; pay on account; make even)
acquitter; achever; solder; régler; payer; assimiler; niveler; payer la note; égaliser; s'acquitter de
- acquitter werkwoord (acquitte, acquittes, acquittons, acquittez, acquittent, acquittais, acquittait, acquittions, acquittiez, acquittaient, acquittai, acquittas, acquitta, acquittâmes, acquittâtes, acquittèrent, acquitterai, acquitteras, acquittera, acquitterons, acquitterez, acquitteront)
- achever werkwoord (achève, achèves, achevons, achevez, achèvent, achevais, achevait, achevions, acheviez, achevaient, achevai, achevas, acheva, achevâmes, achevâtes, achevèrent, achèverai, achèveras, achèvera, achèverons, achèverez, achèveront)
- solder werkwoord (solde, soldes, soldons, soldez, soldent, soldais, soldait, soldions, soldiez, soldaient, soldai, soldas, solda, soldâmes, soldâtes, soldèrent, solderai, solderas, soldera, solderons, solderez, solderont)
- régler werkwoord (règle, règles, réglons, réglez, règlent, réglais, réglait, réglions, régliez, réglaient, réglai, réglas, régla, réglâmes, réglâtes, réglèrent, réglerai, régleras, réglera, réglerons, réglerez, régleront)
- payer werkwoord (paye, payes, payons, payez, payent, payais, payait, payions, payiez, payaient, payai, payas, paya, payâmes, payâtes, payèrent, payerai, payeras, payera, payerons, payerez, payeront)
- assimiler werkwoord (assimile, assimiles, assimilons, assimilez, assimilent, assimilais, assimilait, assimilions, assimiliez, assimilaient, assimilai, assimilas, assimila, assimilâmes, assimilâtes, assimilèrent, assimilerai, assimileras, assimilera, assimilerons, assimilerez, assimileront)
- niveler werkwoord (nivelle, nivelles, nivelons, nivelez, nivellent, nivelais, nivelait, nivelions, niveliez, nivelaient, nivelai, nivelas, nivela, nivelâmes, nivelâtes, nivelèrent, nivellerai, nivelleras, nivellera, nivellerons, nivellerez, nivelleront)
- payer la note werkwoord
- égaliser werkwoord (égalise, égalises, égalisons, égalisez, égalisent, égalisais, égalisait, égalisions, égalisiez, égalisaient, égalisai, égalisas, égalisa, égalisâmes, égalisâtes, égalisèrent, égaliserai, égaliseras, égalisera, égaliserons, égaliserez, égaliseront)
- s'acquitter de werkwoord
to pay
payer; salarier; rémunérer
- payer werkwoord (paye, payes, payons, payez, payent, payais, payait, payions, payiez, payaient, payai, payas, paya, payâmes, payâtes, payèrent, payerai, payeras, payera, payerons, payerez, payeront)
- salarier werkwoord (salarie, salaries, salarions, salariez, salarient, salariais, salariait, salariions, salariiez, salariaient, salariai, salarias, salaria, salariâmes, salariâtes, salarièrent, salarierai, salarieras, salariera, salarierons, salarierez, salarieront)
- rémunérer werkwoord (rémunère, rémunères, rémunérons, rémunérez, rémunèrent, rémunérais, rémunérait, rémunérions, rémunériez, rémunéraient, rémunérai, rémunéras, rémunéra, rémunérâmes, rémunérâtes, rémunérèrent, rémunérerai, rémunéreras, rémunérera, rémunérerons, rémunérerez, rémunéreront)
to pay (reward; remunerate; honour; repay; honor)
rémunérer; récompenser; payer; indemniser; rétribuer; salarier
- rémunérer werkwoord (rémunère, rémunères, rémunérons, rémunérez, rémunèrent, rémunérais, rémunérait, rémunérions, rémunériez, rémunéraient, rémunérai, rémunéras, rémunéra, rémunérâmes, rémunérâtes, rémunérèrent, rémunérerai, rémunéreras, rémunérera, rémunérerons, rémunérerez, rémunéreront)
- récompenser werkwoord (récompense, récompenses, récompensons, récompensez, récompensent, récompensais, récompensait, récompensions, récompensiez, récompensaient, récompensai, récompensas, récompensa, récompensâmes, récompensâtes, récompensèrent, récompenserai, récompenseras, récompensera, récompenserons, récompenserez, récompenseront)
- payer werkwoord (paye, payes, payons, payez, payent, payais, payait, payions, payiez, payaient, payai, payas, paya, payâmes, payâtes, payèrent, payerai, payeras, payera, payerons, payerez, payeront)
- indemniser werkwoord (indemnise, indemnises, indemnisons, indemnisez, indemnisent, indemnisais, indemnisait, indemnisions, indemnisiez, indemnisaient, indemnisai, indemnisas, indemnisa, indemnisâmes, indemnisâtes, indemnisèrent, indemniserai, indemniseras, indemnisera, indemniserons, indemniserez, indemniseront)
- rétribuer werkwoord (rétribue, rétribues, rétribuons, rétribuez, rétribuent, rétribuais, rétribuait, rétribuions, rétribuiez, rétribuaient, rétribuai, rétribuas, rétribua, rétribuâmes, rétribuâtes, rétribuèrent, rétribuerai, rétribueras, rétribuera, rétribuerons, rétribuerez, rétribueront)
- salarier werkwoord (salarie, salaries, salarions, salariez, salarient, salariais, salariait, salariions, salariiez, salariaient, salariai, salarias, salaria, salariâmes, salariâtes, salarièrent, salarierai, salarieras, salariera, salarierons, salarierez, salarieront)
to pay (settle; level; get even)
porter en compte; régler; solder
- porter en compte werkwoord
- régler werkwoord (règle, règles, réglons, réglez, règlent, réglais, réglait, réglions, régliez, réglaient, réglai, réglas, régla, réglâmes, réglâtes, réglèrent, réglerai, régleras, réglera, réglerons, réglerez, régleront)
- solder werkwoord (solde, soldes, soldons, soldez, soldent, soldais, soldait, soldions, soldiez, soldaient, soldai, soldas, solda, soldâmes, soldâtes, soldèrent, solderai, solderas, soldera, solderons, solderez, solderont)
to pay (bear the costs)
supporter les frais de; payer
- supporter les frais de werkwoord
- payer werkwoord (paye, payes, payons, payez, payent, payais, payait, payions, payiez, payaient, payai, payas, paya, payâmes, payâtes, payèrent, payerai, payeras, payera, payerons, payerez, payeront)
to pay (pay out; pay over; cash)
payer
- payer werkwoord (paye, payes, payons, payez, payent, payais, payait, payions, payiez, payaient, payai, payas, paya, payâmes, payâtes, payèrent, payerai, payeras, payera, payerons, payerez, payeront)
to pay (share in the costs; contribute; make up)
participer aux frais; ajouter; payer un supplément
- participer aux frais werkwoord
- ajouter werkwoord (ajoute, ajoutes, ajoutons, ajoutez, ajoutent, ajoutais, ajoutait, ajoutions, ajoutiez, ajoutaient, ajoutai, ajoutas, ajouta, ajoutâmes, ajoutâtes, ajoutèrent, ajouterai, ajouteras, ajoutera, ajouterons, ajouterez, ajouteront)
- payer un supplément werkwoord

Conjugations for pay:

present

pay
pay
pays
pay
pay
pay

simple past

paid
paid
paid
paid
paid
paid

present perfect

have paid
have paid
has paid
have paid
have paid
have paid

past continuous

was paying
were paying
was paying
were paying
were paying
were paying

future

shall pay
will pay
will pay
shall pay
will pay
will pay

continuous present

am paying
are paying
is paying
are paying
are paying
are paying

subjunctive

be paid
be paid
be paid
be paid
be paid
be paid

diverse

pay!
let's pay!
paid
paying

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

pay [the ~] zelfstandig naamwoord

the pay (salary; wage)
le salaire; la rémunération; la paye; la rétribution; le traitement; la solde; le gages; l'appointements
- salaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- rémunération [la ~] zelfstandig naamwoord
- paye [la ~] zelfstandig naamwoord
- rétribution [la ~] zelfstandig naamwoord
- traitement [le ~] zelfstandig naamwoord
- solde [la ~] zelfstandig naamwoord
- gages [le ~] zelfstandig naamwoord
- appointements [le ~] zelfstandig naamwoord
the pay (salary; wage; payment; allowance; fee; wages; compensation; income)
le salaire; la rémunération; l'honoraire; la paie; le revenu; la paye; le traitement; la solde; la prime; la récompense; la rétribution; le gages; le cachet; l'appointements
- salaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- rémunération [la ~] zelfstandig naamwoord
- honoraire [le ~] zelfstandig naamwoord
- paie [la ~] zelfstandig naamwoord
- revenu [le ~] zelfstandig naamwoord
- paye [la ~] zelfstandig naamwoord
- traitement [le ~] zelfstandig naamwoord
- solde [la ~] zelfstandig naamwoord
- prime [la ~] zelfstandig naamwoord
- récompense [la ~] zelfstandig naamwoord
- rétribution [la ~] zelfstandig naamwoord
- gages [le ~] zelfstandig naamwoord
- cachet [le ~] zelfstandig naamwoord
- appointements [le ~] zelfstandig naamwoord
the pay (salary; wage; income)
le salaire; le revenus; la paye; la ressources; la solde; le gages; la récompense
- salaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- revenus [le ~] zelfstandig naamwoord
- paye [la ~] zelfstandig naamwoord
- ressources [la ~] zelfstandig naamwoord
- solde [la ~] zelfstandig naamwoord
- gages [le ~] zelfstandig naamwoord
- récompense [la ~] zelfstandig naamwoord
the pay (fee; payment; salary; wages)
la paie; l'appointements; la solde; le salaire; la paye
- paie [la ~] zelfstandig naamwoord
- appointements [le ~] zelfstandig naamwoord
- solde [la ~] zelfstandig naamwoord
- salaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- paye [la ~] zelfstandig naamwoord
the pay (pay envelope; pay packet)
le lancement
- lancement [le ~] zelfstandig naamwoord
the pay (salary; remuneration)
le salaire; la rémunération
- salaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- rémunération [la ~] zelfstandig naamwoord
the pay
le salaire
- salaire [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pay:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
appointements	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	fruits of labour; income; merits; receivings; recompense; remuneration; reward; salary; wages
cachet	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	attribute; characteristic; feature; hallmark; impress; imprint; property; recompense; remuneration; revenue-stamp; reward; seal; seal printing; stamp; stamping; trading stamp; trait; wax seal; wax stamp
gages	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	pledges; recompense; remuneration; reward; securities
honoraire	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	recompense; remuneration; reward
lancement	pay; pay envelope; pay packet	launch; launching; lifting; release
paie	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages
paye	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	fruits of labour; income; merits; receivings; salary; wages
prime	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	accolade; achievement award; bonus; distribution of profits; extra; extra allowance; extra charge; gratuity; honor; honour; insurance premium; payment of a dividend; premium; recompense; remuneration; reward; surplus; token of appreciaton
ressources	income; pay; salary; wage	capital; finances; financial means; income; means; merits; receivings; salary
revenu	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	income; revenue
revenus	income; pay; salary; wage	fruits of labour; income; merits; receivings; salary; wages
récompense	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	fruits of labour; income; recompense; remuneration; requital; retaliation; retribution; reward; salary; wages
rémunération	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; remuneration; salary; wage; wages	compensation; fruits of labour; income; merits; receivings; recompense; remuneration; requital; retaliation; retribution; reward; salary; wages
rétribution	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	fruits of labour; income; merits; receivings; recompense; remuneration; reward; salary; wages
salaire	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; remuneration; salary; wage; wages	cost of making; fruits of labour; income; manufacturing costs; merits; receivings; recompense; remuneration; reward; salary; wages
solde	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	balance; bargain; bid; offer; proposal; soldier's pay
traitement	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	batch; care; control; handling; income; manipulation; merits; monitoring; observation; operating; overhead; processing; receivings; recompense; remuneration; reward; salary; supervision; surveillance; therapy; treatment; watch
égaliser		level
-	earnings; remuneration; salary; wage
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
achever	make even; pay; pay on account; settle	accomplish; better; bring to a close; bring to a conclusion; bring to an end; carry out; complete; conclude; conclude writing; drink; drink up; empty; end; finish; finish of writing; finish off; finish off playing; finish off writing; fix; fix it up; get done; get ready; have ended; have finished; improve; make better; manage; perfect; pull it off; pull the trick; round off; sit out; sit out to the end; wear out; wind up; write off
acquitter	make even; pay; pay on account; settle	clear; found innocent; pay for; pay off; redeem; settle
ajouter	contribute; make up; pay; share in the costs	add; add to; add to mixture; add up; append; besiege; besieged; besieges; blend with; contribute more; count in; count up; cover; encapsulate; enclose; evnvelope; fill; fill up; include; introduce; join; join up; pay extra; pay in; put in; replenish; settle the difference; surround; tally up; to make complete; top up; total; unite; wrap up
assimiler	make even; pay; pay on account; settle	absorb; adapt; allign; assimilate; collate; lap up; sip up; take in; take up
dépenser	pay; spend	bear; charge through; consume; digest; endure; fly through; spend; spend money; stand; sustain; use; use up
indemniser	honor; honour; pay; remunerate; repay; reward	buy off; compensate; indemnificate; make good; reimburse; repay; restitute
niveler	make even; pay; pay on account; settle	adapt; assimilate; become dull; blunt; egalize; equalise; equalize; even; level; level down; level out; level up; polish; smooth
participer aux frais	contribute; make up; pay; share in the costs
payer	bear the costs; cash; honor; honour; make even; pay; pay off; pay on account; pay out; pay over; pay up; remunerate; repay; reward; settle	atone for; continue to pay; expiate; pay a bill; pay for; pay for one's mistake's; pay off; receipt; settle; suffer
payer la note	make even; pay; pay on account; pay up; settle
payer un supplément	contribute; make up; pay; share in the costs	pay an additional charge; pay extra
porter en compte	get even; level; pay; settle
récompenser	honor; honour; pay; remunerate; repay; reward
régler	get even; level; make even; pay; pay on account; pay up; settle	adjust; clear up; discuss; finish; fix; handle; have ended; have finished; mend; patch up a quarrel; pay for; pay off; reconcile; redeem; repair; restore; settle; synchronise; synchronize; talk out; tune; tune in
rémunérer	honor; honour; pay; pay off; remunerate; repay; reward
rétribuer	honor; honour; pay; pay off; remunerate; repay; reward
s'acquitter de	make even; pay; pay on account; pay up; settle	accomplish; acquit o.s.; acquit oneself of; act; bring to an end; complete; discharge; do; end; finish; get done; get ready; settle
salarier	honor; honour; pay; remunerate; repay; reward
solder	get even; level; make even; pay; pay on account; pay up; settle	clean; clear; clear away; lower; mark down; put away; reduce; sell off; sell out; settle; tidy up
supporter les frais de	bear the costs; pay
égaliser	make even; pay; pay on account; pay up; settle	adapt; assimilate; egalize; equalise; equalize; even; flatten; level; level down; level out; level up; polish; smooth; trim
-	ante up; bear; compensate; devote; give; make up; pay off; pay up; yield
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
solde		account balance; balance
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	remunerate
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
honoraire		honorary; titular; unpaid

Verwante definities voor "pay":

something that remunerates²
- wages were paid by check²
- he wasted his pay on drink²
dedicate²
- pay attention to²
bear (a cost or penalty), in recompense for some action²
- You'll pay for this!²
- She had to pay the penalty for speaking out rashly²
- You'll pay for this opinion later²
convey, as of a compliment, regards, attention, etc.; bestow²
- Don't pay him any mind²
- pay attention²
give money, usually in exchange for goods or services²
- I paid four dollars for this sandwich²
cancel or discharge a debt²
discharge or settle²
- pay a debt²
- pay an obligation²
do or give something to somebody in return²
- Does she pay you for the work you are doing?²
bring in²
- How much does this savings certificate pay annually?²
make a compensation for²
- a favor that cannot be paid back²
render²
- pay a visit²
- pay a call²
be worth it²
- It pays to go through the trouble²

Wiktionary: pay

pay

verb

to give money in exchange for goods or services
- pay → payer
-
- pay → verser; régler

pay

verb

rétribuer par appointements.
- appointer → pay
Donner de l’argent pour un bien ou un service
- payer → pay; ante up
Acquitter une dette
- payer → pay

noun

rémunération pour un travail.
- salaire → salary; wage; wages; pay; remuneration; stipend
mili|fr paie octroyer par l’armée à un de ses membres militaires ou, par extension, un de ses employés civils.
- solde → pay

Cross Translation:

From	To	Via
• pay	→ solde	↔ soldij — loon van soldaten
• pay	→ salaire	↔ loon — financiële vergoeding voor geleverde arbeid
• pay	→ appointer; rétribuer; rémunérer	↔ bezoldigen — salaris geven aan
• pay	→ payer	↔ betalen — geld (of andere zaken) geven aan iemand om de kosten te voldoen
• pay	→ régler	↔ afrekenen — een aankoop of schuld betalen
• pay	→ solde; paye	↔ Sold — Bezahlung für das Handwerk eines Soldaten
• pay	→ payer	↔ bezahlen — figurativ: für etwas büßen
• pay	→ donner	↔ bezahlen — jemandem für etwas Geld geben
• pay	→ appointer; payer pour; rémunérer; rétribuer; dédommager	↔ entlohnen — (transitiv) jemanden für erbrachte Leistungen bezahlen; veraltet: jemandem den Lohn für etwas zahlen
• pay	→ payer; verser; régler	↔ zahlen — Geld für eine Ware oder Leistung geben

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van payment

Remove Ads

Vertaal payment van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor payment (Engels) in het Frans

payment:

payment [the ~] zelfstandig naamwoord

the payment (pay-off; compensation)

the payment (social security; welfare; dole; relief)

the payment (salary; wage; allowance; fee; wages; compensation; income; pay)

the payment (settlement; paying off)

the payment (settlement; paying off)

the payment (compensation; remuneration; fee; salary; income)

the payment

the payment

the payment (clearing off; compensation)

the payment (pay; fee; salary; wages)

the payment (repayments; reimbursements; restitutions; compensation; amends; refunds)

the payment

the payment

Vertaal Matrix voor payment:

Verwante woorden van "payment":

Synoniemen voor "payment":

Antoniemen van "payment":

Verwante definities voor "payment":

Wiktionary: payment

pay:

to pay werkwoord (pays, paid, paying)

to pay (settle; pay up)

to pay (spend)

to pay (pay off)

to pay (settle; pay on account; make even)

to pay

to pay (reward; remunerate; honour; repay; honor)

to pay (settle; level; get even)

to pay (bear the costs)

to pay (pay out; pay over; cash)

to pay (share in the costs; contribute; make up)

Conjugations for pay:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

pay [the ~] zelfstandig naamwoord

the pay (salary; wage)

the pay (salary; wage; payment; allowance; fee; wages; compensation; income)

the pay (salary; wage; income)

the pay (fee; payment; salary; wages)

the pay (pay envelope; pay packet)

the pay (salary; remuneration)

the pay

Vertaal Matrix voor pay:

Verwante woorden van "pay":

Synoniemen voor "pay":

Antoniemen van "pay":

Verwante definities voor "pay":

Wiktionary: pay

Verwante vertalingen van payment