Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
natural:
- naturel; décontracté; sans artifice; spontané; sans contrainte; ingénu; simple; libre; détendu; pur; naïf; sans art; dégagé; relâché; relaxé; inné; naturellement; congénital; aborigène; indigène; du pays; autochtone; non valable; périmé; nul; futile; qui n'a pas cours
- personne douée; couleur de peau; teint
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor natural (Engels) in het Frans
natural:
-
natural
naturel; décontracté; sans artifice; spontané; sans contrainte; ingénu; simple; libre; détendu; pur; naïf; sans art; dégagé; relâché; relaxé-
naturel bijvoeglijk naamwoord
-
décontracté bijvoeglijk naamwoord
-
sans artifice bijvoeglijk naamwoord
-
spontané bijvoeglijk naamwoord
-
sans contrainte bijvoeglijk naamwoord
-
ingénu bijvoeglijk naamwoord
-
simple bijvoeglijk naamwoord
-
libre bijvoeglijk naamwoord
-
détendu bijvoeglijk naamwoord
-
pur bijvoeglijk naamwoord
-
naïf bijvoeglijk naamwoord
-
sans art bijvoeglijk naamwoord
-
dégagé bijvoeglijk naamwoord
-
relâché bijvoeglijk naamwoord
-
relaxé bijvoeglijk naamwoord
-
-
natural (innate; inborn)
inné; naturel; naturellement-
inné bijvoeglijk naamwoord
-
naturel bijvoeglijk naamwoord
-
naturellement bijvoeglijk naamwoord
-
-
natural (innate; inborn; native)
congénital; inné; naturel; naturellement-
congénital bijvoeglijk naamwoord
-
inné bijvoeglijk naamwoord
-
naturel bijvoeglijk naamwoord
-
naturellement bijvoeglijk naamwoord
-
-
natural (native; indigenous; innate; local; aboriginal; inborn)
aborigène; indigène; du pays; autochtone; inné; congénital-
aborigène bijvoeglijk naamwoord
-
indigène bijvoeglijk naamwoord
-
du pays bijvoeglijk naamwoord
-
autochtone bijvoeglijk naamwoord
-
inné bijvoeglijk naamwoord
-
congénital bijvoeglijk naamwoord
-
-
natural (invalid; void; unconstrained; null; slight; relaxed; minimal)
non valable; périmé; nul; futile; qui n'a pas cours-
non valable bijvoeglijk naamwoord
-
périmé bijvoeglijk naamwoord
-
nul bijvoeglijk naamwoord
-
futile bijvoeglijk naamwoord
-
qui n'a pas cours bijvoeglijk naamwoord
-
-
the natural
-
the natural (skin colour; complexion; skin color)
Vertaal Matrix voor natural:
Verwante woorden van "natural":
Synoniemen voor "natural":
Antoniemen van "natural":
Verwante definities voor "natural":
Wiktionary: natural
natural
Cross Translation:
adjective
natural
noun
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• natural | → naturel | ↔ natuurlijk — uit de natuur afkomstig |
• natural | → né | ↔ geboren — door herkomst of natuurlijke aanleg |
• natural | → naturel | ↔ natürlich — ohne Steigerung: sich auf die Natur beziehend, naturgemäß, in der Natur vorkommend |
• natural | → naturel | ↔ natürlich — nicht entfremdet, dem Naturell entsprechend, sich auf das Naturell beziehend, naturgetreu |
• natural | → naturel | ↔ natürlich — ohne Steigerung: dem Gesetz der Natur entsprechend |
• natural | → naturel | ↔ natürlich — im Sinne von einfach, ungezwungen |
• natural | → entier naturel | ↔ natürliche Zahl — Mathematik: positive, ganze Zahl; eine der Zahlen, die zum Zählen benutzt werden: 1, 2, 3, 4, 5, … |
• natural | → évident; bien entendu | ↔ selbstverständlich — ohne Weiteres verständlich, sich aus dem Zusammenhang ergebend |
• natural | → vrai; réel | ↔ wirklich — tatsächlich existierend und nicht nur in der Einbildung vorhanden seiend |