Partner in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

partner:
- époux; partenaire; mari; compagnon; conjoint; femme; épouse; compagne; ami; copain; bien-aimé; petit ami; amie; ami intime; bon ami; bonne amie; camarade; petit copain; copine; associé; direct; accompagnateur; associée; partisan; compagnon de jeu; camarade de jeu; serveur partenaire
Wiktionary:
- partner → partenaire, associé
- partner → partenaire, compagnon, concubin

Engels

Uitgebreide vertaling voor partner (Engels) in het Frans

partner:

partner [the ~] zelfstandig naamwoord

the partner (husband; spouse; life companion; companion)
l'époux; le partenaire; le mari; le compagnon; le conjoint
- époux [le ~] zelfstandig naamwoord
- partenaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- mari [le ~] zelfstandig naamwoord
- compagnon [le ~] zelfstandig naamwoord
- conjoint [le ~] zelfstandig naamwoord
the partner (spouse; wife; mistress; husband; life companion)
la femme; l'épouse; la compagne; la partenaire
- femme [la ~] zelfstandig naamwoord
- épouse [la ~] zelfstandig naamwoord
- compagne [la ~] zelfstandig naamwoord
- partenaire [la ~] zelfstandig naamwoord
the partner (friend; companion; business associate; chum; comrade; pal; buddy; mate; fellow)
l'ami; le copain; le bien-aimé; le petit ami; l'amie; l'ami intime; le bon ami; le compagnon; la bonne amie; le camarade; le petit copain; la copine; l'associé; la compagne; le direct
- ami [le ~] zelfstandig naamwoord
- copain [le ~] zelfstandig naamwoord
- bien-aimé [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit ami [le ~] zelfstandig naamwoord
- amie [la ~] zelfstandig naamwoord
- ami intime [le ~] zelfstandig naamwoord
- bon ami [le ~] zelfstandig naamwoord
- compagnon [le ~] zelfstandig naamwoord
- bonne amie [la ~] zelfstandig naamwoord
- camarade [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit copain [le ~] zelfstandig naamwoord
- copine [la ~] zelfstandig naamwoord
- associé [le ~] zelfstandig naamwoord
- compagne [la ~] zelfstandig naamwoord
- direct [le ~] zelfstandig naamwoord
the partner (companion; mate; chum; pal; friend)
l'ami; l'accompagnateur; le bon ami; le compagnon; la copine; la bonne amie; le partenaire; l'amie; le camarade; le copain
- ami [le ~] zelfstandig naamwoord
- accompagnateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- bon ami [le ~] zelfstandig naamwoord
- compagnon [le ~] zelfstandig naamwoord
- copine [la ~] zelfstandig naamwoord
- bonne amie [la ~] zelfstandig naamwoord
- partenaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- amie [la ~] zelfstandig naamwoord
- camarade [le ~] zelfstandig naamwoord
- copain [le ~] zelfstandig naamwoord
the partner (member of the firm)
le partenaire; l'associé; le compagnon; l'associée
- partenaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- associé [le ~] zelfstandig naamwoord
- compagnon [le ~] zelfstandig naamwoord
- associée [la ~] zelfstandig naamwoord
the partner (supporter; comrade; brother-in-arms)
l'associé; le partenaire; le partisan
- associé [le ~] zelfstandig naamwoord
- partenaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- partisan [le ~] zelfstandig naamwoord
the partner (female partner; companion)
la partenaire; la copine; la compagne; la bonne amie; l'amie; la camarade
- partenaire [la ~] zelfstandig naamwoord
- copine [la ~] zelfstandig naamwoord
- compagne [la ~] zelfstandig naamwoord
- bonne amie [la ~] zelfstandig naamwoord
- amie [la ~] zelfstandig naamwoord
- camarade [la ~] zelfstandig naamwoord
the partner (play-mate; fellow player; playmate; player; playfellow)
le compagnon de jeu; le camarade de jeu
- compagnon de jeu [le ~] zelfstandig naamwoord
- camarade de jeu [le ~] zelfstandig naamwoord
the partner

– In database mirroring, refers to the principal server or the mirror server. ¹
serveur partenaire
- serveur partenaire
the partner

– A company or individual that regularly provides goods or services to another company. ¹
partenaire
- partenaire
the partner

– An individual or organization that does business with, by, or on behalf of Microsoft and that are members of the Microsoft Partner Program. ¹
partenaire
- partenaire

Vertaal Matrix voor partner:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accompagnateur	chum; companion; friend; mate; pal; partner
ami	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner	buddy; chum; companion; comrade; fellow; friend; kindred spirit; mate; pal; pall; person of the same mind; sympathiser; sympathizer
ami intime	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner	buddy; chum; friend; intimate; pal
amie	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; female partner; friend; mate; pal; partner	buddy; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal
associé	brother-in-arms; buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; member of the firm; pal; partner; supporter	companion; company member; fellow; kindred spirit; mate; person of the same mind; sympathiser; sympathizer
associée	member of the firm; partner
bien-aimé	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner	beloved; best friend; bosom friend; buddy; candy; close friend; confidante; darling; dear; dearest; deary; ducky; heart; hearts desire; honey; love; peach; sugar; sweet; sweetest; sweetheart; sweetie; treasure
bon ami	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner	buddy
bonne amie	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; female partner; friend; mate; pal; partner	lady-love
camarade	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; female partner; friend; mate; pal; partner	buddy; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; political associate
camarade de jeu	fellow player; partner; play-mate; player; playfellow; playmate
compagne	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; female partner; friend; husband; life companion; mate; mistress; pal; partner; spouse; wife	companion; consort; fellow; husband; mate; wife
compagnon	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; husband; life companion; mate; member of the firm; pal; partner; spouse	companion; consort; fellow; kindred spirit; life companion; life partner; mate; person of the same mind; spouse; sympathiser; sympathizer
compagnon de jeu	fellow player; partner; play-mate; player; playfellow; playmate
conjoint	companion; husband; life companion; partner; spouse	consort; life companion; life partner; spouse
copain	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner	best friend; bosom friend; buddy; chum; close friend; companion; comrade; confidante; fellow; friend; mate; pal; pall
copine	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; female partner; friend; mate; pal; partner	best friend; bosom friend; buddy; chum; close friend; companion; comrade; confidante; fellow; friend; mate; pal
direct	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner	streetcar ticket; tram ticket
femme	husband; life companion; mistress; partner; spouse; wife	consort; female; housewife; husband; life companion; spouse; wife; woman
mari	companion; husband; life companion; partner; spouse	consort; life companion; life partner; spouse
partenaire	brother-in-arms; chum; companion; comrade; female partner; friend; husband; life companion; mate; member of the firm; mistress; pal; partner; spouse; supporter; wife	companion; consort; fellow; husband; life companion; mate; spouse; wife
partisan	brother-in-arms; comrade; partner; supporter	advocate; disciple; fanatic; follower; freak; imitator; kindred spirit; maniac; person of the same mind; pupil; shadower; sympathiser; sympathizer; zealot
petit ami	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner	best friend; bosom friend; buddy; chum; close friend; companion; comrade; confidante; fellow; friend; mate; pal
petit copain	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner	best friend; bosom friend; buddy; chum; close friend; companion; comrade; confidante; fellow; friend; mate; pal
épouse	husband; life companion; mistress; partner; spouse; wife	better half; consort; husband; life companion; life partner; spouse; wife
époux	companion; husband; life companion; partner; spouse	better half; consort; husband; life companion; life partner; spouse
-	better half; collaborator; cooperator; married person; mate; pardner; spouse
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ami		friend
partenaire	partner
serveur partenaire	partner
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	joint owner
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ami		friendly
bien-aimé		affectionate; cherished; dear; dearly beloved; exclusive; favorite; favourite; preferential; private; select; selected
conjoint		altogether; combined; in all; jointly; shared; together; with each other; with one another
direct		at once; before long; blunt; clear; direct; directly; fair; first thing; forthwith; frontal; genuine; honest; immediate; immediately; in a moment; instantly; now; perpendicular; plain; presently; prompt; quick; rapid; right away; right now; serious; shortly; soon; speedy; straight; straight away; straightaway; swift; without delay
partisan		biased; clinging; congenial; like-minded

Verwante woorden van "partner":

partners

Synoniemen voor "partner":

spouse; married person; mate; better half; relative; relation; domestic partner; significant other; spousal equivalent; spouse equivalent
collaborator; cooperator; pardner; associate
person; individual; someone; somebody; mortal; soul
supply; provide; render; furnish
act; move

Verwante definities voor "partner":

an associate in an activity or endeavor or sphere of common interest²
- sexual partners²
a person who is a member of a partnership²
a person's partner in marriage²
provide with a partner²
act as a partner²
- Astaire partnered Rogers²
In database mirroring, refers to the principal server or the mirror server.¹
A company or individual that regularly provides goods or services to another company.¹
An individual or organization that does business with, by, or on behalf of Microsoft and that are members of the Microsoft Partner Program.¹

Wiktionary: partner

partner

noun

someone who is associated with another in a common activity or interest
- partner → partenaire; associé

partner

noun

Celui, celle qui, dans certains jeux, est associé à un autre joueur.
- partenaire → partner; concubine

Cross Translation:

From	To	Via
• partner	→ partenaire	↔ tegenspeler — iemand die met een ander samenspeelt
• partner	→ compagnon; concubin	↔ Lebensgefährte — Person in einer festen Lebensgemeinschaft

Verwante vertalingen van partner

Remove Ads

Vertaal partner van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor partner (Engels) in het Frans

partner:

partner [the ~] zelfstandig naamwoord

the partner (husband; spouse; life companion; companion)

the partner (spouse; wife; mistress; husband; life companion)

the partner (friend; companion; business associate; chum; comrade; pal; buddy; mate; fellow)

the partner (companion; mate; chum; pal; friend)

the partner (member of the firm)

the partner (supporter; comrade; brother-in-arms)

the partner (female partner; companion)

the partner (play-mate; fellow player; playmate; player; playfellow)

the partner

the partner

the partner

Vertaal Matrix voor partner:

Verwante woorden van "partner":

Synoniemen voor "partner":

Verwante definities voor "partner":

Wiktionary: partner

Verwante vertalingen van partner