Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- opposite:
-
Wiktionary:
- opposite → opposé, en face, contradictoire, inverse
- opposite → contraire, adversaire, inverse, opposé
- opposite → en face de
- opposite → en face
- opposite → inversement, pôle opposé, contraire, opposé, pendant, contraste, en face, vis-à-vis
Engels
Uitgebreide vertaling voor opposite (Engels) in het Frans
opposite:
-
opposite (facing)
-
opposite (contradictory; conflicting; incompatible; antipodal)
contradictoire; inverse; contraire; opposé; incompatible; antagoniste; inconciliable; antinomique-
contradictoire bijvoeglijk naamwoord
-
inverse bijvoeglijk naamwoord
-
contraire bijvoeglijk naamwoord
-
opposé bijvoeglijk naamwoord
-
incompatible bijvoeglijk naamwoord
-
antagoniste bijvoeglijk naamwoord
-
inconciliable bijvoeglijk naamwoord
-
antinomique bijvoeglijk naamwoord
-
-
opposite (upside down; vice versa; turned round)
bouleversé; renversé; à l'envers-
bouleversé bijvoeglijk naamwoord
-
renversé bijvoeglijk naamwoord
-
à l'envers bijvoeglijk naamwoord
-
-
opposite (on the other side; on the opposite side; facing)
-
the opposite (contrast; contradistinction; discrepancy)
-
the opposite (antipole)
-
the opposite (antipole)
-
the opposite (contrary; antithesis)
-
the opposite (contrary; reverse; antipole)
-
the opposite (antonym; opposite word)
– a word that expresses a meaning opposed to the meaning of another word, in which case the two words are antonyms of each other 1
Vertaal Matrix voor opposite:
Verwante woorden van "opposite":
Synoniemen voor "opposite":
Antoniemen van "opposite":
Verwante definities voor "opposite":
Wiktionary: opposite
opposite
Cross Translation:
adjective
noun
opposite
-
contrary thing
- opposite → contraire
-
opponent
- opposite → adversaire
-
antonym
- opposite → contraire
-
across from
- opposite → en face de
adjective
-
Qui implique contradiction.
-
Qui est opposé, par rapport à l’ordre, au sens, à la direction actuelle ou naturelle des choses.
-
Qui est contraire, de différente nature.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opposite | → pôle opposé | ↔ tegenpool — iemand met een tegengesteld karakter |
• opposite | → contraire | ↔ tegenovergestelde — hetgeen wat precies voorstelt wat iets helemaal niet is |
• opposite | → opposé; contraire | ↔ tegenovergesteld — precies andersom |
• opposite | → opposé; contraire | ↔ tegengesteld — de negatieve waarde van iets hebbend |
• opposite | → pendant; contraste | ↔ tegenbeeld — contrast |
• opposite | → contraire | ↔ Gegensatz — Komplement |
• opposite | → en face; vis-à-vis | ↔ gegenüber — Lokaladverb: auf der anderen (entgegengesetzten) Seite |