Overzicht
Engels
Uitgebreide vertaling voor parched (Engels) in het Frans
parched:
-
parched
sec; pauvre; mince; désseché; frugal; aride; peu; maigre; minable; grêle; tari; misérable; pitoyable; chiche; malingre; pingre; ladre-
sec bijvoeglijk naamwoord
-
pauvre bijvoeglijk naamwoord
-
mince bijvoeglijk naamwoord
-
désseché bijvoeglijk naamwoord
-
frugal bijvoeglijk naamwoord
-
aride bijvoeglijk naamwoord
-
peu bijvoeglijk naamwoord
-
maigre bijvoeglijk naamwoord
-
minable bijvoeglijk naamwoord
-
grêle bijvoeglijk naamwoord
-
tari bijvoeglijk naamwoord
-
misérable bijvoeglijk naamwoord
-
pitoyable bijvoeglijk naamwoord
-
chiche bijvoeglijk naamwoord
-
malingre bijvoeglijk naamwoord
-
pingre bijvoeglijk naamwoord
-
ladre bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor parched:
Verwante woorden van "parched":
Synoniemen voor "parched":
Verwante definities voor "parched":
parched vorm van parch:
-
to parch (singe; scorch)
cautériser; brûler; flamber-
cautériser werkwoord (cautérise, cautérises, cautérisons, cautérisez, cautérisent, cautérisais, cautérisait, cautérisions, cautérisiez, cautérisaient, cautérisai, cautérisas, cautérisa, cautérisâmes, cautérisâtes, cautérisèrent, cautériserai, cautériseras, cautérisera, cautériserons, cautériserez, cautériseront)
-
brûler werkwoord (brûle, brûles, brûlons, brûlez, brûlent, brûlais, brûlait, brûlions, brûliez, brûlaient, brûlai, brûlas, brûla, brûlâmes, brûlâtes, brûlèrent, brûlerai, brûleras, brûlera, brûlerons, brûlerez, brûleront)
-
flamber werkwoord (flambe, flambes, flambons, flambez, flambent, flambais, flambait, flambions, flambiez, flambaient, flambai, flambas, flamba, flambâmes, flambâtes, flambèrent, flamberai, flamberas, flambera, flamberons, flamberez, flamberont)
-
Conjugations for parch:
present
- parch
- parch
- parches
- parch
- parch
- parch
simple past
- parched
- parched
- parched
- parched
- parched
- parched
present perfect
- have parched
- have parched
- has parched
- have parched
- have parched
- have parched
past continuous
- was parching
- were parching
- was parching
- were parching
- were parching
- were parching
future
- shall parch
- will parch
- will parch
- shall parch
- will parch
- will parch
continuous present
- am parching
- are parching
- is parching
- are parching
- are parching
- are parching
subjunctive
- be parched
- be parched
- be parched
- be parched
- be parched
- be parched
diverse
- parch!
- let's parch!
- parched
- parching
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor parch:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
brûler | burning down | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
brûler | parch; scorch; singe | blaze; brand; burn; burn out; burn up; consume; cremate; finish; flame; ignite; incinerate; inflame; kindle; light; mark; put on; scald; scorch; singe; stigmatise; stigmatize; use up |
cautériser | parch; scorch; singe | |
flamber | parch; scorch; singe | blaze; blaze up; burn; burn up; consume; finish; flame; flare up; ignite; inflame; kindle; light; light up; make burning; put on; scald; scorch; send up in flames; serve flambé; set alight; set fire to; shine up; singe; strike; use up |
- | sear | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | dry; dry up |
Verwante woorden van "parch":
Synoniemen voor "parch":
Verwante definities voor "parch":
Wiktionary: parch
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• parch | → roussir; brûler | ↔ verschroeien — het verbranden van materiaal zonder aanwezigheid van vuur |